De landbouw op weg naar klimaatneutraal (‘klimaattafels’)

Het kabinet heeft bepaald dat vóór de zomer 5 ‘klimaattafels’ worden georganiseerd waar 5 sectoren plannen maken om de CO2 uitstoot fors te verlagen: 1.  landbouw en landgebruik (voorzitter Pieter van Geel); 2. gebouwde omgeving (voorzitter D.Samson); 3. mobiliteit 4. industrie en 5. elektriciteit. Daarnaast is er nog een hoofdtafel, met als voorzitter ed Nijpels. Dit najaar moeten de plannen op tafel komen, en in 2019 begint men met de uitvoering. Hieronder wat het voor akkerbouw en veeteelt inhoudt. 

 

De akkerbouw

De NAV heeft de afgelopen maanden in alle regio-avonden aandacht besteed aan klimaatverandering. In de eerste plaats omdat akkerbouwers de gevolgen van de verandering van het klimaat ook rechtstreeks ondervinden, zoals het extremer wordende weer. Daarnaast zijn er in 2015 in Parijs afspraken gemaakt tussen  vrijwel alle landen ter wereld om de opwarming van de aarde tot maximaal 2 graden te beperken. En daaraan moet dus ook de landbouw een bijdrage leveren.

 De doelstelling is dat alle sectoren hun emissie in 2030 met 49% hebben teruggebracht t.o.v. 1990. 

Om zicht te krijgen op de gevolgen van de bedrijfsvoering voor de emissie van broeikasgassen van het bedrijf is de Cool Farm Tool (CFT) ontwikkeld. Dit is een online tool waarmee kan worden uitgerekend wat de emissie van een gewas is op het bedrijf, omgerekend naar CO2-equivalent.

We hebben in de landbouw te maken met drie broeikasgassen, namelijk CO2 (komt vrij bij verbranding van fossiele brandstof), N2O (lachgas, komt vrij bij de omzetting van N-meststoffen in de grond) en CH4 (methaan, komt vrij bij vergistingsprocessen in maag en mest. De impact van N2O is 298 keer zo groot als die van CO2 en die van CH4 is 25 keer zo groot. In de regioavonden is de CFT gepresenteerd en zijn de aanwezigen door het programma geleid om een indruk te krijgen hoe de CFT moet worden ingevuld. De presentatie is op te vragen via info@nav.nl. Een voordeel van de CFT is dat iedere verandering in de bedrijfsvoering meteen wordt doorgerekend. Wanneer in het programma ploegen bijvoorbeeld wordt vervangen door NKG (niet-kerende grondbewerking = niet ploegen) laat het   programma meteen zien wat de gevolgen zijn voor de uitstoot van CO2.   Met de CFT krijgt de akkerbouwer dus helder welke veranderingen er  nodig zijn om de emissie te verlagen.

De avonden werden over het algemeen zeer goed bezocht. Opvallend is dat veel akkerbouwers aanvankelijk dachten dat we in de akkerbouw altijd CO2 opslaan in de bodem. De berekeningen met de CFT laten zien dat er in het hele teeltproces zoveel uitstoot van broeikasgassen is, dat er netto met een normale bedrijfsvoering geen sprake is van opslag. Om werkelijk op te slaan, dus een negatieve emissie te realiseren, moet werkelijk alles uit de kast
gehaald worden: structureel in de hele rotatie van gewassen aanpassen, structureel NKG toepassen (dus nooit meer ploegen!) en zelf de energie winnen voor de bewaring van de producten. Dit zijn dus forse ingrepen die niet zomaar zullen worden doorgevoerd.

Klimaattafel landbouw en landgebruik 

De overheid heeft een groot aantal zgn. Klimaattafels ingesteld om zicht te krijgen op wat er moet gebeuren om aan de afspraken van het Klimaatverdrag van Parijs te voldoen. Bij deze tafel zijn alle betrokken partijen van een bepaalde
sector uitgenodigd om met voorstellen te komen. Voor de zomer moet iedere tafel komen met de ideeën om de doelstelling voor 2030 te
halen en met een doorzicht naar de doelstellingen van 2050. De NAV is betrokken bij de Klimaattafel voor Landbouw en Landgebruik. Hier
worden de mogelijkheden voor de landbouw bekeken om in 2030 49% reductie van broeikasgassen te hebben bereikt t.o.v. 1990.

 

De veeteelt

Ook de veeteelt doet mee aan de klimaatafel.

Woensdag 4 april (pg. E2) stond een klein berichtje in de NRC dat RLI (de Raaad voor de Leefomgefving en de Infrstructuur) concludeert: De veestapel in Nederland moet krimpen….Zonder extra maatregelen is de uitstoot van broeikasgassen door de landbouw in 2050 even groot als de maximale hoeveelheid broeikasgassen die heel Nederland dan mag produceren. Technologische vernieuwingen volstaan niet’. Aldus de Raad.

Hier is dus ook aktie nodig. Wat wordt de inzet van de NMV  aan die ‘klimaattafels’? 

Onlangs werd door de NMV (Nederlandse Melkveehouders Vakbond) het symposium ‘Koe en Klimaat’ gehouden. De meningen van de sprekers varieerden tussen verdedigend (‘Anderen vervuilen nog meer’), en ‘We moeten aan de bak. Er zijn twee opties: 1. minder koeien en minder melkproductie, 2. Verder verlagen van de uitstoot per kg melk.’ Voor die reductie per kg melk is een bijna 2x zo grote efficiëntie-verbetering nodig (qua uitstoot) als in de afgelopen 8 jaar behaald is. 

In de ‘Koebont’ van April staat als eerste artikel een verslag van de studiedag. Daaruit citeren we: 

Uiteindelijk hebben we de dag afgesloten door onze NMV visie op Koe & Klimaat te geven. NMV vindt namelijk dat het onhoudbaar
is een koe te vergelijken met de uitstoot van fossiele brandstoffen door bijvoorbeeld een auto. Iedere ‘C’ component die een koe in de vorm van methaan uitstoot, is eerder vastgelegd in het gewas wat
ze opneemt. Buiten methaan zet een koe ook nutriënten zoals koolstof om in vlees, melk, botten, mest en bijvoorbeeld wat vrijkomt
bij de ademhaling. Al die ‘C’ elementen zitten in een kringloop.

Op dit moment wordt de vastlegging in gewassen niet meegenomen in de emissiecijfers van de landbouw, omdat het CBS aangeeft dat die vastlegging direct weer vrij komt na consumptie in de veehouderij. Dit raakt precies ons punt, en hebben we tijdens het symposium dan ook aangegeven: Als die ‘C’ direct weer vrij
komt, en vervolgens direct weer wordt vastgelegd (of in ieder geval die hoeveelheid), zou de emissie evengoed verlaagd kunnen worden.

Dit is een significant en toch zwaar onderbelicht aspect dat het verschil maakt tussen een groot deel van de uitstoot van broeikasgassen vanuit de melkveehouderij en het gebruik van fossiele brandstoffen……. De laatst genoemde vorm van CO2 uitstoot zorgt dan ook voor een toename aan broeikasgasconcentraties in de atmosfeer. Maar in de melkveehouderij wordt deze uitstoot in principe meteen weer vastgelegd in gewassen. 

Met dank aan de de NAV (ledenblad ‘Genoeg is Beter’.) en de NMV (ledenblad ‘Koebont’)