Huon realiseert zich dat hij wel een beetje “buiten de normen” valt maar ziet geen noodzaak om zijn werkwijze aan te passen. Het is goed leven zo, zegt hij. Hij verkoopt zijn boter, varkens- en kalfsvlees rechtstreeks vanaf de boerderij. Geïnteresseerd?

Gratis weggeven van je bedrijf is een originele oplossing voor een al langer bestaand probleem: het ontbreken van een bedrijfsopvolger. Ook in agrarisch Nederland een veel voorkomend probleem, schrijft Cor Pierik in een blog op BoerenBusiness. Volgens het CBS heeft 60% van de boerderijen waar het bedrijfshoofd 55 jaar of ouder is, geen bedrijfsopvolger. De komende 10 jaar zullen 15.000 boerenbedrijven een besluit moeten nemen over hoe ze verder gaan.

 
 
In ‘Genoeg is Beter’, het ledenblad van de Nderlandse Akkerbouw Vakbond, komt deze deze keer iemand uit het oprichtingsjaar (25 jaar geleden, 1993) aan het woord: oud-bestuurslid en kaderlid Henk Nienhuis uit Odoornerveen. Henk is 74 jaar, heeft geen kinderen maar werkt nu sinds kort in maatschap met één van de jongens die al van jongs af aan meeliep op het veenkoloniaal akkerbouwbedrijf.
 
Henk: De landbouw wordt steeds grootschaliger wat niet altijd een goede
ontwikkeling hoeft te zijn, met name voor het familiebedrijf. Omdat door de ontwikkelingen (bijv. big  data en reclames over slim boeren) aan de  hand van specialisatie en het management het bedrijf steeds meer een verkeerstorenachtige functie krijgt. Van achter je pc het bedrijf en de gewassen aansturen via drones, luchtfoto’s voor bemesting en bespuitingen,en straks met zelfrijdende tractorenen landbouwmachines op een steeds groter areaa werken. Zo kun je als akkerbouwer al snel de binding met je bedrijf kwijt raken, en bepalen data en high technologie de  voedselproductie. Het allround boerenvakmanschap wordt specialisme, en boerengezinsbedrijven worden kapitaalintensievemini-multinationals. Toch ben ik ervan overtuigd dat binnen de plantaardige landbouw het gezinsbedrijf nog een goede toekomst heeft. Daar is een grondige belangenbehartiging voor nodig. Daar is de NAV voor nodig.’