Ethiopië: één Nederlandse boer of vele Oromo-boeren?

Met € 600.000 aan ontwikkelingsgeld (en een veelvoud aan eigen geld) bouwde de Nederlandse boer Teuben een mooi bedrijf op in Ethiopië. Vele Oromo boeren die daar hun vee weidden moesten plaatsmaken. Het was ‘communal land’ *, dus van niemand, aldus de regering, die het land verkocht aan de Nederlander. In december 2015 is het bedrijf afgebrand en vernield, door wel 7000 Oromo-mensen.

Bij onlusten in Addis Abeba greep de politie onlangs hard in: Human Rights Watch heeft lijsten van ruim 150 slachtoffers, en het EU parlement heeft het politie-optreden veroordeeld. Het conflict tussen de Oromo en hun regering is nu ook een probleem voor Nederland: de Nederlandse boer is al zijn geld kwijt en wil zijn schade verhalen op de Ethiopische regering. De ambassade steunt hem hierin, en wil ook de subsidies terug.  Maar is dat terecht, had de Nederlandse regering hier wel in moeten stappen? 

Medewerker v.d. Heuvel van de Nederlandse ambassade in Ethiopië: ‘Europa doet niet aan ‘land-grabbing’. En dat terwijl het bovenstaande landbouwproject door zijn bemiddeling tot stand is gekomen. 

Ook in andere landen is (in totaal 6,6 miljoen) naar grote landbouwbedrijven gegaan, vaak ook in betwiste gebieden. De subsidies passen in het Nederlandse beleid: Geen ‘aid’ maar ’trade’. Economische ontwikkeling door Nederlandse bedrijven en handel zal de ontwikkelingslanden verder brengen volgens Ploumen. ‘Handel is de motor van vooruitgang en ontwikkeling’. Tegelijk is er geen geld meer voor noodhulp, terwijl er weer hongersnood dreigt. Haverkort van Cordaid verstrekt in een  kamp 20 (!) liter water per familie voor vier dagen, en medicijnen, maar het geld is nu praktisch op. Er zal weer een hulpactie nodig zijn.

Ondertussen profiteren ook andere bedrijven van de subsidies voor het bedrijfsleven. Een ballonvaarder in Ethiopië kreeg 250.000 subsidie om een toeristenattractie op te zetten die werk biedt aan 7 Ethiopiërs. Heineken kreeg sinds 2011   2 miljoen, om de gerstteelt door kleine boeren te stimuleren. (Volgens een medewerker zou er zonder die subsidie ook wel geïnvesteerd zijn). Heineken heeft 2 Ethiopische brouwerijen overgenomen – en 690 mensen ontslagen vanwege de modernisering – en de omzet is behoorlijk gestegen. De winst is (nog) niet gestegen, vanwege de investeringen. De twee overgenomen brouwerijen betalen minder winstbelasting: ruim 1 miljoen in plaats van de ruim 2 miljoen van vóór de overname, zo weet een medewerker van het IMF te vertellen. (De Ethiopische belastingdienst en de Ethiopische Kamer van Koophandel hebben zelf geen idee hoeveel belasting er betaald is: ‘geen gegevens’. ) Het is een “lose-lose-win situatie”: minder arbeidskrachten en minder loonbelasting voor Ethiopië, meer productie voor Heineken.  

Een medewerker van de Inspectie van Ontwikkelingssamenwerking vertelt Zembla dat volgens het meest recente rapport (2013) er slechts van 20% van de in de voorgaande periode bestede 2,5 miljard bekend is hoe de projecten afgelopen zijn, en die 20% leveren een gemengd beeld op. ‘sommige dingen verliepen wel efficiënt, andere niet’.

Zie hier  Zembla: Hollandse Handel van 23 maart 2016, voor meer info over de Nederlandse ‘hulp’ aan Ethiopië.

Hier repliek op de uitzending in het blad Resource, (Wageningen universiteit) die ons werd toegestuurd.

Opmerking redactie: Dank voor de info, heel nuttig.  Blijft het feit dat ‘Die grond was communaal * bezit en was hem toegewezen door de overheid zoalswij schreven’  En als er 7000 mensen meedoen aan die vernieling dan zit er toch iets niet goed.

Dat de opstart van Nederlandse bedrijven in veel gevallen positief uitpakt (vanuit Nederlands/Wagenings oogpunt) is mooi, goed om te horen.  In veel gevallen zal de waarheid wel in het midden liggen. Maar het startpunt klopte in dit geval dus niet (grond communaal bezit).
 
Het blijft rot voor die Nederlandse boer.
En het beleid op het gebied van Ontwikkelingssamenwerking is  wel erg eenzijdig momenteel. 

Noot over ‘communaal bezit’: Rond landgrabbing in tropisch Afrika zijn veel misverstanden. Landbezit in de zin van een onvervreemdbaar particulier recht op land dat ook juridisch, kadastraal is vastgelegd, komt buiten de stedelijke gebieden nauwelijks voor. Boeren bezitten geen land maar hebben recht op vruchtgebruik van grond die toebehoort aan het dorp waar zij wonen. Zij moeten immers hun familie onderhouden. Het gaat hier om gewoonterecht, verleend door een (dorps)gemeenschap – meestal de dorpsoudste of chief –  aan iemand die deel uitmaakt van die gemeenschap. 
Het citaat van Albert Sikkema in het artikel in Resource waarnaar wordt verwezen, “Die grond was communaal bezit en was hem toegewezen (aan hem verpacht) door de overheid”, dient dan ook heel anders te worden geïnterpreteerd dan Sikkema doet, namelijk zo: Die grond (130 ha) was in bezit van de dorpsbewoners maar de overheid verpachtte hem aan een Nederlandse ondernemer. Dus niet het dorp verpachtte de grond, maar de overheid. (In veel landen gaat dat via de plaatselijke machthebbers die de pachtgelden vaak in eigen zak steken. In Ethiopië treedt de landelijke overheid vaak eigenmachtig op).  
De dorpelingen zijn dus collectief 130 ha land kwijtgeraakt en zijn daar vermoedelijk niet voor gecompenseerd. Immers dat land is eigenlijk van niemand zo kreeg de ambassade, die betrokken was bij de deal, en ook de Nederlandse boer ongetwijfeld te horen. Die Hollanders weten van niks en spelen in hun naïviteit het oneerlijke spel mee. Dat de Nederlandse boer vervolgens zijn sociale plicht tegenover de bevolking zo goed vervulde, doet daar niets aan af. De betrokken boeren zullen vast blij geweest zijn dat hij zoveel voor hen deed. Dat ze iets terugzagen van hun verlies.
Vermoedelijk is het studentenprotest en de verwoesting van het bedrijf te verklaren vanuit grote onvrede met de landelijke politiek van handjeklap met ondernemingen die landbouwgrond willen pachten. Dat nu juist zo’n sociale Nederlandse boer slachtoffer werd van dit geweld en vernieling is pure pech. Maar bedenk: Er zijn alleen al in Ethiopië miljoenen ha grond van boeren afgepakt door machthebbers in Addis Ababa en de provincies die zich daarvoor royaal hebben laten betalen. 
Is het vreemd dat er in dat land nu weer honger wordt geleden? De overheid heeft de internationale gemeenschap om voedselhulp gevraagd en miljoenen dollars aan noodhulp binnengehaald. Wordt het geen tijd om van het regiem in Addis Ababa te eisen zelf hun noodlijdende boerenbevolking te helpen? Nee, niet haar te helpen, maar te stoppen haar het leven onmogelijk te maken door hun middelen van bestaan af te pakken.

 

 

 

 

 

 

Is het echt wel zo’n goed idee