22 november werd het Jaar van de Familielandbouw* officieel geopend op het hoofdkwartier van de VN in New York, door de Director General of van de FAO, José Graziano da Silva en anderen. ‘Met deze 2000 miljoen boeren, vissers etc. kunnen we de strijd tegen de honger en armoede winnen’, aldus da Silva. Tegelijkertijd vonden in meer dan 20 landen nationale bijeenkomsten plaats.
Een van de Nederlandse organisaties die zich voor ‘Family Farmers’ inzetten is het ‘Agricultures Network’, een internationale organisatie gevestigd in Nederland die het engelstalige blad ‘Farming Matters’ uitgeeft, boordevol nuttige info voor boeren vooral in de ontwikkelingslanden. Agricultures Network stelt: Gezinsbedrijven produceren meer dan de helft van het voedsel en ze kunnen vaeel meer produceren. Het internationaal jaar van de familielandbouw is een belangrijke erkenning van de vele sociale, economische , milieu- en cultuur functies van de gezinslandbouw. Boeren hebben bewezen dat ze innovatief, productief en veerkrachtig kunnen zijn, tenminste als de omstandigheden en het beleid gunstig zijn, vooral als ze steun krijgen bij agro-ecologische werkwijzen die op hun eigen omstandigheden en prioriteiten zijn gebaseerd. Daarom nemen zij een sleutelpositie in in de strijd tegen de dringende problemen van onze tijd, zoals honger, klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit.’
Van website Agricultures Network . Zie onderaan meer links over het Year of Family Farming.
Nederlandse rolmodellen
Als terugblik aan het eind van het jaar info over drie familiebedrijven die agro-ecologie bevorderen, nl de winnaars van de ‘Ekoland Innovatieprijs’, afgelopen januari 2013.
De eerste prijs werd toegekend aan Kees en Connie Steendijk van ‘De Korenschoof’ omdat motiveren de juryleden: “De innovaties die Kees en Conny ontwikkelen en toepassen dwars tegen alle normale manieren van werken in gaan. Met 75% minder zaaizaad, zonder land te ploegen en dus minder brandstof komen zij tot vergelijkbare tarwe opbrengsten als hun gangbare collega akkerbouwers. Onder de biologische collega akkerbouwers maakt Kees Steendijk een onuitwisbare indruk. Met name zijn hoge opbrengsten zijn indrukwekkend. Zijn ideeën verdienen navolging, zeker nu de biologische landbouw enorm bekritiseerd wordt als een methode met lagere opbrengsten. Kees en Conny laten zien dat biologische graanteelt net zoveel kan opbrengen als reguliere teelt met minder inputs dan regulier: minder zaaizaad, minder grondbewerking en veel minder brandstof verbruik.” De fam. Steendijk woont in Beveland en is ook lid van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond.
De tweede prijs werd toegekend aan melkveehouders Sierd Deinum, Joke Ensing en dochter Welmoed uit het Friese Sondel. De prijswinnaars hebben hun melkveebedrijf totaal omgegooid en zijn nu circa acht jaar innoverende ‘Pure Graze-boeren’. Zij laten de koeien met een uitgekiend strip-graas systeem ‘zelf’ grazen waarbij flinke stroken gras en kruiden blijven staan om in bloei te komen voor graslandvernieuwing en waarbij de bodemstructuur wordt gespaard. Het tijdstip van afkalven werd verschoven naar het voorjaar. De stijgende voer behoefte van lacterende melkkoeien loopt hiermee parallel met de stijgende productie van de grasklaver weide. Antibiotica en krachtvoer worden niet gebruikt alleen luzernebrok. Het systeem leverde zoveel op dat een extra bedrijf is gekocht waarop een derde partner in maatschap met Sierd Deinum en Joke Ensing een melkveebedrijf runt.
De derde prijs heeft de jury toegekend aan Joost van Strien die op zijn biologisch dynamisch akkerbouwbedrijf van 93 hectare op vele terreinen zeer innovatief bezig is. Zijn bedrijf is helemaal ingericht op het in stand houden en bevorderen van de bodemvruchtbaarheid en bodemstructuur. Er is een ruime vruchtwisseling van minimaal 1 op 8 is met rijpaden en compost. Als innovatie teelt Joost van Strien luzerne of gras-klaver als maaimeststof om op zijn percelen toe te dienen. Zo wordt een deel van de benodigde dierlijke mest vervangen. Joost geeft zijn ervaringen graag door aan jonge ondernemers die hij ruimte biedt om op zijn bedrijf zelf te ondernemen.
Met dank aan biojournaal, ekoland innovatieprijs
* p.s. de meeste Nederlandse boeren spreken liever van familielandbouw: bedrijven die van generatie op generatie worden doorgegeven – dan van ‘gezinslandbouw‘. Dit laatste impliceert dat het hele gezin meewerkt, wat maar zelden het geval is in Nederland.
Links m.b.t. Internationaal jaar van de familielandbouw
→ Meet family farmers from around the world
→ Website of the civil society campaign on the IYFF, hosted by the World Rural Forum
→ The reasons why civil society called for an IYFF