European Milk Board: berichten uit Burkina Faso en Genève

 Hieronder eerst een bericht van Erwin Schöpges van de EMB die een collega melkveehoudster in Burkina Faso bezocht. Daarna het persbericht t.g.v..het verschijnen van een rapport van de Verenigde Naties: Globale voedselsystemen moeten radicaal en op democratische basis worden vernieuwd.

Van Erwin Schöpges:  Beste melkveehouders en geïnteresseerden, Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om de politieke inzet van de EMB in een breder perspectief te zetten. Eind vorig jaar werd ik door  Ngo’s uitgenodigd om mee te gaan naar Burkina Faso in West Afrika en was zo in de gelegenheid kennis te maken met de leefomstandigheden voor de melkveehouders in dit fascinerende maar zeer arme land.  Ik raakte er gedurende de reis van overtuigd dat ondanks het grote verschil in levensstandaard tussen West Afrika en Europa, de problemen van de melkveehouders gelijk zijn: in geen enkel deel van de wereld krijgen melkveehouders een eerlijke prijs voor hun werk.

Korotoumou Gariko, een zeer intelligente en politiek betrokken melkveehoudster, beschreef beeldend haar verschrikkelijke omstandigheden. Ik ontmoette Korotoumou voor het eerst in Burkina Faso en mocht haar vorige maand verwelkomen op mijn bedrijf in België. Zij is er van overtuigd dat goedkope importen van melkpoeder uit de Westerse geïndustrialiseerde landen, er grotendeels verantwoordelijk voor zijn dat kleine bedrijven als het hare met ongeveer vijfenvijftig dieren, in de problemen komen waardoor de dorpsstructuren op het platteland in haar land worden verwoest. Dit is een duidelijke indicatie dat de groei ideologie van de Europese zuivelindustrie niet alleen de behoeften van melkveebedrijven in Europa negeren, maar ook grote impact heeft op andere continenten. Dit is de keerzijde van de globale gedereguleerde handel in zuivelproducten die ons steeds weer wordt verkocht door onze eigen politici en vertegenwoordigers van de zuivelindustrie als redding en een concept voor de toekomst.      

Gezien de achtergrond van honger in Afrika, vroeg ik Korotoumou wat ze er van vond dat wij in 2009 gedurende de melkstaking, melk over de velden hadden gereden in Europa. Ze vertelde dat ze precies hetzelfde deed als ze haar melk niet voor een goede prijs kon verkopen. Je kan uiteraard simpelweg het hoofd schudden als je je bedenkt hoe idioot het is dat boeren in Afrika, waar melk nog veel kostbaarder is dan in Europa omdat er veel minder wordt geproduceerd, naar zulke drastische maatregelen grijpen. Maar als boeren en burgers met zulke verschillende culturele achtergronden als in Afrika en Europa, tot de conclusie komen dat het zo niet door kan gaan, kan je stellen dat er iets fundamenteel fout zit.

Dit besef, dat we met onze eisen in Europa niet alleen zijn en ook vechten voor de melkveehouders op andere continenten, zou ons daarom nog meer moeten motiveren voor ons politieke werk in de EMB. Onze eisen worden ondersteund door een rapport dat in maart werd gepubliceerd door de Speciale Rapporteur over het recht op voedsel  van de Verenigde Naties,  Olivier de Schutter. Dit rapport bevestigt dat rijke landen in de toekomst af moeten zien van een export georiënteerde landbouwpolitiek, om zo ruimte te laten voor kleine, locale boeren in ontwikkelingslanden.

=========================================

Rapport Verenigde Naties: Globale voedselsystemen moeten radicaal en op democratische basis worden vernieuwd

Onderstaand persbericht werd gepubliceerd op 10 maart 2014 tijdens de publicatie van het eindrapport van de Speciale Rapporteur voor het recht op voedsel van de Verenigde Naties,  Olivier De Schutter.

GENEVE – De Speciale Rapporteur voor het recht op voedsel van de Verenigde Naties, Olivier De Schutter, riep vandaag op om de globale voedselsystemen radicaal en op democratische basis te vernieuwen om het mensenrecht op adequaat voedsel  en vrijwaring van honger, te verzekeren. “Het uitbannen van honger en ondervoeding is een haalbaar doel. Hoewel het niet voldoende zal zijn om alleen de logica van onze voedselsystemen te verfijnen – deze moeten daarentegen worden teruggedraaid”, benadrukte De Schutter gedurende de presentatie van zijn eindrapport aan de Raad voor Mensenrechten van de VN, na zijn zesjarige termijn als Speciaal Rapporteur. 

De deskundige waarschuwde dat de huidige voedselsystemen alleen efficiënt zijn vanuit het oogpunt om de winst voor de agribusiness te maximaliseren. Op lokaal, nationaal en internationaal niveau, moet het beleid dringend tegemoet komen aan alternatieve, op democratisch wijze verkregen visies”, zei hij. Doelstellingen zoals het leveren van divers, cultureel geaccepteerd voedsel aan gemeenschappen, die kleine boeren ondersteunen, bodem- en waterbronnen behouden, en de voedselzekerheid verhogen vooral in kwetsbare gebieden, moeten niet worden opgeofferd voor een eenzijdige zoektocht om meer voedsel te produceren.”    “Het grootste tekort in de voedseleconomie is de democratie. Door gebruik te maken van de kennis van mensen en hun behoeftes en voorkeuren in te bouwen in het ontwerp van ambitieuze voedselbeleidsplannen op elk niveau, komen we tot voedselsystemen die duurzaam zijn,”  aldus De Schutter.

Locale voedselsystemen

“Voedseldemocratie moet van onderaf beginnen, op het niveau van dorpen, regio’s, steden en gemeenschappen, “stelde de rechten expert. “Voedselzekerheid moet worden opgebouwd rond het zeker stellen van de mogelijkheden van kleine boeren om te kunnen gedijen,”maakte hij duidelijk. “Respect voor hun toegang tot productie bronnen is in dit geval het allerbelangrijkste“, voegde hij nog toe toen hij opriep tot prioriteitsinvesteringen in agro-ecologische en armoedebestrijdende vormen van landbouw. De heer De Schutter drong er bij steden op aan om voedselzekerheid in eigen hand te nemen. “In 2050 zullen 6 miljard mensen – meer dan twee van de drie – in steden wonen. Het is van het grootste belang dat deze steden logistieke uitdagingen en knelpunten identificeren in hun voedselvoorzieningketens en een scala van kanalen ontwikkelen om hun eigen voedsel te produceren, in lijn met de wensen, behoeften en ideeën van hun bewoners.” “Opkomende sociale innovaties in alle delen van de wereld laten zien hoe stedelijke consumenten weer in contact kunnen worden gebracht met hun locale voedselproducenten, terwijl tegelijkertijd rurale armoede en voedselonzekerheid worden gereduceerd,”zei hij. “Zulke innovaties moeten worden ondersteund. “

Nationale strategieën

De deskundige waarschuwde echter dat deze locale initiatieven alleen een succes kunnen worden als ze worden gesteund en aangevuld op nationaal niveau. “Regeringen hebben een belangrijke rol te spelen om beleid in overeenstemming te brengen met het recht op voedsel, zij moeten zeker stellen dat maatregelen effectief zijn, maar er is geen vast recept voor”, zei hij. “In een aantal gevallen, “ benadrukte De Schutter, “zal de prioriteit liggen bij het bevorderen van korte ketens en het regelen van rechtstreekse producent-consument verbindingen om de kleine boeren te versterken en het volume aan importen te verminderen. In andere gevallen kan de heersende behoefte zijn om coöperaties te versterken om zo aan grote kopers te kunnen leveren via betrouwbare contracten. ”De sleutel ligt in democratische besluitvorming, benadrukte hij. “Nationale ‘Recht op voedsel’ strategieën moeten mede worden ontworpen door de relevante deelnemers, vooral met die groepen die het meest door honger en ondervoeding worden getroffen, en zij zouden moeten worden ondersteund door onafhankelijk toezicht. ”

Internationale samenhang

“Net zoals initiatieven op lokaal niveau geen succes kunnen worden zonder de steun van nationale strategieën, vereisen inspanningen op nationaal niveau een internationaal stimulerende omgeving om vruchten af te werpen, voegde de Speciale Rapporteur toe. De Schutter legt in zijn rapport extra nadruk op de veelbelovende pogingen van de VN Commissie over Wereld Voedsel Zekerheid (CFS) om regeringen, maatschappelijke organisaties, internationale agentschappen en de private sector samen te brengen om gezamenlijk de uitdagingen die voedselsystemen opleveren, het hoofd te bieden, maar waarschuwde dat “de CFS een uitzondering blijft in het combineren van samenwerking en democratie in de mondiale bestuursarena en in het opvangen van verschillende visies over voedselzekerheid.”  “Andere mondiale bestuurlijke instanties moeten zich aansluiten bij het strategisch kader dat door het CFS wordt geboden. De WTO bijvoorbeeld, moet ontwikkelingslanden niet verhinderen bij ambitieus beleid betreffende voedselzekerheid en investeringen in kleinschalige landbouw,” zei hij.

De Speciale Rapporteur onderstreepte dat pogingen van ontwikkelingslanden om hun voedselzekerheid te verbeteren alleen succesvol kunnen zijn als er tegelijkertijd hervormingen plaatsvinden in het globale Noorden. “Rijke landen moeten afzien van het export gedreven landbouwbeleid en moeten daarvoor in de plaats ruimte laten voor kleinschalige boeren in ontwikkelingslanden om lokale markten te bevoorraden,” zei De Schutter. “Ze moeten ook hun expansiedrift op het verkrijgen van landbouwhectares voor het produceren van veevoer en biobrandstoffen  beteugelen en voedselverspilling tegengaan.”

Het eindrapport VN kan hier worden gedownload

Christian Schnier (EMB)