Biologische landbouw heeft een luxe probleem…..

iologische landbouw heeft een luxe probleem. Biojournaal schreef er op 21 maart 2016 een interessant artikel over. De prijzen zijn goed vanwege een structureel snel groeiende vraag in Nederland en wereldwijd.  Maar het aantal biologische landbouwbedrijven in Nederland stagneert. Er blijven daardoor kansen liggen. En het is ook niet goed voor de sector als die te vaak nee moet verkopen.

Bionext-directeur Bavo van den Idsert noemt een paar factoren voor de aarzeling in Biojournaal :  “Door de omschakelperiode van twee jaar, waarin boeren volgens de biologische regels moeten werken, maar hun product nog niet als biologisch mogen afzetten, hebben zij hogere kosten in combinatie met lagere opbrengen. Daardoor valt hun inkomen tijdelijk sterk terug. Een garantstelling vanuit de overheid helpt. Bij biologische veehouderij is er behoefte aan meer grond. Een aangepast pacht- en grondbeleid moet ervoor zorgen dat overheidsgronden bij voorkeur gaan naar biologische bedrijven. En investeringen in biologische landbouw zouden per definitie onder groene investeringsregelingen moeten vallen.

Er moeten inmiddels biologische producten geïmporteerd worden.

 

Bertus Buizer (Buizer Advies) voegt daar aan toe:

Hoe krijgen we het schip van de omschakeling dan op gang?

Een bioboer uit Groningen, die samen met zijn zoon het akkerbouw- en vollegrondsgroentenbedrijf voert, zei laatst tegen mij: “als je eens wilt weten wat wij wel niet allemaal met elkaar bespreken, moet je bij ons aan de keukentafel komen.”

Daar zit denk ik de crux. Wetenswaardigheden en overwegingen die spelen komen aan de keukentafel ter sprake. Daarin wordt vaak een kiem gelegd voor nadere overwegingen, keuzes, afspraken en besluiten.

Daarom zou ‘biologisch’ ook een onderwerp moeten worden bij gangbare boeren en boerinnen aan de keukentafel. Er lijkt er nog een taboe te hangen boven de gangbare keukentafel.

Zou dat kunnen komen omdat biologisch zich toch wat in een cocon verschanst, hoewel zij wel open dagen en een biobeurs organiseert en veel rapporten naar buiten brengt?

Als de biologische sector een gesloten club is, willen anderen daar niet bij horen. Een geïsoleerde club werkt afstotend, niet uitnodigend.

Ik zou tegen de sector willen zeggen:

Isoleer je niet. Meng je in onderwerpen en discussies die ook gangbare boeren aangaan. Door mee te denken en te doen komt biologische landbouw meer in beeld bij gangbare boeren en ook bij consumenten. Ik miste de biologische sector in de recente discussies over het kwekersrecht, patenten, nieuwe gentechnieken, TTIP, de grondgebonden melkveehouderij in relatie tot fosfaatrechten. Deze onderwerpen gaan iedereen aan. Voer die discussie dan ook niet alleen in eigen (bio-)huis.

Werp af dus die arrogantie en doe mee. Biologisch en gangbaar hebben elkaar nodig.

Ga niet soebatten bij de overheid om uitzonderingen bij het pacht- en grondbeleid. Je wekt daar onnodig weerzin mee bij de gangbare sector. Biologische landbouw verdient het om als volwaardige, zelfstandige sector te worden beschouwd.

Ook andersom zou meer contact goed zijn:

NAV lid Sjoerd Heestermans (uit ‘Genoeg is Beter’ van april 2016):

Ook in mijn laatst genomen grondmonsters werd ik weer eens hard met mijn neus op de feiten gedrukt. Op onze vruchtbare gronden welke generaties lang extensief beboerd zijn lopen nu de laatste 25 jaar de kerngetallen hard terug. Ik sta open voor rijenbemesting en pas deze zelf ook toe om meer ruimte voor o.a. vaste mest over te houden. Maar ik ben bang dat deze ’pleisterbemestingen’ de verschraling van onze grond alleen maar erger maken. De 50 kilo P-norm, welke vele bedrijven hebben, is stelselmatig te laag om onze gronden vruchtbaar te houden. Ik vind het goed dat de NAV en LTO nu rond de tafel zitten omtrent de equivalente maatregelen om zo wat meer ruimte te creëren.’

De NAV

‘Mijn vader is al lid sinds kort na de oprichting

en ik heb zijn lidmaatschap overgenomen. Dit

was niet vanzelfsprekend maar door mijn interesse

in akkerbouwbelangen heb ik dit wel

gedaan.

Ik vind de NAV een goede organisatie. Ik kijk

zelf vrij kritisch naar coöperaties en andere ondernemersorganisaties.

Het belang van samenwerken

kan echter niet vaak genoeg genoemd

worden. Als individu bereik je niks. De nuchtere

opzet van de NAV en het pure belang dat ze

dient maakt haar als vereniging doelbewust. De

belangen zijn duidelijk en voor iedereen hetzelfde.

Mede daardoor kan de NAV als referentiewaarde

worden gebruikt in de politiek om de

akkerbouwwensen duidelijk te maken. Waar

nodig vind ik dat de NAV moet samenwerken

met andere standsorganisaties maar ze mag

best de rug rechthouden en in situaties waarin

er voor de akkerbouw geen heil meer te behalen

is zich in het uiterste geval terug trekken