Geanimeerd debat in Horst

Dankzij de actieve ‘Werkgroep Land- en Tuinbouw Noord-Limburg’ vond er op 9 september een geanimeerd debat plaats in Horst. Jacques van Nederpelt vatte de hoofdpunten samen uit zijn boek ‘8 mythen..’samen, en Helma Lodders (landbouw-woordvoerder van de VVD in de Tweede Kamer) gaf haar visie, waarna een geanimeerd debat ontstond tussen hen, woordvoerders van organisaties en ‘de zaal’.

Inleiders Jacques van Nederpelt en Helma Lodders:

Jacques: Moeten wij de wereld voeden? Er wordt wel beweerd dat de landbouw belangrijk is voor de export (ter waarde van 80 miljard), maar dat betreft vooral de doorvoer van veevoer, bananen, bloemen, etc naar andere landen, en producten als stroopwafels etc. van de verwerkende industrie. Wat onze 65.000 boeren produceren is maar een heel klein deel van die export. Wij zijn vooral een distributie-land.

De ‘vrije’ markt is een geloof dat velen aanhangen. In werkelijkheid is de markt niet ‘vrij’: 1. het speelveld is zeer ongelijk, 2. onderlinge productie-planning is op de ‘vrije’ markt onmogelijk gemaakt dus er is de neiging tot overproductie, 3. tegenwoordig is er dan ook nog een steeds kleiner aantal grote spelers tegenover de grote groep kleine speler (de boeren) die daar geen vuist tegenover (mogen) maken.  De laagste prijs is trendsettend. Gevolg: schommelende (gemiddeld extrreem lage) prijzen: bestaans-ONzekerheid voor de boer.

Oplossingen: de overheid moet reguleren, bijsturen. Een min of meer gelijk speelveld is nodig, met de gemiddelde productiekosten als maatstaf; overschotten vermijden door het handhaven van quota en aanleggen van voorraden; daarvoor zijn variabele importheffingen en quoteringen nodig, maar dan moet ook de export aan banden worden gelegd om andere landen die een zelfde beleid voeren niet te hinderen ; meer marktmacht toestaan voor de boeren door het toestaan van producenten-coöperaties. Dit alles vast te leggen in internationale handelsafspraken.

Helma Lodders (dochter van een boer uit eerst Klundert N.Br, later de Fevopoder, en gehuwd met een melkveehouder. Zelf heeft ze gewerkt in de zorg en de financiële dienstverlening):

We moeten helpen de wereld te voeden, dus we moeten nog verder intensiveren. Het agro-cluster maakt 60% van het handelsoverschot uit. Wij produceren het meest efficiënt en meest duurzaam (gebruiken relatief de minste input zoals kunstmest etc.) van de exporterende landen. Volgens een onderzoek uit Oxford is het zo dat men in Oost Europa 3 ha nodig heeft voor wat wij hier op 1 ha. produceren, en voor hetzelfde vleesproduct gebruikt men hier een zeug en in Oost Europa 2 zeugen. Maar: er zijn hier steeds meer (teveel) regels en beperkingen, dus we verliezen de koppositie. Er moet meer ruimte komen voor intensieve landbouw, maar daarnaast ook voor niches en kleine productie zoals stadslandbouw.

Soja: we gebruiken voor veevoer sojaschroot, dat is afval. We zijn dus goed bezig want we recyclen afval; we sluiten de kringloop.

Heel in het kort enkele andere bijdrages:

Geert Kroes (NMV): Ze moeten dáár zichzelf voeden, er moet zowel hier als daar het nodige veranderen, en dat kan alleen via politieke initiatieven. En als wij blijven groeien kunnen we dan ons product nog kwijt? Nee, kijk maar eens naar Engeland en Denemarken: eerst groeiden de bedrijven, nu vallen ze om.

Keimpe van der Heide, NAV: Wij spreken liever over het familiebedrijf dan over het gezinsbedrijf (wat de suggestie wekt: alle gezinsleden moeten meewerken). In een familiebedrijf werk je aan de toekomst; je hoopt het bedrijf later aan je kinderen door te kunnen geven. Dus je investeert in duurzaamheid, in een goede bodem etc. Veel NAV boeren nemen deel aan het project ‘Veldleeuwerik’, dat uit de boeren zelf is ontstaan. Daarin worden 10 indicatoren gebruikt voor een goed beheer. Een redelijk inkomen voor de boer is wel een voorwaarde voor duurzaam produceren. Dus er is meer regulering nodig. (De tarweprijs is nu bijna altijd lager dan de kostprijs. Het deel van de prijs  van een volkorenbrood (€ 2,15) dat naar de boer gaat is 12 cent. Als dat 22 cent zou zijn had de boer een redelijke prijs. Dan zou het brood een dubbeltje duurder worden. Hiervoor zijn afspraken in de politiek nodig.)

Johan Vullings, scharrelvarkens-houder, produceert het LIVAR varken = Limburgs varken. Johan heeft 500 varkens maar daarnaast werkt hij nog voor een baas. Hij houdt zijn varkens 100% zonder medicijnen en heeft jaarlijks slechts 1% uitval. Hij creëert een stressvrije situatie: zijn varkens krijgen strooisel, meer ruimte, en frisse lucht.  (een open stal).Het is niet juist dat je als je op deze manier werkt niet in je levensonderhoud kunt voorzien.

de heer v Hens, legkippen-boer is het eens met mevr. Lodders: er moet geproduceerd worden. Men krijgt nu te weinig krediet omdat dierrechten boven de markt hangen (een vorm van regulering). Laat de boeren toch vrijuit produceren! Lodders geeft hem gelijk: al die regels w.b. huisvesting, mest etc. worden nationaal vastgesteld, bovenop de Europese regels. Ze werken belemmerend.

Wiek Lenssen, documentaire-maker is het niet eens met het soja-standpunt van mevr. Lodders. Soja wordt op de eerste plaats geproduceerd voor ons veevoer, en het is beslist geen afval-product. Veel bos en savanne in Brazilië moet plaats maken voor de soja. Hij is dat verder aan het onderzoeken. Japans kapitaal werkt samen met de soja-giganten aan kaalslag in Brazilië en elders.

Dank Werkgroep  Land-en-Tuinbouw Noord-Limburg voor de gastvrijheid. Platform ABC is graag bereid ook elders aan debatten mee te werken.