Grootschalige landbouwontwikkelingsprogramma’s in Afrika hebben weinig uitgericht tegen honger, en leiden tot schulden bij boeren, zeggen voedselzekerheidsexperts. Dit soort programma’s dreigen te mislukken, als ze geen afstand nemen van industriële kunstmest en commerciële zaden, waarschuwen zij. Deze kritische stemmen richten zich tegen de Alliance for a Green Revolution in Africa (AGRA). De in 2006 gelanceerde alliantie richt zich op het verhogen van de landbouwopbrengsten in Afrika door betere toegang tot markten en kredieten, hoge kwaliteit zaden, betere bodemgezondheid en landbouwbeleid. Het initiatief kreeg onder meer financiering van de Bill & Melinda Gates Foundation en de Nederlandse overheid.
Doelstellingen niet gehaald
False Promises, een rapport van een coalitie van internationale ontwikkelingsorganisaties, stelt dat AGRA de doelstelling om in 2015 de productiviteit en inkomens van 30 miljoen kleine boeren te verdubbelen, niet gehaald heeft. Het rapport is gebaseerd op een studie door onderzoekers van Tufts University ( Failing Africa’s Farmers, o.a. Timothy Wise van Tufts University en IAATP). Zij zeggen dat AGRA geen inzage wilde geven in interne monitoringdata en evaluaties. De onderzoekers gebruikten daarom cijfers over productie, opbrengsten en hectares per land om te analyseren of AGRA-programma’s de landbouwproductiviteit werkelijk aanzienlijk verhoogd hebben.
In AGRA’s strategie voor 2017-2021 wordt gesproken over een “bijdrage” aan het verdubbelen van de opbrengst en inkomens van 30 miljoen kleine boeren – 9 miljoen direct en 21 miljoen indirect. De alliantie spreekt tegen dat haar aanpak niet werkt voor Afrikaanse boeren.
Meer honger
Van de lancering van AGRA tot 2018 groeide het aantal ondervoede mensen in Afrika met 30 procent in de dertien “focuslanden” van de organisatie, blijkt uit data in het rapport. Boeren rapporteerden ook zich in de schulden te hebben gestoken voor de aankoop van zaden en kunstmest die in aanmerking kwamen voor financiële steun van AGRA. AGRA zegt dat de honger wereldwijd toeneemt sinds 2014 en dat de stijging in Afrika “te maken heeft met factoren waar AGRA geen invloed op heeft. Dit betreft onder meer de kwetsbare veiligheidssituaties, de impact van de klimaatverandering en momenteel, uiteraard, de covid-19-pandemie,” zegt Aggie Asiimwe Konde, vicevoorzitter innovatie bij AGRA.
Inkomens stijgen te weinig
Roman Herre, landbouwadviseur bij het Food First Information and Action Network (FIAN) en medeauteur van de False Promises-studie, zegt dat de belangrijkste tekortkoming van AGRA is dat geprobeerd wordt de opbrengst te verhogen via methoden die gebruikt worden in grootschalige industriële landbouw in rijke landen.
“Het idee dat een kleine boer die zijn opbrengst verdubbelt, dan ook zijn inkomen ziet verdubbelen, is gewoon onzin,” zegt hij. “Zelfs als je twee keer zoveel oogst, belandt veel van dat geld in de zakken van de bedrijven die de input leveren.”
AGRA wordt gefinancierd door filantropische donoren – de Bill & Melinda Gates Foundation heeft er tot 2018 meer dan 660 miljoen dollar in geïnvesteerd – en door internationale regeringen en de Afrikaanse ontwikkelingsbank. De belangrijkste landen waar AGRA opereert, zijn Ethiopië, Ghana, Mali, Nigeria, Kenia, Tanzania en Mozambique.
Productiviteitsgroei
Timothy Wise, senior adviseur bij de denktank Institute for Agricultural and Trade Policy, (IAATP) is vernietigend over het feit dat veel van de opbrengstverhoging waar AGRA over spreekt, bereikt is door het aantal hectares akkerland uit te breiden en niet door de opbrengst per hectare te verhogen.” In zijn paper , Failing Africa’s Farmers, waar ook het False Promises-rapport deels op is gebaseerd, zegt hij dat de maisproductie in de focuslanden van AGRA met 87 procent gegroeid is in de twaalf jaar tot 2018. Dit was echter grotendeels te danken aan een groei van 45 procent van het aantal hectares – wat betekent dat de productiviteit toenam met 29 procent, in plaats van de beloofde 100 procent.
Klimaatbestendige gewassen
Dat vooral gebruik gemaakt wordt van industriële zaden, kan leiden tot verlies van de ‘eigen’ meer klimaatbestendige gewassen zoals gierst, noten, sorghum en knolgewassen, staat in het False Promises-rapport. “Niet alleen moeten boeren nu betalen voor nieuwe zaden, ze moeten dat ook nog eens elk jaar doen,” zegt Timothy Wise. “Dergelijke input wordt vaak op krediet gekocht en als er een slechte oogst volgt, hebben ze geen geld om de leningen af te betalen.” Wise zegt dat grootschalige programma’s helpen bij het verwerven van financiering op een schaal die veel armere landen anders niet haalbaar is. Maar, zegt hij, die investering moet wel gaan naar betaalbare en duurzame landbouwpraktijken. Susan Nakacwa, programmacoördinator bij GRAIN, een organisatie die kleine boeren steunt., is het daarmee eens. “Er moet een totaal nieuwe aanpak komen,” zegt ze. “Een die gebaseerd is op agro-ecologie en voedselsoevereiniteit.”
Beweringen dat boeren zo in de schulden raken “zijn eenvoudigweg niet waar”, zegt Konde van AGRA in een reactie. “Er is geen bewijs voor de bewering dat boeren door de benadering van AGRA in de schulden belanden. AGRA leent ook geen geld aan boeren.”
Bron: SciDev, via Duurzaamnieuws, 25 augustus 2020.
……………………………………………………………………………………………………….
Controverse: De ‘Green Revolution’ in India in de jaren 60 en 70 leidde volgens Vandana Shiva vooral tijdens de tweede golf tot veel zelfmoorden onder Indiase boeren omdat zij hun schulden niet meer konden betalen. Veel kleine boeren trokken naar de stad omdat zij de kost niet meer konden verdienen nadat ze de dure inputs hadden moeten kopen zoals, pesticiden en irrigatiesystemen. Tijdens de tweede golf had de liberalisering zijn intrede gedaan enw erden de inputs niet meer door de regering geleverd maar door multinationale ondernemingen zoals Monsanto. Veel Indiase landbouwgrond kwam zo in buitenlandse handen. [14]
Verbazing dus in sommige kringen over de herhaling van het experiment in Afrika.
Ook in Nederland zijn er voorstanders van de ‘Groene Revolutie’ Ken Giller van de universiteit Wageningen bijvoorbeeld. En ook Henk Breman die van 1972 tot 2014 gewerkt heeft in de landbouw in Afrika gelooft niet in een agro-ecologische aanpak in Afrika omdat de grond daar niet geschikt voor zou zijn. De grond in Afrika behoort tot de armste ter wereld, in feite is het de armste grond ná Australië. Dat komt omdat die grond nooit verstoord is door aardbevingen etc., de grond is alleen maar steeds meer uitgeput. Daar is véél kunstmest voor nodig, liefst milieuvriendelijk geproduceerd want de productie van kunstmest is nu een vervuilend proces. Zie zijn c.v. , en zijn boek ‘From Fed by the world to Food Security’
Zie ook recent artikel van Henk Breman in de Volkskrant en antwoord daarop van Michiel Korthals
Food for thought….