Friends of the Earth Europe stelt een handelsbeleid voor dat het klimaat zo weinig mogelijk schaadt.

Friends of the Earth Europe heeft een alternatief handelsbeleid uitgebracht. Een beleid met het klimaat als uitgangspunt, i.p.v. de ‘vrije’ markt waar de scherpste bieder wint.  Zie het rapport Setting course for Sustainable Trade 1

Er worden 7 maatregelen voorgesteld; ze volgen hier onder. 

Uit het voorwoord: 

De wereldhandel is tussen 1950 en 2010 met een factor 32 vermenigvuldigd. Dit heeft bijgedragen aan de welvaart en verbeterde levensomstandigheden, maar dit is zeer ongelijk verdeeld en heeft geresulteerd in grote ongelijkheid, minder democratische controle, steeds sterkere multinationals, en meer uitstoot van broeikasgassen (in 2011 veroorzaakte de wereldhandel een kwart van de CO2 uitstoot. )

Handels- en investeringregels belemmeren de pogingen om fossiele brandstoffen in de grond te laten zitten: een groot deel van de 800 investeringsgeschillen gaan over geschillen m.b.t. het klimaat en het milieu. (denk aan fracking in Canada, strengere regels voor kolencentrales en afbouw van atoomcentrales in Duitsland, en een rechtszaak over olievervuiling in het Amazonegebied in Ecuador. )

Oxfam berekende dat 8 mannen net zo veel bezitten als de 3,6 miljard armsten samen. De armste 10% zijn zelfs in inkomen achteruit gegaan. De hogere middenklassen in opkomende landen en de hele rijken hebben het meest geprofiteerd. De bedrijven hebben de controle over onze economiën en over de democratie overgenomen van regeringen, mede door de geschillencommissies die meestal in hun voordeel beslechten als er een verschil van mening is. Dan worden regeringen tot grote boetes veroordeeld, wat hen al bij voorbaat doet afzien van eisen aan bedrijven. 

Friends of the Earth doet 7 voorstellen om het volume van  internationale handel terug te brengen, maar wees niet bezorgd: er wordt een overgang voorgesteld van ongelimiteerde groei naar duurzame ontwikkeling. Sectoren die heilzaam zijn voor de maatschappij zullen kunnen groeien terwijl sectoren die buitensporige schade veroorzaken zoals de handel in fossiele brandstoffen en de intensieve veehouderij zullen gaan krimpen. Verschillende economen, zoals de Nobel prijs winnaar Joseph Stiglitz raden ons aan te focussen op binnenlandse investeringen.

Er moeten nieuwe verdragen worden opgesteld (zie punt 4) en de oude moeten fundamenteel worden herzien. 

Hier de 7 voorstellen: 

  1. Naar een milieuvriendelijke handel in ‘schone’ goederen en diensten Dat houdt in:

 

– geen handelsliberalisatie voor goederen en diensten die veel broeikasgassen uitstoten, en lagere importheffingen voor ‘groene goederen’, waarbij erop toegezien wordt dat producenten in het Zuiden niet teveel schade lijden. Regeringen kunnen tarieven instellen om de ontwikkeling van binnenlandse duurzame en klimaatvriendelijke industriën te stimuleren. 

koolstofbelasting heffen  op goederen die geproduceerd worden in landen die zich afzijdig houden van de internationale afspraken over tegengaan van de klimaatverandering (Koolstof Aanpassing aan de Grens). De inkomsten daaruit kunnen besteed worden aan de energie-transitie van landen die historisch gezien weinig uitstoten, om hun economie te vergroenen. 

belasting op uitstoot door  vlieg- en scheepvaartverkeer . Landen mogen belasting (blijven) heffen op milieuvervuilende procductie, ook op zulke goederen uit het buitenland.

– Geen subsidie meer voor fossiele brandstof of voor producten die een nadelige invloed hebben op de mensenrechten. 

2 naar duurzame investeringen

 

Buitenlandse investeerders en hun dochterondernemingen worden ‘economische inwoners’ van een gastland en moeten zich houden aan de wet w.b. milieuvervuiling, mensenrechten, landjepik en corruptie.

– Als ze zich daar niet aan houden zal Europese wetgeving zorgen voor rechtsbijstand . Op internationaal niveau gaan regeringen streven naar een bindend UN verdrag over mensenrechten en transnationale ondernemingen en andere bedrijven o.

– Handels- en investeringsverdragen geven geen rechten aan buitenlandse investeerders. zij moeten zich wenden tot binnenlandse gerechtshoven en moeten zich zelf verzekeren tegen investeringsrisico’s

Regeringen mogen eisen stellen aan buitenlandse investeerders , zoals: binnenlandse grondstoffen gebruiken, lokale werkers in dienst nemen, met lokale bedrijven samenwerken, en groene echnoggie overdragen.

– Internationale kapitaalstromen mogen effectief gemonitord en belast worden, zodat financiële crises voorkomen worden. 

– Handelsovereenkomsten moeten de harmonisatie van belasting voor bedrijven nastreven en een einde maken aan belastingontwijking, zodat de huidige ‘race to the bottom’ gekeerd wordt en binnenlandse en MKB bedrijven niet meer benadeeld worden.

3 hoge standaarden vastleggen om de mensen en de planeet te beschermen.

 

Samenwerking op het gebied van regelgeving moet een instrument zijn waarmee regeringen naar de hoogste standaarden op het gebeid van duurzaamheid  kunnen streven. 

– Het proces waarin die regelgeving wordt vastgesteld moet plaaatsvinden op een democratische en transparante manier, geleid door experts, buiten het handelsakkoord om, en onder toezicht van het parlement. 

– Het ‘voorzorgsprincipe’ (producten worden alleen toegelaten tot de Europese makrt als ze bewijsbaar veilig zijn) wordt expliciet vastgelegd in handelsovereenkomsten om het milieu, de gezondheid en de consumenten te beschermen. 

Samenwerking op het gebied van regelgeving moet vrijwillig zijn en kan niet voorgelegd worden aan geschillencommissies. Regeringen mogen in de toekomst strenger reguleren. 

4 ondersteuning van internationale overeenkomsten over klimaatverandering en duurzaamheid

 

– Handelovereenkomsten moeten bindende (green vrijwillige!) duurzaamheidsregels bevatten, die gelinkt zijn aan internationale overeenkomsten over arbeids- en mensenrechten, het klimaat en het milieu. Daar moeten toezicht ten sancties aan verbonden zijn, en ze moeten gepaard gaan met steun voor de toepassing in het Zuiden. 

Ondertekening en toepassing van belangrijke internationale verdragen moet een voorwaarde zijn voor deelneming aan handelsovereenkomsten. Binnenlandse wet- en regelgeving moeten aansluiten bij zulke overeenkomsten, en op score-kaarten worden de prestaties van de handelspartners op dit terrein bijgehouden. 

Geschillencommissies dwingen de naleving van de verplichtingen af. Hierbij wordt rekening gehouden met het ontwikkelingsniveau van de partijen. ‘Straffen’ moeten bijdragen aan herstel van de schade.

– Individuen, gemeenschappen, vakbonden en het maatschappelijk middenveld kunnen klachten indienen bij de Europese Commissie, die daarop onderzoek moet doen en in actie zal moeten komen. 

– Nieuwe handelsovereenkomsten moeten een veelomvattende uitzonderingsregel hebben voor beleid m.b.t. het algemeen belang, zodat dat niet geschaad kan worden door geschillen tussen staten onderling of in de WTO. 

– In geval van een conflict hebben internationale mensenrechten en klimaatverdragen etc. altijd voorrang boven handels- en investeringsverdragen. 

5 lokale en duurzame economiën bevorderen

 

– Nieuwe handelsovereenkomsten moeten duurzaamheidscriteria bevatten voor openbare aanbestedingen. (Dit kan niet onderhevig zijn aan geschillencommissies, zie regel 4)

– Nieuwe handelsovereenkomsten moeten ‘koop lokaal’ projecten  van overheden goedkeuren, zowel wat betreft voedsel als gezondheid als andere sectoren. 

subsidies an ander stimuleringsmaatregelen voor duurzame energie en ‘schone ‘producte moeten beschermd worden tegen o.a. inversteringseisen, zie de brede uitzonderingsmaatregelen geschetst onder regel 4 

– Regeringen moeten importheffingen en andere handelsmaatregelen kunnen gebruiken omde lokale productie van duurzame goederen en diensten te stimuleren, en de productie van goederen met een grote milieubelasting (zoals electronische apparaten en afval) te ontmoedigen.

Landen in het zuiden moeten idustrieel beleid kunnen opstellen waarmee binnenlandse ecoomische sectoren worden beschermd tegen competitie, lokale economiën worden beschermd en  de transitie naar een duurzame ontwikkeling wordt bevorderd. 

6 Bevordering van duurzame landbouw

 

Importheffingen verhogen en quotas verlagen om lokale markten te beschermen tegen goedkope importen die de voedselzekerheid en inkomens van boeren bedreigen. Boeren moeten stabiele kostendekkende prijzen kunnen verdienen. Milieukosten moeten in de prijzen voor consumenten vedrisconteerd zijn. Landen in het zuiden moeten beleidsruimte krijgen om lokale en regionale voedselketens en markten te beschermen, de landbouw te diversifiëren  en voorraden op te bouwen

De handel in landbouwproducten moet afnemen zodat landen hun eigen voedselsystemen kunnen ontwilkkelen en de Europese voetafdruk wat betreft landbouwgrondstoffen verkleint. 

Millieu-onvriendelijke productiewijzen kunnen legitieme redenen zijn voor weigering van markttoegang.

Importtarieven verlagen voor duurzaam geproduceerde producten die Euorpa zelf niet kan produceren. De EU zou exporterende landen financieel en met know-how op dit gebied moeten ondersteunen. 

– Het begrip ‘intellectueel eigendom’ moet herzien worden zodat boeren recht houden op zaden. Genetische diversiteit is belangrijk uit het oogpunt van klimaatverandering. Daarom moeten regeringen het desbetreffende internationale verdrag ondertekenen en uitvoeren, zodat het recht om zaden te bewaren en delen gewaarborgd blijft. 

7 Democratisch toezicht en transparantie verzekeren

 

– De Eurppese Commissie moet brede en transparante consultaties houden, en het concept-mandaat moet besproken worden in het parlement en in overleg met het maatschappelijk middenveld. 

– Alle voorstellen en ontwerpteksten zijn openbaar. 

Het parlement moet betrokken zijn bij de opstelling van het mandaat en moet amendementen kunnen indienen op het tekstvoorstel, waarover vervolgens onderhandeld wordt. De ondertekening wordt altijd vooraf gegaan door een debat in het parlement. 

– Nationale regeringen leggen het ontwerpvoorstel voor aan de nationale parlementen. ‘Voorlopige toepassing’ van overeenkomsten kan niet langer.

Raadpleging van alle ‘stakeholders’ wordt in alle stadia gegarandeerd. Kleinere organisaties  kunnen hierbij steun krijgen.

– Vooraf en achteraf vinden onafahankelijke ‘impact assessments’ plaats, die openbaar zijn en bij de onderhandelingen betrokken worden. Als een verdrag eenmaal  aangenomen is vinden er regelmatig evaluaties plaats,  waarna verdragen kunnen worden aangepast. 

– toekomstige handelsovereenkomsten bevatten een ‘beëindiginsclausule’, waarmee een verdrag kan worden beëindigd als grondige evaluatie aantoont dat  de overeenkomst verkeerd uitpakt. Lange trajecten  – zoals 20 jaar in het geval  an investeringprbescherming – gaan tot het verleden behoren. 

 

Voor het (langere!) rapport in het engels zie Setting course for Sustainable Trade 1

p.s. na het schrijven van dit artikel kwam ik er pas achter dat dit stuk is gebaseerd op een publicatie van ‘onze eigen’ Milieudefensie van vorig jaar, 2017: Handelsagenda voor duurzame en eerlijke economie’

Mensen van Milieudefensie zijn hier al mee naar Tweede kamerleden gagaan.

Er zijn veel overeenkomsten thusssen het Nederlandse en het Europese stuk.  Het stuk van Friends of the Earth Europe richt zich meer op de Europese en internationale politiek.