Jaarvergadering van Wereldbank en IMF in Peru, het paradepaardje van het neoliberale beleid

Afgelopen weekend mocht Peru gastheer zijn voor de jaarvergadering van de Wereldbank en het IMF – voor het eerst in 40 jaar vond die plaats in een Zuid Amerikaans land. De Wereldbank vindt Peru een succesvol voorbeeld van haar neoliberale beleid zoals zij dat graag ook in de rest van de wereld gerealiseerd zou zien.

Peru stond in 2015 op de 35e plaats in de lijst van ‘bedrijfsvriendelijke landen’. Het Peruviaanse ontwikkelingsmodel dat gebaseerd is op mijnindustrie en export van grondstoffen heeft er echter toe geleid dat grondstoffen en rijkdom in bezit zijn van een paar privé bedrijven en dat de Peruviaanse bevolking de rekening betaalt.

In 12 steden werd er afgelopen weekend afgelopen weekend geprotesteerd, en er werd een Alternatief Platform georganiseerd.
César Gamboa: ‘wij zijn voorgelogen. Ze zeiden dat de armoede zou verminderen door de economische groei dankzij buitenlandse investeringen en een ‘bedrijfsvriendelijk klimaat’ (minder regels). We moesten onze natuurlijke rijkdommen en de rechten van de arbeiders opgeven en de leefgebieden van de inheemse volkeren vernielen.’

Tussen 1990 en 2015 zijn het milieu en de sociale omstandigheden sterk verslechterd. Het Oakland Institute * heeft aangetoond dat de Wereldbank een sleutelrol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de mijnbouw, waterkracht en agribusiness sectoren via de Private Sector takken van de Wereldbank: –-the International Finance Corporation (IFC) and the Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA).

In 2006 waren er 76 sociale of milieu-conflicten, in 2011 waren er 251. In 2014 waren er gemiddeld 200 sociale conflicten per maand, vooral  om mijnbouw. Peru staat nu nummer 4 op de ranglijst van slachtoffers van milieu- en land-conflicten: tussen 2002 en 2014 werden er minstens 57 mensen gedood door politie, militairen of privé bewakers. Hier wordt door de regering of de internationale financiële instellingen niet tegen opgetreden.

Bovendien is het economische succes van korte duur: de groei is afgenomen van  6.4 procent in de jaren 2000 tot slechts 2.4 procent in 2014. De economische ‘groei’ heeft geresulteerd in grote ongelijkheid, vervuild water, land en bossen,  en een giftige erfenis van de mijnindustrie.

Alnoor Ladha van ‘The Rules’: ‘burgers van alle landen, ook de rijke landen, moeten zich verzetten tegen het beleid van internationale ‘ontwikkeling’ als we opeen bewoonbare planeet willen wonen. We moeten sterke lokale economiën ontwikkelen die onze ecosystemen en onze gemeenschappen weer gezond maken. Dat vereist dat we de Wereldbank en hun tegen het leven gerichte bondgenoten aanpakken.’

Lees het rapport van het Oakland institute: Peru, poster-child of the World Bank in Latin America

(poster child = toonbeeld, paradepaardje)