23 april j.l. organiseerde TNI (Transnational Institute, Amsterdam) een webinar over de rol van China in de wereld. China is bezig met de uitbouw van ‘De Nieuwe Zijderoute’- betere verbindingen over land met Azië en Europa en en dan vanuit havens met de hele wereld. Betreffen de handelsstromen ook voedsel? Wat gebeurt er precies?
De eerste spreker was Phil McMichael , professor of ‘global development’ aan de Cornell Universiteit in de V.S., en ook lid van de het CFS (Committee on Food Security van de FAO. FAO = Food and Agriculture Organisation, van de VN). Er werd ook verwezen naar een artikel van zijn hand. Does China’s ‘going out’ strategy prefigure a new food regime? Daar komen een paar begrippen aan de orde die we hier eerst toelichten.
Wat betreft die voedsel regimes: hij onderscheidt ten eerste de Britse en Amerikaans hegemonie tussen 1870 en 1970: eerst voedselvoorziening uit Amerika voor Engelse arbeiders tijdens de industrialisatie; er werd gehandeld door bedrijven en door de staat. Later ook voor de Amerikaanse industrialisatie.
In de jaren 90 van de vorige eeuw ging dat regime over naar internationale liberalisering gereguleerd door de WTO, waar transnationale bedrijven gretig gebruik van maakten. Landen in het zuiden die grote schulden hadden opgelopen in het proces naar onafhankleijkheid werden gedwongen om hun schulden af te betalen door te privatiseren en sociale diensten en landbouwsubsidies af te boeuwen. De markt regeerde, en de staat stond de markt ten dienste. ‘Markten in de staat‘ was overgegaan naar ‘staten in de markt’.
Nu zijn we beland in een ‘multipolair’ voedselregime. Opkomende exporteerders van landbouwproducten zoals de EU (in de jaren 70), Brazilië, Argentinië, Thailand, Rusland en de Oekraïne hebben de Amerikaanse dominantie van de internationale landbouw-handel geërodeerd; in 1971 beheerste de VS 93% van de wereldhandel in soja, in 2011 nog maar 40%, en nog maar 28% van de graanhandel. Men noemt deze landen vwel NACs (New Agricultural Countries) Zij stelden het schijnheilige beleid van de VS en de EU aan de kaak: wel zelf subsidiëren, maar streng zijn voor anderen. India, China en Brazilië hebben hun toenemende invloed via de G20 gebruikt om het DOHA onderhandelingsproces te laten stuklopen. Naast exporterende landen spelen oook de grote agribusiness bedrijven , zoals Bunge, Dreyfus, Cargill en ADM maar ook retail-reuzen zoals Walmart en Carrefour en Ahold een rol in de handel in grondstoffen en verwerkt voedsel. Daarnaast drijven ook staatsbedrijven handel, zeker in China (COFCO). Dus niet alleen verschillende landen, maar ook verschillende soorten bedrijven spelen hun rol, vandaar de term ‘multipolair regime’.
China zou wel eens de belangrijkste ‘pool’ van het multipolaire voedselregime kunnen worden. Na de snelle industrialisatie is het ‘de fabriek van de wereld’ geworden en de middenklasse werd welvarender. Meer dan de helft van het voer voor de Chinese vleesindustrie komt uit Zuid Amerika. De teelt van soja vraagt veel water, en in Noord China zelf is het waterpeil sterk gezakt, en het noordwesten is aan het verwoestijnen. De Beidahuang Land Cultivation Group heeft in 2011 in Argentinië zo’n 570.000 acres gekocht, en een overeenkomst gesloten met een Argentijns bedrijf dat meer dan 2 miljoen acres heeft. Bedahuang gaat daar een nieuwe haven bouwen. Deze ‘going out’ strategy (rechtstreekse toegang zoeken tot landbouwgrond en markten elders) loopt deels parallel aan ‘De Nieuwe Zijderoute’: toegang tot Zuid-Oost Azië en Europa over land, en vandaar via havens naar de rest van de wereld. ‘We halen voorraden uit het westen via routes waar het Amerikaanse leger ons niet kan storen’, aldus president Xi Jinping. Onderweg wordt er ook flink geïnvesteerd in grond, in bijvoorbeeld Pakistan en Kazachstan, niet tot genoegen van de plaatselijke bevolking. China koopt land aan voor sojateelt in Angola, palmolie in Thailand, etc. Zuid Korea, ook een grote voedselimporteur, koopt zelfs rechtstreeks van Amerikaanse boeren, en laat de grote graanhandelaren links liggen. Het grootste Chinese staatsbedrijf, COFCO, is nu minder afhankelijk van Amerikaanse graanhandelaren , waardoor de machtsverhoudingen anders komen te liggen. COFCO heeft wel de Nederlandse graanhandel Nidera overgenomen. Men omzeilt aldus het multilateraal handelssysteem van de WTO en de Amerikaanse hegemonie. Maar of China werkelijk de hegemonie over de wereldhandel gaat krijgen valt nog te bezien.
Wat de eigen landbouwsector betreft: China heeft het grootste landbouwsysteem van de wereld, met de hoogste opbrengst, en meer dan 200 miljoen kleinschalige bedrijven. China heeft slechts 10% van het globale landbouwareaal maar daarmee levert het voedsel op voor 20% van de wereldbevolking: China voedt al jaren zichzelf. De import betreft vooral soja voor varkensvoer. In 1990 was 23,9 % van de bevolking ondervoed, in 2015 nog maar 9,3%. Boeren kregen meer vrijheid: er mocht meer graan geproduceerd worden dan de toegewezen quota; er konden bedrijven ontwikkeld worden, en d.m.v. subsidies werd er geïntensiveerd. De regering keert nu 165 miljard dollar aan landbouwsubsudies uit, relatief vergelijkbaar met de grote subsidies die Japan betaalt. Allerlei teelten worden in China geproduceerd op kleine bedrijven die voor zichzelf produceren, of als contract boeren, of het land verpachten aan grote bedrijven (verkoop is bij wet verboden). De vader werkt vaak elders, wat leidt tot achteruitgang van het platteland waar ‘achtergelaten vrouwen’ en kinderen en oudjes het werk doen. Dit alles gaat wel gepaard met grote ecologische achteruitgang. In sommige gebieden zakt het waternivo met meer dan 3 m. per jaar, en bijna een zesde van het land is ernstig vervuild.
Daarnaast zijn er multifunctionele, ecologische landbouwsystemen die uitgaan van ‘herstellende landbouw’ en van voedsel- en land soevereiniteit. In 2016 stelde het Zwitserse ‘Research Institute of Organic Agriculture’ dat China op de derde plaats staat w.b. oppervlakte voor biologische landbouw, achter Australiën en Argentinië, en dat de markt voor biologische producten elk jaar met 25% stijgt, met steun van de overheid. Die geeft steun omwille van de verslechterende bodem , de voedselveiligheid en de werkgelegenheid in kleinschaligebedrijven. Het is een top-down vorm van biologische landbouw, maar desalniettemin een grote en groeiende sector wat in de rest van de wereld nauwelijks gesignaleerd wordt. Daarnaast ontstaan ook nieuwe netwerken van biologische bedrijven met ‘community supported agriculture’ en boerenmarkten in de steden. In 2020 heeft de regering een stop gezet op de toename van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Maar vanwege de voedselzekerheid voor de toenemende bevolking blijft de nadruk toch liggen op de grootschalige handel.
WEBINAR georganiseerd door TNI (Transnational Institute, 23 pril 2021) Het is hier terug te zien.
Eerst inleiding door Phil McMichael, met enkele dia’s. De vierde dia wordt vertoond op 14 minuten en laat de Zijderoute zien (zie plaatje bij deze tekst) . McMichael stipt summier de begrippen aan die hierboven worden uitgelegd, en gaat dan in op wat er nu speelt: de voedselaanvoer die stokt door corona heeft meer honger én de verbrokkeling van multilaterale handelsrelaties tot gevolg. ( Via Campesina: ‘veel voedsel-stromen over de hele wereld leidt ook tot veel mensenstromen.) Een schok voor de internationale gemeenschap is dat dit samenvalt met de uitnodiging van de VN aan het World Economic forum (Davos) om de leiding te nemen bij de organisatie van de voedseltop dit najaar, en het multilaterale stelsel te laten overgaan naar ‘corporate governance’ ( bedrijven nemen de leiding). Bedrijven als beheerders van de maatschappij?
Dat is veelzeggend nu juist binnen de VN de afdeling van de FAO ter discussie wordt gesteld waarin’gewone’ boeren en landarbeiders en inheemse groepen vertegenwoordigd zijn: het CSM (Civil Society – and Indigenous Peoples – Mechanism). Inheemse groepen beheren 22% van het landoppervlak maar 80% van de biodiversiteit van de wereld. Binnen het CFS klinkt de stem van de boerenbevolking door en komt de agro-ecologie aan de orde, en in deze Corona-tijden ook het verkorten van aanvoerlijnen. Maar agroecologie wordt door de bedrijven weggewoven. Zij horen niet graag dat bijvoorbeeld Via Campesina onderscheid maakt tussen ‘landbouw zonder boeren‘ en ‘landbouw met boeren’.
De afdeling CSM heeft niet de gewenste inbreng mogen leveren aan de voorbereiding van de voedseltop dit najaar . Dit terwijl het CSM verbonden is met allerlei netwerken, bijvoorbeeld de boeren die weigeren zich nog in de schulden te steken, zoals de ‘Nul budget natuurlijke landbouw’ in India. En terwijl de boeren in India in opstand komen . En terwijl China zijn boerenstand juist in ere houdt, waarbij het ‘recht van de gemeenschap op de grond’ tegengesteld is aan de Westerse vsie op boerenbedrijven als privé economische holdings, die om economische redenen afgenomen kunnen worden. China’s door de staat gereguleerde strategie voor voedselzekerheid in eigen land biedt een alternatief voor wat vier decennia het beleid van de Wereld Bank was: ontwikkeling = deelname aan de wereldmarkt.
China lapt de WTO regels aan zijn laars en probeert daarnaast via Chinese staatsbedrijven ook op termijn de voedselzekerheid veilig te stellen, bijvoorbeeld door in Afrika grond op te kopen en samen met de verschillende regeringen de aanleg van infrastuctuur te plannen. Inperken van de ecologische schade aan boerenland is een prioriteit in de provincies in China zelf, maar niet zozeer elders. Maar die zorg binnen China biedt wel aanknopingspunten. China stelt ook eerder multifunctionaliteit dan de ’technofixes’ in de landbouw centraal, wat vd Ploeg en Ye ‘het Chinese landbouw paradigma’ noemen. Maar of dit de wereld vooruit gaat helpen valt nog te bezien. Datzelfde geldt voor de initiatieven elders die gericht zijn op voedselsoevereiniteit.
- Yan Hairong, The Hong Kong Polytechnic University: Ze vertelt dat er 240 miljoen kleine boeren zijn in China maar dat hun aantal de laatste 20 jaar snel afneemt door snelle urbanisatie. De meeste boeren willen gewoon zoveel mogelijk winst maken, hoewel de regering net begin april 2021 bescherming van het milieu voorop stelde. Afrikaanse landen geven de voorkeur aan Chinese activiteiten (soja, tabak) boven andere investeerders omdat de deChinezen niet moeilijk doen over WTO-voorwaardes, en betere prijzen betalen, en ook aan de plaatselijke markten leveren. China hanteert naar buiten toe de raadselachtige term ‘internationale zelfvoorzienendheid’, die zichzelf lijkt tegen te spreken.
- Refiloe Joala, PLAAS, Zuid Afrika: Ze bespreekt de teelt van soja in Zambia voor veevoer, olie en bonen. In Zuid Afrika wordt door chinese investeerders vooral voor de lokale markt geproduceerd nu daar meer mensen in een stedelijke omgeving wonen en meer kunnen betalen. De Wereld Bank zei in 2009: ‘Laten we de slapende reuzen van Afrika wakker maken’, en er werd een handelsovereenkomst gesloten tlussen de Zuid Afrikaanse landen. Ook in Mozambique speelt daarbij China een leidende rol. 80% van de soja wordt geproduceerd door commerciële boeren, maar ook kleine boeren worden ingeschakeld . Voor hen veranderen daarmee meestal de eigendomsrechten drastisch. He is vooral China dat investeert in boerderijen in Afrika, maar ook grote internationale financiële bedrijven springen erin. Armoede op het platteland wordt gezien als rechtvaardiging voor de bemoeienis van grote bedrijven, die er echter op de eerste plaats veel winst maken.
- Andrea P. Sosa Varrotti, Universidad Nacional de San Martin, Argentinië: De Mercosur landen worden wel ‘de Verenigde Sojaboon Republiek’ genoemd. China is sinds 2005 de hoofd-investeerder in Argentinië en heeft Amerinka voorbij gestreefd. Het gaat gepaard met achteruitgang van de bodem en land grabbing en sociale uitsluiting. . Er wordt ook geïnvesteerd in ander producten en infrastructuur en irrigatie.
- Paul Nicholson, La Via Campesina, Baskenland: Corona heeft de fragiliteit van het voedselsysteem aangetoond. Kleine boeren voeden nog altijd 70% van de wereldbevolking. Het is belangrijk om kleine boeren met elkaar in contact te brengen. Er ontstaan overal lokale netwerken van kleine boeren en consumenten, daar zal hetverzet van moeten komen. (De middelgrote boeren geven het op vanwege schulden. ) De VN ‘verklaring van de rechten van kleine boeren en landarbeiders’ waar vooral Via CAmpesine voor heeft geijverd is een belangrijk document.
- enkele punten uit de DISCUSSIE:
- China heeft de markt altijd alle vrijheid gegeven, maar soms zijn er protesten van boeren. Chinese bedrijven kunnen scherp met elkaar concurreren; de staat laat hen het uitvechten.
- ook de AGRA (Agrarian Green Revolution in Africa, Bill Gates en plaatselijke NGO’s) is actief in Afrika. AGRA prijst hybride zaden en kunstmest aan. Sommige mensen uit de stad komen terug naar het platteland om te investeren in bijvoorbeeld mais, dit wordt wel ‘repeasantilisation ‘ (her-boeren’) genoemd, maar het is eigenlijk een proces van de elite.
- Er worden 25 grote varkensbedrijven gepland in het noorden van China, terwijl er daar een watertekort is en de mensen bang zijn voor diergerelateerde ziektes. Mensen protesteren ook tegen de soja handel, en ook in China wordt gesproken over de ‘modernisering’ van de eetgewoontes.
- (Phil) McMichael) Als de markt heerst wordt de staat zwakker. Maar China is een apart geval omdat het zo’n groot land is en omdat we op een keerpunt staan nu het WTO/Amerikaanse systeem in elkaar zakt. Gaat China dat veranderen?
- Er is een kans op democratisering door de beweging voor voedselsoevereiniteit. (Maar het financiële complex heeft wel veel invloed. Daarmee gaan we naar de bio-digitale landbouw ; ‘landbouw zonder boeren’). Agroecologie wint terrein in internationale organisaties, ofwel om politiek-economische redenen of omdat boeren zich de dure agro-inputs niet meer kunnen veroorloven. Zij verbinden zich met groepen burgers. Het is een ontwikkeling vooral in Europa, Zuid-Amerika en delen van zuid oost Azië (bijv.’ Zero budget Farming’in India.), en in Afrika en N Amerika.
Greet Goverde, Platform Aarde Boer Consument
- Philip McMichael, Cornell University, USA
- Yan Hairong, The Hong Kong Polytechnic University