In het jongste nummer van het ledenblad van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (met de veelzeggende naam ‘Genoeg is beter’) lezen we over een akkerbouwer die niet meer ploegt, over boeren die streven naar meer regionaal geproduceerd veevoer als alternatief voor de soja, en over samenwerking met Wageningse studenten op dat laatste punt. De NAV blijft dus nadenken en bewegen.
Niet ploegen (positieve naam: ‘Niet-kerende grondbewerking’)
Op p. 3 van ‘Genoeg is beter’ staat een interview met Jan van ’t Hul in Nieuw Vennep.
‘Om NKG voor elkaar te krijgen moet je de eigenschappen van je verschillende percelen goed kennen. Ook dan blijft het voortdurend leren. De grote pluspunten zijn dat je meteen merkt, dat het draagkrachtvermogen van je grond enorm verbetert, bijvoorbeeld met bietenrooien. Ook heb je minder energieverbruik. Maar het komt meer op je management kwaliteiten neer. Het weer bepaalt nóg meer je agenda!
Je slagkracht wordt groter, en als ander groot voordeel ziet Jan beter behoud van organische stof. Het geeft het bodemleven een boost. Daardoor is je grond beter bestand tegen slechte weersomstandigheden. De gevolgen van de extremen van de afgelopen jaren zijn niet zozeer te wijten aan het weer, maar meer en meer aan de verslechterde grondcondities. Dit is door middel van Niet-Kerende Grondbewerking te verbeteren. De capillaire werking van de grond wordt vaak ook weer beter, en het water wordt beter afgevoerd.
Jan is nu 4 à 5 jaar met NKG bezig en legt uit wat je er voor moet doen: ‘Je moet van alle maaigewassen de plantenresten hakselen en licht bewerken zodat de plantenresten in aanraking met de grond komen en het bodem-leven er mee aan de slag kan. In de eerste jaren moet je hiernaast ook nog extra voedingstoffen toevoegen.’
Belangrijk is dat je kennis blijft delen in een studieclub met vakgenoten die ook NKG toepassen. Er zijn nu 3 studie groepen NKG binnen de NAV. ‘Door ervaringen delen te delen kom je verder en anders blijf je stil staan. Je doet het met elkaar, alleen kan het niet.’ Jan vindt het een voordeel van de NAV dat je daar, bijvoorbeeld op de landelijke ledenvergadering, met akkerbouwers uit het hele land in aanraking komt, niet alleen met collega’s uit je eigen provincie.
Pantaardige eiwitten (i.p.v. soja) voor diervoer
Milieudefensie heeft de Raad voor Regionaal Veevoer opgericht om obstakels te investeren die een snelle overgang naar het gebruik van meer regionaal geproduceerd eiwitrijk veevoer (o.a. erwten, veldbonen, soja) in de weg staan. Ook de NAV neemt eraan deel. Belangrijke knelpunten zijn de bestaande handelsafspraken, het rendement van regionaal geproduceerd eiwitrijk veevoer waardoor opschalen lastig is. Gaat de consument meer voor het vlees betalen, of gaan overheden dit stimuleren?
Een groepje studenten van de Wageningen Universiteit heeft zich in opdracht van de NAV bezig gehouden met het zoeken van nieuwe toepassingsmogelijkheden voor producten van in Nederland geteelde eiwitgewassen, met name soja en lupine. Daarbij hebben ze een volgorde aangegeven van haalbaarheid, gebaseerd op onder andere de hoeveelheid eiwitproduct die kan worden gebruikt, de beschikbaarheid van een Nederlandse verwerker en de afzetmarkt van het eindproduct. De resultaten zijn gepresenteerd aan de Werkgroep Plantaardig Eiwit.
Hier het volledige nummer van ‘ Genoeg is Beter’ September 2015.