‘Access to Seeds Index’: Wie het zaad heeft, heeft de macht

Onlangs is de ‘Access to Seeds’ index  gelanceerd (lijst betreffende ’toegang tot zaden’) , betaald d0or de Nederlandse regering en de Bill and Melinda Gates Foundation. Bedrijven kunnen scoren op bereikbaarheid voor kleine boeren, (vrijstelling van) betaling voor patenten, veredeling, voorlichting aan boeren etc.

Oxfam Novib noemt nadelen van de lijst: bedrijven krijgen geen minpunten als ze patenten vastleggen en genetisch materiaal monopoliseren. Daardoor krijgt een Nederlands bedrijf als Rijk Zwaan geen waardering voor het feit dat ze kwekersrecht toestaan aan boeren, en zo eindigen ze lager dan Monsanto, een  bedrijf dat géén kwekersrecht toestaat. Oxfam Novib hoopt dat dit in de toekomst rechtgetrokken wordt en dat voortaan ook de bijdrages van publieke verdelingsbedrijven en van het overheidsbeleid worden meegenomen.

Dit waren enkele opmerkingen uit berichten in The Guardian en De Volkskrant: Arme Boeren best geholpen door Regionale Zaadbedrijven

Hier volgt een reactie op de krantenberichten door boerenleidster Elizabeth Mpofu, van Via Campesina:

“Met meer dan 200 miljoen leden is La Via Campesina ’s werelds grootste organisatie van kleine en middelgrote boeren. Al jaren besteden wij veel aandacht aan de productie, beschikbaarheid en de verdeling van zaaigoed. Daarom houden wij ook de Access to Seeds Index goed in de gaten, waarover de Volkskrant afgelopen donderdag publiceerde (Arme boeren best geholpen door regionale zaadbedrijven, 25 februari 2016).

Zaden zijn zeer belangrijk voor de autonomie van het boerenbedrijf: ze zijn een strategisch onderdeel van de eigen productiemiddelen. Al eeuwenlang wisselen we zaden onderling uit, ook over grote afstanden. Daardoor is er een forse dynamiek ontstaan waarbij wij zelf kweken, veredelen en selecteren en zijn onze zaden goed aangepast aan lokale ecosystemen. Mede hieraan heeft de wereld haar grote biodiversiteit te danken. Om die reden bepleiten wij dat boeren vrijelijk hun eigen zaden moeten kunnen blijven ontwikkelen, gebruiken, uitwisselen en verhandelen.

De Access to Seeds Index bevordert een zadensysteem dat geleid wordt door bedrijven in plaats van door boeren, en bedreigt daarmee onze zeggenschap over ons eigen zaaigoed. Dit is vooral een probleem in landen waar boeren nog steeds hun eigen zaden produceren en uitwisselen, en waar informele markte een grote rol spelen in het beschermen van de biodiversiteit. In Afrika bijvoorbeeld worden meer dan 70% van de zaden buiten het industriële systeem om geteeld en verspreid.

Daarnaast leggen de bedrijven die gerangschikt worden in deze Index over het algemeen vooral de nadruk op export- en verwerkingsgewassen. Wat boeren willen telen zijn diverse gewassen, die passen in hun cultuur, hun klimaat en die bovendien de biodiversiteit vergroten. Gewassen die de eigen bevolking een gezonde en gevarieerde maaltijd bieden, die op eigen markten verhandeld kunnen worden en die passen in de eigen eetcultuur. Zadenbedrijven zijn er echter meer toe geneigd om zaden te veredelen die rendement opleveren, dan zaden te ontwikkelen voor gezond en gevarieerd voedsel. Bovendien gaat het vaak om hybride zaden die door patentenwetgeving worden beschermd. Daardoor kunnen boeren ze niet opnieuw zaaien na de oogst. Dit is een schending van Boerenrechten zoals vastgelegd in het Internationale Verdrag voor Plantgenetische Bronnen voor Voedsel en Landbouw.

Uiteraard kunnen boeren hun voordeel doen met externe kennis. Nederland zou er echter beter aan doen om landbouwmodellen te steunen waarbij kennis wordt uitgewisseld en verbeterd in samenwerking met boeren en lokale gemeenschappen. Daarvan bestaan al legio voorbeelden. Een manier is het ondersteunen van lokale boerencoöperaties die samenwerken met onderzoekers aan de verbetering van zaden en kennis. Een cruciaal punt is dat de zeggenschap over de zaden in handen van de boeren blijft.

Het artikel in de Volkskrant geeft aan waarom het vertrouwen in zadenbedrijven misplaatst is. De Access to Seeds Index bekijkt ook de mate waarin bedrijven toestaan dat boeren hun zaden het jaar erop hergebruiken. Een van de onderzoekers stelt: ‘Dit aspect is bij veel bedrijven onderontwikkeld’. De Access to Seeds Index is er meer op gericht om nieuwe markten te creëren voor zadenbedrijven dan om daadwerkelijk het leven van boeren te verbeteren. De toegang tot zaden en de autonomie van het boerenbedrijf komen daarmee direct in het geding.

Door de Access to Seeds Index te steunen, bepleit Nederland een model dat boeren klem zet tussen opkopers van de oogst (bijvoorbeeld verwerkers en supermarkten), en de zaadbedrijven die de benodigde zaden leveren. Dit model vergroot de macht en winst van bedrijven terwijl de boer langzaam verdwijnt. De zeggenschap van de boeren en de vrije toegang tot hun zaaigoed moet centraal staan in de oplossingen van de toekomst. Dan kunnen wij een cruciale bijdrage blijven leveren aan het aanpakken van grote vraagstukken van deze tijd: voedselzekerheid, klimaatverandering, biodiversiteit en een vitaal platteland.”

Elizabeth Mpofu, 1 maart 2016

Zimbabwaanse coordinator van La Via Campesina, een internationale boerenorganisatie met 200 miljoen leden