De impact van het Europese landbouwbeleid op de rest van de wereld.

Op 8 maart was er in Brussel een conferentie van de European Committee of the Regions (www.cor.europa.eu). Het thema was het internationale handelsbeleid van de EU. Er waren een groot aantal sprekers waaronder Niek Koning en ook Olivier de Schutter, de voormalige rapporteur van het VN-voedselprogramma. 

Wat is het belang van die bijeenkomst?

In de CvR kunnen sinds 1994 decentrale overheden (regio’s, districten, provincies, gemeenten en steden) de  instellingen van de EU rechtstreeks van advies te dienen. Dit om ervoor te zorgen dat niet alles door de nationale regeringen geregeld wordt, en dat het provinciale en lokale bestuur en dus ook de deplattelands-regio’s (die soms grensoverschrijdend samen optrekken) meer stem krijgen. Het CvR  mag zich over tweederde van de beleidskwesties uitspreken en mag zich ook rechtstreeks tot het Europese Hof wenden.  Deze bijeenkomst betekende een koerswijziging: ‘We hebben besloten ons duidelijker te laten horen. We willen mee beslissen.’  (Voorlopig is het nog slechts een adviserend orgaan is.)

Het thema was het internationale landbouwbeleid – dat werd besproken in verband met de ontwikkelingslanden maar vertegenwoordigers van het CoR brachten het ook in verband met de Europese regio’s. ‘De (wereld)marktprijzen zijn te grillig voor onze boeren. Veel boeren zitten in de problemen, het platteland ontvolkt. De EU moet naar regulering van de prijzen, en naar meer lokale markten, (korte ketens’), zei een van hen. 

De vertegenwoordigers van de Europese Commissie verdedigden het EU handelsbeleid, ‘We hebben een heel behoorlijk landbouwbeleid, heel transparant , en de handelsverdragen worden gebruikt om normen te verbeteren, bijv. op het gebied van dierenwelzijn en milieu. Sommige ontwikkelingen zijn ‘not nice’, maar dat is geen reden om het hele handelsbeleid te veranderen.  De ontwikkelingslanden krijgen een voorkeursbehandeling. Bijna iedereen die in de zaal de luidspreker aanzette ging tegen dit zelfvoldane geluid in. 

Olivier de Schutter schetste het belang van voedselsoevereiniteit (hij noemt het overigens voedseldemocratie) voor alle landen, maar in het bijzonder voor arme, zich ontwikkelende landen. Niek Koning ging hierop door en gaf aan dat het liberale landbouwbeleid in de EU niet goed is voor Europese boeren, maar dat de gevolgen hiervan in bijvoorbeeld arme Afrikaanse landen desastreus zijn. ‘Wanneer we die  landen in Afrika niet de ruimte geven zich te ontwikkelen (en iedere ontwikkeling begint bij de landbouw) dan staan we nog maar aan het begin van de migratiestromen. Het zou aan Afrikaanse regeringen toegestaan moeten worden om hun boeren te beschermen, en importtarieven te heffen. De internationale markten voor oogsten zoals koffie en cacao zouden gestabiliseerd moeten worden (voorraden aanleggen, handelsquota’s)…..Er is meer samenwerking tussen wetenschappers en boeren nodig om zowel het klimaatprobleem als voedselgebrek aan te pakken…. Het westen heeft de rest van de wereld falende markten opgedrongen terrwijl ze voor zichzelf ontsnappingsroutes hebben gecreëerd.’

Coulibali uit West Afrika was het hier roerend mee eens: ‘Wij moesten alle beschermende maatregelen afbreken. Het was als een klap in het gezicht. Na 10 jaar onderhandelen over EPA’s (Economic Partnership Agreements) die we niet wilden ging de EU  van land naar land, en de meeste landen gingen overstag. Slechts één land, met 120 miljoen inwoners, durfde te weigeren: Nigeria….. Ze zeggen wel eens dat wij leven van ‘een dollar per dag’- we hebben zelfs geen dollar per dag, maar we hebben werk en eten op onze bedrijfjes. We hebben zelfs over,  melk bijvoorbeeld, maar dankzij de EPA’s (de doodskus) kunnen we die niet vermarkten.

De conclusie was dat er een drastische hervorming moet komen van het Europese landbouwbeleid. Er moet een markt komen met spelregels en landen moeten hun markten zo nodig kunnen afschermen. We moeten een uitzonderingspositie voor landbouw bevechten: niet de laaagste prijzen maar de kwaliteit en eerlijkehandel moeten doorslaggevend zijn. 

De volledige titel van de conferentie was: Changing the rules of international trade: necessary for tackling the challenges of the farming sector, food sector and the planet – and the opportunity to do so now

12 september wordt een rapport hierover gepubliceerd en aangeboden aan de EU Commissie en Europees Parlement.