De afgelopen week hield de Wereldbank haar jaarvergadering in Bali. Indonesië werd luid geprezen voor de bedrijfsvriendelijke wijzigingen in het beleid – het land steeg tussen 2016 en 2018 34 plaatsen op de ‘pro-business’ lijst van de Wereldbank. Het kostte eerst meer dan een maand om een bouwvergunning te krijgen – de laatste jaren nog maar een uur. De gevolgen daarvan waren te zien op Sulawesi.
Andere beleidsherzieningen hebben geleid tot verdrijving van de oorspronkelijke bevolking en aanklachten tegen en zelfs moord op kleine boeren om de weg vrij te maken voor megagrote landbouw projecten. Terwijl de zich snel uitbreidende palmolie sector verwelkomd is als een stimulans voor de economie staat er enorme ontbossing, verlies van grondgebied van de oorspronkelijke bewoners en snel toenemende uitstoot van broeikasgassen op het prijskaartje. Indonesië staat op de derde plaats in de ranglijst van landen die het meest te lijden hebben van grote transnationale landverkoop.
Voorafgaand aan de bijeenkomst in Bali publiceerde het Oakland Institute het rapport Indonesia: The World Bank’s Failed East Asian Miracle
Anuradha Mittal,directeur van het Oakland Institute zegt: Deze pro-business ranglijsten – en al degenen die daar achter staan – zijn verantwoordelijk voor de dood en vernietiging van lokale gemeenschappen overal ter wereld, allemaal voor de winstgevendheid van bedrijven. Dit is geen ontwikkeling – het is vernietiging. ……..Deze ranglijsten zijn gewetenloos. Er moet een einde aan komen.
Voor meer info zie Het Oakland Institute