Elske Hageraats (Boerengroep Wageningen) bracht tijdens de Nyeleni conferentie in Roemenië een bezoek aan het dorpje Aluniş, waar de bezoekers werd verteld dat Friesland Campina de Roemeense zuivelproducent ‘Napolact’ kocht in 2004. Vervolgens werd de melkfabriek in Cluj gesloten en sinds 2009 had Friesland Campina geen interesse meer om de melk van de lokale bevolking af te nemen van de boeren Aluniş. De meeste gezinnen daar hadden twee koeien en verkochten de extra geproduceerde melk aan de fabriek. Zonder die inkomsten werd men nu gedwongen de koeien te verkopen en dus een groot deel van de inkomsten én hun eigen voedselproductie te verliezen. Zo worden de arme bevolking verdrongen door de rijke grote bedrijven. ( Daarom was voedselsoevereiniteit de leidende gedachte tijdens die conferentie. Voedselsoevereiniteit benadrukt het belang van lokale en nationale markten en economieën in plaats van de eisen van de vrije markt en grote industrie.)
De priester van het dorpje Aluniş (zie foto), kon niet aanzien hoe de mensen hun koeien moesten verkopen. In 2010 besloot hij alle melk over te kopen zodat de mensen hun inkomsten houden. “Toen de vrije markt Roemenië binnenkwam, ondervonden we enorme competitie. Napolact kon niet op tegen die concurrentie. Friesland Campina verkoopt hun eigen Nederlandse producten nu onder de naam Napolact – maar die worden niet meer gemaakt van onze melk!” De priester aan het googlen en leerde op internet hoe hij kaas kon maken van de melk. Die prachtige kelder uit 1734 bleek, na enkele aanpassingen, ideaal voor de rijping van de kaas! Een goede vriend schoot hem te hulp en nu wordt de overheerlijke kaas verkocht in de steden. “Ik stop mijn ziel in de kaas. Daarom zijn ambachtelijke producten altijd zo lekker: daar zit onze ziel in.”
Kan de Roemeense landbouw gered worden door zulke dappere enkelingen?
In April 2016 brachten de Europese Groenen een brochure uit onder de titel: Land Rush: the sellout of European Farmland. *
De blz 23-27 zijn gewijd aan Roemenië. Viviane Vasile, van de afdeling plattelandsontwikkeling van het Roemeense ministerie van landbouw, zegt daarin:
We hebben geen gebruik gemaakt van de vrijheid na het communisme. Veel mensen kregen een klein stukje land en droomden dat de staat hen wel zou helpen maar ze werden daarna in de steek gelaten. Zonder opleiding en infrastructuur konden ze het land niet goed gebruiken. Met behulp van wat sociale steun bleven ze wankelen op de rand van de armoede. Er wonen nog veel jongeren op het platteland: de helft van de 4 miljoen ‘kleine boeren’. Jonge mensen hebben geen idee hoe ze de kost kunnen verdienen op het land. De meesten vertrekken dus.
De EU heeft bevorderd dat het land in de handen van enkelen kwam en heeft de West-Europese grootschalige landbouw gestimuleerd (zie pag. 25 over ‘Transavia’, kip, eieren, graan, omzet 135 miljoen in 2013). Legaal of illegaal raakte het land geconcentreerd in de handen van enkelen. Vaak is er niet eens een behoorlijk kadaster. Sinds 2015 mogen alle Europeanen land kopen in Roemenië. (Illegaal was het daarvóór al aan de gang, dus in het zuiden en zuidwesten zijn er al veel grote bedrijven. ) Mensen met een klein stukje land verkopen dat – al dan niet gepusht door de vele tussenpersonen die daarna grotere stukken verder verkopen – omdat de prijzen omhoog schieten en ze zich daardoor misschien uit de armoede kunnen ontworstelen. In Transsylvanië in het Noord Oosten is er meer gemeenschapszin en wordt beter samengewerkt, maar de meeste mensen op het platteland voelen zich verloren in de westerse aanpak.
Het rapport van de Groenen eindigt met vele aanbevelingen voor de EU. Er zijn vooral meer gegevens nodig. Er moet een limiet komen op het aantal hectares die investeerders kunnen aankopen om de speculatie door anonieme eigenaren te beperken. (Dat geldt trouwens ook voor West Europa). En het GLB moet worden aangepast! Het mag niet zo zijn dat de grootste bedrijven de meeste subsidie krijgen.
*zie hier het volledige rapport van de Groenen
Ramona Duminiciou van de Roemeense organisatie Eco Ruralis, die het ‘Nyéléni europe’ forum 2016 organiseerde, vertelt: De meeste landen in Oost Europa zijn net als Roemenië. Ze hebben een grote en levendige, maar eveneens kwetsbare boeren bevolking, die bedreigd wordt door landroof en goedkope investeringen in hun land door kapitaal uit de hele wereld.”
Het EU parlement heeft ook al een rapport uitgebracht over landaankopen in Oost Europa, maar het antwoord daarop van de Europese Commissie was teleurstellend.