Met een beter landbouwbeleid dat zorgt voor hogere, kostendekkende landbouwprijzen zouden boeren niet langer afhankelijk zijn van subsidies. Dat bespaart 25 miljard euro per jaar; 175 miljard in 7 jaar. ‘Liever vandaag afschaffen dan morgen’ zeggen ‘onze’ boeren, maar dan wel eerst een beter landbouwbeleid. Hieronder de hele tekst, die aan alle Europese Parlementsleden en andere politici is gestuurd.
Een beter Europees landbouwbeleid kan 25 miljard per jaar besparen, dat is 175 miljard in 7 jaar.
De komende maanden wordt de Europese begroting voor de komende 7 jaar vastgesteld. Het streven was 1000 miljard euro. 40% van de begroting gaat naar het landbouwbeleid en ongeveer de helft daarvan naar inkomenssteun voor de boeren. Met een beter landbouwbeleiddat zorgt voor hogere, kostendekkende landbouwprijzen zouden boeren niet langer afhankelijk zijn van subsidies. Dat bespaart 25 miljard euro per jaar; 175 miljard in 7 jaar.
De komende maanden wordt de Europese begroting voor de komende 7 jaar vastgesteld. Het streven was 1000 miljard euro. 40% van de begroting gaat naar het landbouwbeleid en ongeveer de helft daarvan naar inkomenssteun voor de boeren.
Het huidige landbouwbeleid van de EU is gericht op liberalisering. Boeren moeten concurreren met collega’s over de hele wereld, ook al zijn de productiekosten in sommige landen veel lager; het speelveld is zeer ongelijk. Zonder aanvulling de EU-begroting zouden vele boeren failliet gaan. De voedselproductie voor een half miljard Europeanen overlaten aan verre en misschien niet erg duurzame landen is ook geen optie.
Wanneer we niet blijven globaliseren, maar juist gaan regionaliseren – primair voor de eigen markt gaan produceren – kan er veel geld van het landbouwbudget vrij komen. Dit lijkt in deze tijd van vrije-markt-denken irreëel, maar is het niet. . Landen die hun productie beperken tot hun eigen behoefte kunnen hun boeren beschermen door een in WTO-verband afgesproken import tarief, en dat doen landen als Noorwegen, Zwitserland (en Canada, wat betreft zuivel, eieren en pluimvee) al jaren. In Canada bijvoorbeeld heeft men de vrije markt ideologie gelaten voor wat zij is, wetende dat de landbouw zich eigenlijk toch niet voor concurrentie op de wereldmarkt leent. Daar is de regulering in de loop van zo’n 60 jaar verbeterd tot een goed werkend systeem. In Marketing Boards worden door overheid en producenten, zowel nationaal als per provincie, afspraken gemaakt wat betreft de hoeveelheid en kwaliteit van de productie. De verwerkers en de retail sector mogen meepraten maar hebben niet het laatste woord zoals hier. Het resultaat is dat de Canadese boeren bijvoorbeeld voor de melk 54% van de supermarktprijs krijgen, tegen slechts ongeveer 30% hier.
In 2010 heeft een groep van 21 vooraanstaande wetenschappers uit diverse Europese landen voorstellen gedaan voor een ‘Nieuw Europees landbouw- en voedsel beleid’*. Zij kozen ook productie voor de interne (Europese) markt als uitgangspunt. Ze onderzochten tevens de consequenties voor de consumenten. Het bleek dat het percentage van het inkomen dat aan voedsel wordt besteed slechts zou stijgen van 14 naar 14,6%. Tegenover die geringe verhoging staan dan weer lagere afdrachten aan Brussel. Het nieuwe beleid zou, inclusief meer vergroening, ongeveer €30 miljard per jaar kosten in plaats van de huidige €55 miljard. (J. Boussard e.a.: Assessment of the budgetary effects of the New Policy)*
Veel Nederlandse boeren zouden ook graag die kant op willen, zoals onlangs weer in Brussel bleek. De Nederlandse Melkveehouders Vakbond zou in Europa graag een door de overheid gefaciliteerde Europese Milk Monitoring Board instellen, want wat Nederland nu wil – ongelimiteerd melken vanaf 1214 – gaat weer leiden tot overproductie, vooral als er de komende jaren nog eens 60 miljard liter melk op de wereldmarkt komt, o.a. uit India.** Overproductie ontwricht bovendien meestal in de vorm van melkpoeder de binnenlandse markten in ontwikkelinglanden.
Wat de akkerbouw betreft zouden we tarieven tegen soja kunnen instellen en de Europese eiwitteelt (voedererwten, lupinen) weer op de been helpen. Dat zou ook goed zijn voor de bodem vanwege de stikstofbinding.
Wat zou zo’n beperking betekenen voor de Nederlandse export? Slechts 10% gaat nu naar de wereldmarkt: onze export blijft grotendeels binnen de Europese grenzen. Die 10% is inclusief luxe producten zoals bloemen, terwijl het ons alleen om basisvoedsel te doen is. Maar er staan ook voordelen tegenover. In een meer gereguleerd systeem hoef je de natuur niet meer uit te buiten vanwege de lage landbouwprijzen op de wereldmarkt. Er kunnen dan deugdelijke afspraken met boeren worden gemaakt over échte vergroening: verbetering van de bodem, herstel van de biodiversiteit, schoner grondwater, etc.
Dat Europa en ook andere rijke landen waaronder de VS op die ‘vrije’ landbouwmarkt het middel van de inkomenssteun voor de boeren inzetten, lijkt trouwens nergens op. Ze hebben echter zoveel overwicht in de WTO dat ze daarmee wegkomen. Die steun stelt hen in staat hun producten onder de reële kostprijs op de markt te brengen. Dat is geen ‘gelijk speelveld’, het is concurrentievervalsing tegenover andere, meest arme, landen die zich geen steun voor hun boeren kunnen permitteren.
Onbegrijpelijk dat de EU 25 miljard per jaar wil betalen om de schijn van een geliberaliseerde landbouwmarkt op te houden.
* Het rapport – met begroting – is hier te vinden: https://aardeboerconsument.nl/wp/wp-content/uploads/2013/01/10-12-13-Assessment-of-budgetary-effects-of-the-New-Policy-Boussard.pdf
**zie www.ddb.nu 11 januari
Greet Goverde-Lips, secretaris Platform Aarde Boer Consument, Keimpe van der Heide, bestuurslid Nederlandse Akkerbouw Vakbond,Geert Kroes, vice-voorzitter Nederlandse Melkveehouders Vakbond,Jacques van Nederpelt, lid van Platform Aarde Boer Consument
BIJLAGE
BUDGET
The budgetary expenses are considerable, as shown in table 1. They continuously increase, in spite of the many inefficiencies pointed out by many commentators.
Table 1 – Evolution of the EU-27 actualagricultural expenditures from 2000 to 2011, in billions of euros
2000 | 2003 | 2006 | 2009 | 2011 | |
Market interventions | 10,65 | 10,06 | 8,12 | 7,01 | 3,53 |
(Of which export subsidies) | (5,9) | (1,79) | |||
‘Decoupled ‘aids (linked to hectares) | 0,00 | 0,00 | 16,26 | 32,79 | 36,83 |
Other direct aids (mainly coupled to products) | 25,53 | 29,69 | 17,79 | 6,32 | 3,34 |
Various (administration etc) | 0,00 | 0,05 | 0,09 | 0,35 | 0,13 |
Rural development | 4,76 | 7,17 | 11,33 | 8,74 | 12,29 |
Common Agricultural Policy | 40,95 | 46,98 | 53,60 | 55,21 | 56,21 |
Agricultural support from national budgets | 12,50 | 10,12 | 11,92 | 11,77 | 10,23* |
Total agriclutural subsidies | 53,44 | 57,09 | 65,52 | 66,98 | 66,55 |
The trends are, in the course of the past decade:
– less export subsidies
– less market interventions (price mechanisms, quotas etc.) to comply with WTO rules
– less aid coupled to products.
– More ‘direct aid’ (coupled to hectares), in order to comply with WTO rules.
(but this is just window-dressing of the EU and USA – and the WTO – : these are still subsidies, and they lead to exports below the price of production, and to dumping.)
– more ‘rural development’
SOURCE: DG BUDGET,
http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/studies_reports/stat_tables.html; http://ec.europa.eu/agriculture/agrista/rurdev2006/RD_Report_2006.pdf
table put together by J. Berthelot