Brochure van de EU: ‘De bodem, het verborgen deel van de klimaatcyclus’ – forum in oktober

Het verband tussen bodem  en klimaatverandering is complex. Met deze brochure wilde de EU daar wat duidelijkheid in scheppen:’ Soil, the hidden part of the climate cycle’, uitgebracht door het ‘directorate General for the environment’, het Europese milieu-ministerie zeg maar. 

De bodem is de tweede grootste vooraad koolstof, na de oceanen, maar het vermogen om die koolstof vast te houden is de laatste decennia achteruit gegaan door niet-duurzaam landbeheer en veranderingen in landgebruik. Onderzoek suggereert dat bodems grote hoeveelheden koolstof in de atmosfeer uitstoten, waardoor de afname van emissies, bijvoorbeeld door de industrie of het transport, teniet dreigt te worden gedaan. Bovendien draagt de klimaatverandering zelf ook bij aan achteruitgangsprocessen van land. Verwoestijning dreigt zich noordwaarts uit te breiden, en de noordelijke landen krijgen waarschijnlijk meer regen in zwaardere regenbuien.  Bovendien worden de ‘gevoelige’ ecosystemen in de noordelijke wouden (denk aan Siberië maar ook noord-Scandinavië) bedreigd door de snelle dooi in permafrost gebieden, waardoor steeds grotere hoeveelheden koolstofdioxide en methaan de atmosfeer in gaan.

Maar: de bodem kan ook een deel van de oplossing zijn. Aangezien meer dan de helft van de grond in Europa gebruikt wordt voor landbouw en ongeveer 40% bedekt is met bos, kunnen duurzame landbouw en bosbouw praktijken en goed landbeheer helpen om de koolstof in de bodem vast te houden of zelfs te doen toenemen. 

De grond onder onze voeten is een complexen efficiënt ecosysteem dat bestaat uit mineralen, overblijfselen van planten en diertjes,  water, lucht, en heel kleine levende organismes.  Die organische stof (overblijfselen van planten en diertjes) is heel belangrijk. Humus is organisch materiaal waarvan de gemakkelijk verteerbare delen reeds zijn afgebroken, het is een donkerbruine stof. Humus, en het voorstadium, organisch materiaal, zijn de voedingsbodem voor de vele levende organismes in de bodem – bacteria, wormen, insecten, eencellige diertjes etc.. Deze wezentjes recyclen organische stof en leveren de voedingsstoffen voor de plant. Organische stof is ook belangrijk voor de infiltratie van water en als waterbuffer 

Koosltof cyclus

Omdat deze organische stof voor ongeveeen 60% uit koolstof bestaat is is organische stof de doorslaggevende factor w.b. de invloed van de bodem op de koostofcyclus wereldwijd. Er zit meer koolstof  in de bodem dan in de atmosfeer (760 biljoen ton) en in de vegetatie (560 biljoen ton) bij elkaar.  Maar er is een constante uitwisseling van koolstof tussen de bodem en de atmosfeer en vice versa, door middel van planten. In feite stoten planten tien keer zoveel uit dan de uitstoot verooraakt door fossiele brandstof, maar normaal wordt dit in evenwcht gehouden door de Co2 opname de andere kant  op, de plant in door fotosynthese, voor opbouw van plant en wortels, en dan verder de  bodem in door afgifte van organische stoffen door de wortels of door afstervend plantaardig materiaal. Afbraak van organische stof maakt tenslotte de voedingsstoffen vrij die planten gebruiken omte groeien.

Koolstof voorraad in Europese bodem

Als slechts 0,1% van de koolstof in de Europese bodemzou ‘ontsnappen’zou dat gelijkstaan aan de uitstoot door 100 miljoen auto’s. Verschillende langetermijn onderzoeken suggeren dat in Europa  tussen 1978 en 2003  elk jaar 0.6% organische stof  verloren is gegaan. (Research Centre, European Soil Data Centre). In het algemeen hebben de bodems in Noord Europa meer organische koolstof  dan in het zuiden. Het landgebruik heeft een duidelijk effect op het koolstofgehalte; vooral de landbouw heetf veel invloed. Akkerbouw slaat gemiddeld 110 ton koolstof op per ha., terwijl weidegrond 160 ton per ha. opslaat. Er zijn grote variaties binnen de EU. 

Vat voor koolstof, of bron van koolstof? 

Veel bodems in Europa – grasland, bossen en andere natuurlijke vegetatie – slaan koolstof op en worden gezien als ‘sinks’. Als de bodem voor akkerbouw geschikt wordt gemaakt wordt over het algemeen koolstof uitgestoten omdat bewerkte grond meer mineralen gaat bevatten en er minder organisch materiaal overblijft of weer wordt teruggebracht in de vorm van mest. Omzetting van akkrbouwgronden naar gras kan een behoorlijke  hoeveelhoud koolstof in de bodem opslaan. Van gras naar bos leidt over het algemeen niet tot een verlies aan koolstof, hoewel dat gecompenseerd wordt door de biomassa (in de vorm van bladeren) die aan de bodem toegevoegd wordt. Veranderingen in bodemgebruik, zoals ontbossing t.b.v. de woningbouw en infrastructuur en het droogleggen van drassige gronden zijn waarschijnlijk de belangrijkste oorzaken van het verlies aan organische stof in Europpa. Wereldwijd zijn verwoestijning en boskap ook nog factoren die bijdragen aan koolstof -verlies. 

Het belang van veengrond  

Veengronden maken selchts 2% uit van de landbouwgrond in europa maar ze stoten 50% van de landbouw- CO2 uit !   Bijna de helft van de koolstofvoorraad in de 27 EU-landen bevindt zich in Zweden, Finland en het Verenigd Koninkrijk, omdat deze landen de meeste veengrond hebben. Onder natte en anaerobische omstandigheden wordt organisch materiaal niet afgebroken. Veengrond bevat veel slechts deels afgebrokem plantenresten. De helft van de Europese veengronden zijn al drooggelegd.

voor kaartje zie Soil, the hidden part of the climate cycle,

Andere landen met veel organische stof in de bodem zijn Ierland, Duitsland Noorwegen en de Baltische Staten. Veel van de veengronden worden worden bedreigd door niet-duurzame praktijken, zoals drooglegging (, omzetting in grasland of akkerbouwgrond of bossen, en in mindere mate door turfsteken voor brandstof of voor tuinturf.  Intensieve landbouw zoals in Frankrijk, Duitsland, Nederland en het VK leidt ook tot verlies van koolstof door ploegen, opbrenging van kunstmest, en door wisselteelt met weinig gras of helemaal geen wisselteelt. 

Invloed van het klimaat

Extreme hitte leidt  tot verwoestijning  in de armste en meest kwetsbare delen van Europa , vooral rondom  de Mideellandse zee waar lange periodes van droogte gevolgd knnen worden door stortbuien die het land wegspoelen. Soms blijft er geen gond meer over. De hitte van 2003 (plus 6ºC gemiddeld) leidde tot een koolstof-uitstoot die twee keer zo hoog was als de jaarlijkse uitstoot door fossiele brandstoffen. Wind is eenn probleem in Noord-Duitsland  en Oost-Nederland en Engeland en Spanje.  In de Noordelijke pool-regio zal smeltenvan de permafrost  leiden tot grote uitstoot van broeikasgassen. 

Naar de toekomst

Een beter bodemgebruik kan een positieve  rol spelen. De bodem als koolstof ‘sink’ kunnen we op relatief korte termijn veilig stellen.  Een prioriteit moet zijn: bescherming van de bodems met de meeste koolstof, nl. veengronden en permanent grasland en bossen. Dit is de meest realistische optie om koolstof-vooraad in de bodem te houden en te verbeteren. Maar daarvoor is een gecoördineerde aanpak nodig.

Een groot probleem daarbij is het gebrek aan vergelijkbare data. Het ontbreekt aan consistente en vergelijkbare data over de bodem en de koolstof-voorraad in Europese bodems. Als er al nationale gegevens zijn vertonen die weinig samenhang met gegevens uit andere landen. Daarom was een evaluatie toen de brochure uitkwam (2011) moeilijk. Maar er werd door het EP wel een poging daartoe ondernomen: Het ‘Sustainable Agriculture and Soil Conservation (SoCo)’ project , dat liep van 2007 tot 2009. Het had tot doel te onderzoeken welke stappen effectief zouden zijn op het Europees niveau, aan de hand van tien ‘case-studies’op  boerderijen in verschillende Europese landen. SoCo focuste op twee landbouwsystemen: ‘ conservation agriculture’ ( weinig of geen ploegen, permanente bodembedekking en wisselteelt)  en de biologische landbouw. Allebei de systemen leidden  tot een hoger koolstofg-gehalte.

Twee latere rojecten waarin wetenschappers samenwerken: 

– The Envasso (Environmental assessment of soil for monitoring) project probeert de 27 belangrijkste indicatoren te ontwikkelen en focust op veengronden.

– het  Ramsoil (Risk assessment methodologies for soil threats) project, focust op bodemdichtheid, erosie, afname van organische stof , landverschuivingen en verzilting.                                                                                           

Voor beide projecten zijn data verzameld voor  een forum in van 19-21 oktober  a.s. , het EU Soil Observatory (EUSO) Forum 

Zie de brochure p. 17 e.v. voor een opsomming van de maatregelen voor akkerbouw, veengrond en bosbouw.