Kan de voedselbeweging de maatschappij veranderen?

Dat was een thema van de studiedag die op 13 december georganiseerd werd door het ISS en anderen. Eric Holt Jimenez (Oakland, California) gaf een interssant overzicht van de voedsel-standpunten, die hij onderverdeelde in neoliberaal  en reformistisch enerzijds, en  progressief en radicaal  anderzijds.  Hier een overzicht van die groepen met voornaamste teksten, namen, en groeperingen per ‘richting’.

Cruciaal is wat de ‘progressieve’ groeperingen gaan doen: streven naar structurele veranderingen,samen met de ‘radicale’ groep,  of gaan ze zich aansluiten bij de reformistische en neoliberale oprganisaties? De ‘progressieve groepen’ (Fair Trade, Slow Food, Community Supported Agriculture, etc.) richten zich met een geweldige energie en kreativiteit op de bestrijding van honger en de achteruitgang van het milieu, en zijn daarin als ‘planten die overal door het asfalt barsten’ maar  hebben (nog) geen ideologisch kompas.

In elk geval kunnen de progressieve en radikale voedselbewegingen de vaart uit de neoliberale ontwikkelingen halen en langzaam maar zeker  politieke invloed verwerven, vooral als ze samenwerken met de tegenbeweging in de huidige klimaat- financiële en brandstof cirses. Daartoe zullen ze gezamenlijk politieke druk moeten uitoefenen en duidelijke voorstellen moeten doen. Als de progressieve krachten zich echter bij de reformisten aansluiten wordt het regime van het bedrijfsleven versterkt en zullen we waarschijnlijk geen echte veranderingen zien, aldus Eric Holt-Jimenez.

Hij benadrukte nog dat tijdens de voedselcrisis zowel de honger als de bedrijfswinsten nieuwe records bereikten. Bedrijven beweren dat een nieuwe Groene Revolutie nodig is, maar tijdens de eerste Groene Revolutie waarin misschien wel 1 miljoen boeren er bovenop zijn gekomen zijn anderzijds 1 miljoen andere boeren van hun land verdreven. De Structurele Aanpassingsprogramma’s en de vrijhandelsverdragen hebben daarna de zaken voor de bedrijven beklonken. De grote bedrijfswinsten zoeken nu een uitweg in de ‘strijd tegen de honger’: meer ‘Groene Revolutie’, meer vrijhandel. En dit terwijl berekend is dat de armen er door dit alles gemiddeld slechts 2 dollar per jaar op vooruit gegaan zijn.

In het Zuiden is er nog geweldig potentieel voor productiviteit. Maar tenzij de voedselbeweging sterker wordt zal dat land ten prooi vallen aan uitputting van land en water door de industriële landbouw.

=================================

Tony Weis (University of western Ontario, Canda) belichtte de ‘ecologische HOEFafdruk’ van vee, vooral van varkens en pluimvee  In de VS worden nu in een dag evenveel kippen geslacht als in de jaren 30 in een jaar. ‘Die andere bevolkingsexplosie’ verloopt veel sneller dan de toename van de menselijke bevolking: de aantallen varkens en kippen zijn in 20 jaar verdubbeld. De consumptie is ongelijk verdeeld: 40% van de mensen verorberen 90% van het vlees.

Dit vereist grote stromen graan (bedrieglijk goedkoop vanwege de subsidies en overschotten), mais en koolzaad – plus water en en kunstmest en bestrijdingsmiddelen, die over lange afstanden vervoerd worden. Al deze aspecten tellen mee in de klimaatbelasting van vlees. De vlees’productie’ is steeds verder van de mensen af komen te staan en voltrekt zich buiten hun gezichtsveld. Is vleesconsumptie een teken van ‘ontwikkeling’, en moet de productie echt in de komende 40 jaar verdubbelen, zoals bedrijven beweren?

=========================

Jan-Douwe van der Ploeg beschreef de ontwikkeling van ‘nested markets’ in verschillende landen. (Markten die zich nestelen in de grotere gebieden van de gangbare afzet). Boeren worden het zat om hun grondstoffen voor heel weinig af te leveren bij de grote ondernemingen, en er ontstaan in veel landen  interessante agro-ecologische netwerken. In tegenstelling tot de gangbare afzet die vanuit een punt over het hele land in verschillende richtingen verspreid wordt opereren deze nieuwe netwerken in kringen. In Latijns Amerika bijvoorbeeld produceert een dorp voor de eigen ‘feria’ = markt, maar overschotten gaan naar dorpen in de buurt. Zo krijg je een kring van bijvoorbeeld 250 boeren, ongeveer 25 per dorp.

Distributie en verwerking houden ze in eigen hand, waardoor de prijzen wel 20-25% lager kunnen liggen dan in de supermarkten. Brazilië loopt hierin ver voorop, daar wordt ook het voedsel voor schoolmaaltijden aangeleverd door lokale markten.   China heeft ook interessante ‘nested markets’. In Nederland zijn er ook voorbeelden van. In 7 onderzochte Europese landen hebben de ‘nested markets’ toch een toegevoegde waarde van 5 miljard. De trots op het eigen product is een belangrijk aspect.

In feite is het een sociale strijd, die op het alledaagse  niveau geleidelijke veranderingen teweeg brengt. De ‘nested markets’ worden voor 60-70% gerund door vrouwen. Meestal geven zij de aanzet tot veranderingen in agro-ecologische richting.

=========================

Miguel A.Altieri: de agro-ecologische revolutie in Latijns Amerika’. In Latijns amerika produceren 1.3 miljard boeren basisvoedsel in een netwerk van complexe landschappen. Een inheems gezin kan prima leven van 1 hectore agro-ecologisch verbouwd land met een grote variatie aan teelten.Het watergebruik is goed uitgkiend. In de chinampa’s (natte gebieden) is de oprengst twee tot drie keer zo hoog per hectare dan in monocultures.  Dus toen het CYMMIT (onderzoeksinstituut) de agrarische revolutie predikte in Latijns Amerika acepteerde gelukkig slechts 12% van de boeren hun leer.   In de Andes moest men HYV’s gaan gebruiken (High-yielding Varieties’), terwijl men daar vele eigen soorten heeft van producten zoals aardappelen, elk geschikt voor hun eigen soort grond, hoogte etc.

Waarom wilden die boertjes niet luisteren? Er kwamen sociologen aan te pas; economen die de werldmarkt aanprezen; biotechnologie werd daarna het credo. Maar nog niet een hectare van de monocultures die het gevolg zijn van van die ‘landbouwrevolutie’ dient als voedsel voor de 1 miljoen armen – het gaat allemaal naar het Noorden, grotendeels als veevoer. Enkele enclaves blijven over voor de inheemse bevolking. In Argentinië gingen er in 5 jaar 60.000 boeren uit, want als je minder dan 140 hectares hebt zijn grote machines niet lonend en geef je het dus op.

Vooral in Cuba heeft de agro-ecologie een grote vlucht genomen. Daar zijn nu ook 300 wetenschappers bij betrokken. (In Cuba zijn naar vrhouding veel wetenschappers: 2% boeren, 11% wetenschappers. Door de crisis zijn ze betrokken geraakt bij de landbouw. Ze zetten scholen en univesiteiten op waar de agro-ecologie bestudeerd en verder ontwikkeld wordt). Het sociale aspect is heel belangrijk. Biologische landbouw die ook verwordt tot monocultures en waarvoor soms ook wel 18 verschillende soorten (weliswaar gecertificeerde) bestrijdingmiddelen worden gebruikt wordt door Altieri afgewezen.

==========================

Martha Robbins, Canada: Youth voices in the farm movement’. Sinds 1988 zijn er in Canada 80.000 boerdenbedrijven verdwenen;  de export zowel als de schulden verdriedubbelden. De  National Farmers’ Union levert voortdurend strijd om de Canadese landbouw buiten de wereldmarkt te houden, en ze zoeken daarvoor steun bij de Europese boeren (GG: bijvoorbeeld bij de Nederlandse NMV, lid van Platform ABC). De NFU is ook lid van La Via Campesina.

Martha vertelde vooral over hun eigen bedrijf, waarop beurtelings alle 4 de kinderen wel eens een tijd meewerken. In 1988 zijn ze overgestapt op ‘biologisch’, vooral op aandringen van hun moeder. Hun vader had er moeite mee: de velden moesten er toch ‘schoon’ uitzien, met alles in nette rechte rijen zonder een sprietje onkruid? Het is moeilijk om de knop om te draaien, maar nu is hij blij met de verandering.

De national Farmers’ Union heeft bestuursplaatsen die geoormerkt zijn voor vrouwen en jongeren. Martha heeft 4 jaar in het bestuur gezeten en daar veel van geleerd. Zoals overal is het moeilijk om mensen voor bestuursfuncties te vinden. Jongeren verdwijnen uit de landbouw. Maar het goed nieuws is dat steeds meer ‘stadse’ jongeren geïnteresseerd raken in de landbouw. Daarom is de Union een ‘campagne voor nieuwe boeren’ gestart; deze ‘nieuwe boeren’ kunnen ook lid worden van de national Farmers’ Union, en zelfs de mensen die binnen de steden bezig zijn met ‘urban farming’. Men is nu een ‘land trust’ aan het opzetten: de oudere generatie leent geld aan jongeren om een bedrijf op te zetten.

========================

Dit waren enkele van de sprekers. Het  volledige programma vind je op onderstaande sites. Ons is beloofd dat ook de power point presentaties zullen verschijnen op de site van ISS (http://www.iss.nl/research/networks_and_projects/critical_agrarian_studies_icas/icas_colloquium/) en op de site van TNI (http://www.tni.org/events/hunger-food-and-agroecological-alternatives)

 Om verder te lezen:

Eric Holt-Jimenez: http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/03066150.2010.538578: Food crises, food regimes and food movements: rumblings of reform or tides of transformation?

Miguel A.Altieri: http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/03066150.2011.582947: The agroecological revolution in Latin America: rescuing nature, ensuring food sovereignty and empowering peasants

Peter Michael Rosset: http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/03066150.2010.538584: The Campesino-to-Campesino agroecology movement of ANAP in Cuba: social process methodology in the construction of sustainable peasant agriculture and food sovereignty

Linking farmers’movements: http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/03066150903499943 Eric Holt-Jimenez and contributions by others