Producentenorganisaties mogen zich Europa-breed bundelen tot 3.5% van de markt om gezamenlijk met de melkfabrieken te kunnen onderhandelen (33 procent op nationaal niveau). Dit is zeer problematisch, want het marktaandeel van een groot aantal melkfabrieken is nu al veel hoger dandeze limiet. Met deze zuivelgiganten zouden de klein gehouden producentenorganisatiedan zonder werkelijke marktmacht moeten onderhandelen. Het EU Parlement heeft in de onderhandelingen met de Commissie en de Ministerraad onvoorstelbaar veel veren moeten laten,”meent Schaber. Ook het oorspronkelijk door het EU parlement voorgestelde Monitoringsagentschap is niet in de voorstellen van de drie EU instituten opgenomen.
Monitoringscommissie: De oplossing voor verschillende problemen waar producenten mee te maken hebben: gebrek aan positie in de markt, structureel te lage inkomens en prijsvolatiliteit, zijn alleen op te lossen met een zogenoemde monitoringscommissie. Deze commissie zou de markt nauwlettend in de gaten houden, productieadviezengeven aangaande het volume dat geplaatst kan worden in de markt, de kostprijs laten berekenen voor de productie van bijvoorbeeld een liter melk en ze zou het orgaan zijn waarbinnen op basis van de kostprijs, de onderhandelingen tussen producenten en afnemers plaatsvinden. Alleen door op deze manier de markt tegemoet te treden ontstaat een stabiele, duurzame en transparante markt waarbinnen producenten hun inkomen uit de markt genereren. Dan kunnen de euro’s die nu als toeslagrechten worden toegepast, op termijn worden ingezet voor extra (groene, blauwe) diensten aan de maatschappij.
.“Aanbodsregulering moet voor de gehele melkmarkt gelden anders raast iedereen – en in het bijzonder de melkproducenten – zonder remmen naar de volgende crisis”, aldus Schaber.
zie verder www.ddb.nu (Dutch Dairy Board)