Recensie van Pjotr van Lenteren, 6 oktober j.l. in de Volkskrant, onder de titel: ‘De Kinderboekenweek is begonnen en misschien wordt nu de wereld wel gered’.
Bevlogen, journalistieke kinderboeken verschijnen veel te weinig, maar deze schrijvers met groene vingers laten kinderen bulderlachen én nadenken over het milieu. Nog nooit werd ecologie zo levendig uitgelegd.
Best slim van organisator CPNB om twee openlijk milieu-minnende auteurs te vragen voor het op chloorvrij papier gedrukte Kinderboekenweekgeschenk Waanzinnige boomhutverhalen (CPNB; gratis bij de aanschaf van € 12,50 aan kinderboeken; 8+). Maar dat Andy Griffiths en Terry Denton kinderen steunen die staken voor een beter klimaat, daar merk je in hun hilarische verhalen over Stoel-in-je-neusdag en elkaar in honden omtoveren helemaal niets van.
Scheten uit de schoorsteen
Hetzelfde geldt voor het onschuldig ogende prentenboek Gered! van Bette Westera en Mattias De Leeuw (Lannoo; € 15,99; 5+), over een arend die iedereen waarschuwt voor een naderende ondergang. Hoe gezellig ook verteld, het beeld van de brandende zon blijft hangen. Kinderen zijn niet gek: we worden zo te zien helemaal niet gered.
Thijs Goverde laat op een meeslepende manier zien dat een goed onderbouwde boodschap de lezer toch krom kan laten liggen van het lachen. Dat doet hij in Supergroen (Ploegsma; € 15,99; 10+), geïllustreerd door Saskia Heijmans. Goverde heeft niet alleen als een ware tuinier-nerd alles wat er te lezen valt over eetbaar groen in de kast staan, hij is vijf jaar geleden begonnen om zelf een voedselbos aan te leggen. En dat allemaal om dit boek te kunnen schrijven.