Levendig verkiezingsdebat over de akkerbouw bij de NAV

15 februari waren een aantal politieke partijen uitgenodigd voor een debat over akkerbouw. Zeven partijen gingen daarop in en debatteerden onder leiding van journalist Jan Medendorp met elkaar en de ruim 100 aanwezigen, aan de  hand van stellingen die hen waren toegestuurd. De eerste stelling gaf breed de visie van de NAV weer: ‘Boeren moeten zonder inkomenstoeslagen in een markt met spelregels een goed inkomen kunnen verdienen’.

Daar bogen zich over: de Kamerleden Dijkgraaf (SGP), Jaco Geurts (CDA), Helma Lodders (VVD), Carla Dik-Faber (CU) en de kandidaat-Kamerleden Niels van den Berge (GroenLinks), Anna-Lena Hedin (PvdA) en Inez Staarink (SP). Een aantal politici (Dijkgraaf, Staarink, Van den Berge) vonden dat de overheid soms moet kunnen reguleren om het aanbod te beperken, maar dat dat op dit moment politiek niet haalbaar is. Wel was men het er over eens dat boeren net zo veel ruimte in de mededingingswet moeten krijgen als afnemers en toeleveranciers. Geurts pleitte voor het in het leven roepen van een voedselscheidsrechter (wat de NAV een Autoriteit Producent en Markt APM, noemt) en vond brede bijval, behalve bij Lodders.  Iedereen vond dat de positie van de boer in de keten versterkt moet worden en Dijkgraaf stelde dat er Kamerbrede steun voor is maar dat het kabinet niks doet met de aangenomen moties. In dit verband werd er ook gepleit voor een Ministerie van Landbouw door Dijkgraaf wat door GroenLinks en PvdA meer werd gezien als een Ministerie voor Voedsel en Landbouw. Het meest uitgesproken over de stelling dat landbouw buiten de vrijhandelsverdragen moet blijven waren Dijkgraaf, Van den Berge en Staarink (eens) en Lodders (oneens).

Alle politici behalve Staarink waren het erover eens dat het Ministerie van Economische Zaken moet zorgen dat de Brancheorganisatie (BO) Akkerbouw (een gekortwiekte opvolger van het oude productschap akkerbouw) alle complete gegevens van de belasting krijgt om heffingen te kunnen opleggen aan hun collega’s voor het lidmaatschap. (red.: Anders kan die nieuwe branche-organisatie niet effectief zijn. Maar dat was juist de bedoeling van Dam ). Het feit dat alle (kandidaat-)kamerleden de boeren gelijk gaven werd meteen gebruikt door de ook aanwezige directeur van de nieuwe Branche-organisatie: hij stuurt  een brief aan de politieke partijen waarin hij ervoor pleit om hier in de Tweede Kamer hieraan gevolg aan te geven.

(We slaan hier enkele punten over waarover fifty-fifty op werd gereageerd of die te technisch zijn.)

Teelttechnische aspecten kwamen ook aan de orde. De stelling dat het huidige mineralenbeleid beperkingen oplegt aan het verhogen van het organische stofgehalte en daarmee aan het CO2- bindend vermogen van de bodem werd breed gesteund door de politici. Dit kan door compost, champignonmest, betakal enz. niet mee te laten tellen in het mineralenbeleid. Dijkgraaf pleitte voor regiospecifieke normen (stel per regio verschillende eisen) en vervolgens bedrijfsspecifieke normen, Lodders voor direct bedrijfsspecifieke normen.

Tot  zover een deel van het NAV-verslag.

Enkele punten genoteerd door ABC-lid Jacques van Nederpelt:

n.a.v. het bovenstaande punt, het mineralenbeleid: er was brede steun onder de (aspirant) Kamerleden voor koolstofbinding door betere zorg voor bodemvruchtbaarheid, dat is belangrijk voor het klimaat.  Akkerbouwer Piet Hermus uit Zevenbergschenhoek had net een actie achter de rug om aandacht te vragen voor het klimaatprobleem: Met trekkers met platte aanhangers reden ze de A-16 op en plaatsten borden langs de snelweg met teksten als: “Het klimaat verandert nu al.” en “Boeren hebben een oplossing.” Uit de zaal kwamen opmerkingen als ‘goede organische mest gebruiken’,  en ‘veel composteerbaar materiaal verdwijnt in vergisters’. Piet Hermus wil een ander bodembeleid.

Stelling: “De teelt van plantaardig eiwit in Europa komt niet van de grond zonder importheffing en zonder gewasbescherming”. Europa namelijk wil de teelt van eiwitgewassen wel stimuleren maar de kostprijs van soja ligt in Europa ver boven de wereldmarktprijs, dus de Zuid-Amerikaanse en Amerikaanse soja is goedkoper en dan krijgen de boeren de eigen lupinen niet verkocht.  Ook staat het GLB waarschijnlijk niet toe om gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken in eiwitteelten die meetellen voor vergroening en waarvoor de boeren subsidie krijgen.

GroenLinks denkt aan een aanjaagsubsidie: “Liever geen invoerheffingen op soja”. PvdA: “De provincie Gelderland werkt aan een stimuleringsbeleid.” De SP onderstreept juist wel de noodzaak van het belasten van niet-duurzame soja van overzee.

Stelling: “Bij de verduurzaming van de gewasbescherming moet wel steeds een voldoende breed effectief middelenpakket beschikbaar blijven”.

Niels van den Berge: “Verbod op bepaalde schadelijke middelen is nodig.” Carla Dik-Faber: “Roundup moet buiten de landbouw verboden zijn.” Inez Staarink: “Er zijn middelen die uit de landbouw moeten. Anders hebben we straks geen bijen meer.” En: “De WHO (Wereldgezondheidsorganisatie van de VN) heeft er ook verstand van.”

Helma Lodders: ”Beleid moet gebaseerd zijn op feiten, niet op emoties. Gewassen moeten beschermd worden. Anders geen oogst.” De zaal is het daarmee eens maar vindt wel dat besluiten over gewasbescherming moeten worden overgelaten aan deskundigen. Anders krijgen emoties de overhand.

De NAV was blij dat er ook een behoorlijk aantal jonge boeren aanwezig was en actief meedeed aan het debat. Dat geeft de politici direct een indruk van de zaken waar deze jongeren tegen aan lopen. Geurts, Dijkgraaf en Dik-Faber gaven duidelijk aan dat zij een goede regeling voor jonge landbouwers ondersteunen.

Het was een welbestede avond waarop de partijen zich goed konden profileren, zodat de aanwezigen hun keuze konden maken. De NAV zal de (kandidaat-)Kamerleden zeker aan hun uitspraken houden in de volgende periode.