Agro-ecologie of industriële landbouw?

IN 2012 woedde een discussie over ‘industriële landbouw’ versus ‘agro-ecologie’, zie ons bericht op 28 jan. 2013: offensief industriële landbouw, en weerwoord.

Van de huidige gangbare landbouw naar ‘agro-ecologie’?  Nederlandse boeren schieten al gauw in de verdediging want ook boeren met flink wat koeien die hun koeien op stal houden of boeren met grote aardappelpercelen zou je kunnen zien als ‘industriële landbouw’. Maar over het algemeen worden niet die bedrijven maar veel grotere bedrijven bedrijven bedoeld, bijvoorbeeld van investeringsmaatschappijen met ingehuurde werkkrachten. Zie de discussie hierover binnen Platform ABC (hieronder, onder de tabel).

Veel boeren zouden zelf ook wel meer willen vergroenen, maar dat kan niet met de huidige lage prijzen; onze overheid zweert jammer genoeg nog steeds bij het ‘vrije markt’ model, waarbij de ‘race to the bottom’ naar de lage prijzen op de wereldmarkt leidend is. En slechts 3% van de consumenten is bereid extra te betalen. ( in 2020 4%) Voor een echte koerswijziging voor de hele landbouw zijn overheidsmaatregelen nodig (zie elders op deze site) , maar daar is (nog) geen politieke wil voor. Dus de marges zijn niet breed. Het blijft een gotspe dat 400 miljoen in ons land naar de ‘topsector Agri-food’ gaat maar dat men de kleine en middelgrote boeren aan de ‘vrije’ markt over laat (voor wie is die markt ‘vrij’ ?).  Het geld zou naar agro-ecologische innovatie van de gangbare landbouw  moeten gaan.

Inmiddels (2021) staan we voor de opdracht een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid'(GLB) te formuleren voor de jaren 2023-2030, en is de discussie verhevigd. We MOETEN vergroenen. Naar 25% biologische bedrijven zoals deCcommissie wil? Zie de berichten van2020 en 20121. 

 Hieronder publicaties die te maken hebben met deze dilemma’s.

De afgelopen jaren vindt u onze mening/discussies hierover in de nieuwsberichten (en van vorige jaren in ‘ archief’.)

 

overzicht van de inspanningen van provincies in de voedseltransitie, voor natuurinclusieve landbouw, korte ketens,  en voedselbossen. In het kader van een workshop tijdens de Voedsel Anders Karavaan in Nijmegen 24 aug. 2018
  bodem-visie van de Vereniging tot Behoud van Boer en Natuur (VVBM): VBBM, bodemvruchtbaarheid en organische stof   (26 okt 2016),  juni 2017

 

Gentech. De NAV geeft cisgenese het voordeel van de twijfel, maar zie ook het ‘paper’ cisgenese? dec.2017
 Zie voor workshops over agroecologie tijdens de Voedsel anders conferentie www.voedselanders.nl  feb. 2016

 

 bodem-visie Platform ABC   april 2016

 

 Discussie binnen Platform ABC in februari 2013:

W.b. agro-ecology:  De NAV spreekt liever van ‘geïntegreerde landbouw’ (integratie tussen ganbaar en biologisch). Er is namelijk al veel verbeterd in Nederland, de ontwikkelingen staan niet stil. (Boeren hebben ook kinderen en kleikinderen waar ze bezorgd om zijn.) Tussen 1998 en 2010 is erbijvoorbeeld al  85% minder uitstoot naar het oppervlaktewater. In de bollenteelt wordt nog veel ‘gewasbescherming’ (oftewel bestrijdingsmiddelen) gebruikt, maar daar heeft de boer ook voor een fortuin aan plantmateriaal in de grond zitten, hij kan zich niet veroorloven dat te verlizezen. Hoewel er ook biologische bloemenetelers zijn, voor de ‘niche’ die meer wil betalen. E.e.a. zou ook hier weer van overheidswege gereguleerd moeten worden.

Keimpe vd Heide definïeerde ‘geïntregreerde landbouw’ als: met zo weinig mogelijk inputs zoveel mogelijk opbrengst behalen, op een manier die het ook voor volgende generaties mogelijk maakt om voedsel te blijven telen. Belangrijke voorwaarden voor dit model: een fatsoenlijk inkomen voor de boer, en zoveel mogelijk regionale productie en afzet. Bepaal zelf binnen de regio wat voor die regio de beste landbouw is.

w.b. ‘industrieel’:

In Amerika zijn investeringsmaatschappijen die grote bedrijven bezitten en mensen inhuren om het werk te doen. Dan gaat de winst voor de aandeelhouders voor alles. De voorkeur heeft dus wel dat het bedrijf in eigendom is van een boer, of familie. Maar dat is in de V.S. nog maar een op tien, en die hebben het zwaar. (Zelfmoord komt regelmatig voor onder boeren, bijv. 600 per jaar in Frankrijk).

Nederland, akkerbouw: De trend is inderdaad naar grootschaliger. Het ziet er bijvoorbeeld naar uit dat Noord-West Europa en de V.S. de hele wereld gaan voorzien van frites-aardappelen. (In de Flevopoder kun je niet aan huis verkopen want daar is het veld-aan-veld aardappelen. Je kunt geen miljoen kilo aardappelen in zakjes van 10 kg gaan stoppen. Er is daar wel gewas-roulatie, het is niet alléén aardappelen.)

Wat melkveehouders betreft zou je kunnen zeggen: wat één boer (of familie-maatschap) nog kan behappen lijkt maatgevend. En dat zijn meer koeien nu er melkrobots etc. zijn: industrialisatie die het werk voor de boer makkelijker maakt is niet fout maar goed.  Wordt het groter dan wat een persoon/familie aan kan dan wordt het al snel lopende bandwerk: medewerkers die de hele dag niks anders doen dan koeien de melkrobot inkrijgen, of melkmachines onder de uiers doen, of voer laden, etc. En koeien kunnen dan niet meer naar buiten. Maar op zich hebben ze het niet slechter dan koeien in een kleinere stal die ook  niet meer naar buiten gaan. Je hebt wel een steeds groter mestprobleem natuurlijk bij meer grootschaligheid.

Lastig dus om duidelijke uitspraken te doen.

Globaal gezien:

Industriële landbouw of niet: melkveehouderij: bij voorkeur een gezins- of familiebedrijf, en weidegang. Maar er zijn grensgevallen. Akkerbouw: ‘in elk geval liever een gezins- of familiebedrijf dan investeringsmaatschappijen, hoewel daar ook goede bedrijven tussen kunnen zitten.

(Over andere sectoren, collega’s van onze akkerbouwers en melkveehouders, doen wij geen uitspraken).

Agro-ecologie: zie definitie ‘geïntegreerde landbouw’, hierboven.

Motto bij dit alles: zijn we voor het optimale of het haalbare?

==============================

 p.s. Binnen de huidige marges denken boeren zelf ook over ‘vergroening’,  bijvoorbeeld de NAV: ‘de EU zou als streven moeten nemen: alle boeren gaan  het organisch gehalte (humus) in hun bodem verhogen’, als voorwaarde voor inkomenssteun.  De NAV zou ook graag zien dat ‘eiwitteelt’ (lupinen, voedererwten) weer gestimuleerd wordt, dat is ook goed voor de stikstofbinding in de bodem. Maar daar moeten de overheden aan werken: soja buiten houden door middel van importtarieven, want anders loont de teelt van ‘eiwitgewassen’ niet.

Maar nogmaals: de marges zijn niet breed. Het blijft een gotspe dat 400 miljoen in ons land naar de ‘topsector Agri-food’ gaat maar dat men de kleine en middelgrote boeren aan de ‘vrije’markt over laat (voor wie is die markt ‘vrij” ?).  Het geld zou naar agro-ecologische innovatie van de gangbare landbouw  moeten gaan.