Mark Shepard komt naar Nederland en geeft van 24 tot 27 november vier workshops in Park Lingezegen, het nieuwe landschapspark tussen Arnhem en Nijmegen en is op zaterdag 28 november keynote speaker op het congres ‘Van Akker naar Bos’, op de opleiding Van Hall Larenstein in Velp. Zie website ‘Van Akker naar Bos”
Zijn boek is in het Nederlands vertaald onder de titel “Herstellende Landbouw. Als je dit boek bij Stichting Permacultuur Onderwijs aanschaft, st. Permacultuiuronderwijs.nl – Herstellende landbouw , maak je pionierprojecten, zoals deze vertaling-bewerking, mede haalbaar en reëel.
Ook kun je op deze pagina enkele fragmenten van het boek bekijken en lezen.
In het boek ‘Herstellende landbouw’ vertelt Mark Shepard dat zijn beide opa’s boer waren maar de boerderij op moesten geven en in een fabriek gingen werken (en vrij jong stierven). Zijn vader had een baan en een ‘hobbyfarm’ van zo’n 10 acres (ongeveer 4 ha). Mark groeide op in de tijd van de oliecrisis – hij herinnert zich hoe hij een keer als 10-jarige met zijn jongere broertje de auto moest duwen met zijn moeder aan het stuur. De auto was stilgevallen terwijl ze in de rij stonden om benzine te tanken. In die tijd nam zijn vader zich voor om zoveel mogelijk onafhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen en zelfvoorzienend te worden, (genant, vond de jonge Mark) en hij ging fruit- en notenbomen planten rondom zijn moestuin.
Mark moest meewerken in de tuin. Wat een werk, planten, onkruid wieden etc., vooral in de volle zon. Liever ging hij met de kleine trekker boomstammetjes ophalen die zijn vader gezaagd had voor de wintervoorraad hout voor de kachel ophalen. Lekker koel in dat stukje bos, en wat groeide daar veel. Concord druiven, bessen, allerlei noten: zomaar voor het plukken, verder geen werk.
Later ging hij naar college waar hij ecologie en werktuigbouw ging studeren. Drie boeken maakten tijdens zijn studie diepe indruk op hem en zetten hem aan het denken: een boek van Russell Smith uit 1929: ‘Oogsten van de bomen, een permanente landbouw’. Hij beschrijft het kale landschap langs de Chinese muur war de wind vrij spel heeft, en als contrast het landschap van groene hellingen vol kastanjebomen in Corsica, waar zowel mensen als dieren veel kastanjes eten (goede bron voor koolhydraten) en het hout op allerlei manieren gebruikten.
Ook het boek ‘The one straw revolution’ van de Japanner Fukuoka die streefde naar een natuurlijker landbouw inspireerde hem, maar vooral het werk van de grondlegger van de permacultuur, de Austaliër Bill Mollison: door permacultuur zorgen voor de aarde, zorgen voor de mensen en zorgen voor herverdeling van grondstoffen. Mark Shepard komt tot het inzicht dat het hoog tijd is dat onze landbouw die geleid heeft tot enorme monocultures van eenjarige planten en tot uitputting van de bodem veranderen moet. In zijn jeugd stroomde een rivier langs hun land die ondoorzichtig was en alle kleuren had – maar na verloop van jaren werd hij weer helder en schoon, dankzij strengere wetten. Zo kunnen ook de enorme monocultures die ons omringen veranderen.
Hij raakt er steeds meer van overtuigd dat onze voeding die gebaseerd is op eenjarige planten (graan en mais voor de koolhydraten, olie voor het transporteren van vitamines door ons lichaam uit bijvoorbeeld koolzaad, olie en eiwitten uit -soja-bonen) een erfenis is van de eerste landbouwers maar in deze tijd niet houdbaar. Die enorme monocultures van eenjarigen zijn niet efficiënt qua fotosynthese en opname van Co2 en qua investering van werk en fossiele brandstoffen. Vergelijk de opbrengst aan energie (fotosynthese) en de opname van CO2 van een plat graanveld eens met de driedimensionale oppervlakte van een savannelandschap (bomen afgewisseld met struiken en eenjarigen). Bovendien: regenbuien vernielen de blootliggende aarde en slaat de bodem dicht, maar en hevige bui valt na verloop van tijd als een mild regentje neer op de bos-bodem, waar het paddestoelen tot leven brengen.
Dit alles wordt in volgende hoofdstukken over klimaatverandering, en over de opeenvolging van landschappen door de geschiedenis van de aarde heen, en over de eigenschappen van savannelandschappen ( in gematigde streken landschappen met kastanje- eiken- en notenbomen afgewisseld met vruchtbomen en vruchtstruiken) verder onderbouwd. Pittige kost, maar op een onderhoudende manier verteld, met details die je bijblijven. Naast de ‘eiken-savanne’ beschrijft hij ook andere ‘biome’s’, en hoe natuurlijk het is om in het ‘eiken-savanne’ landschap bijvoorbeeld koeien en varkens en kalkoenen te houden. Appelbomen zijn gevoelig voor ziektes, maar laat de helft van de oogst afvallen (de zwakste exemplaren) en laat de varkens daarvan smullen, en ook van het afgevallen blad waarop nog sporenelementen kunnen zitten. ‘Mijn favoriete ziektebestrijding heet varkenskotelet’.
Uw recensent (Greet Goverde) heeft het boek pas half uit, maar wil dit alvast plaatsen vanwege de komst van Mark Shepard naar Nederland. Ik krijg het vermoeden dat hij niet alleen gaat pleiten voor verandering van de landbouw maar ook voor verandering van ons dieet: gaan we (weer) kastanjebrood eten? Uitgeperste hazelnoten hebben een heel hoog proteïne gehalte en bevatten veel vitamine.
Wel pleit hij voor een efficiënte aanpak: uitgeselecteerde exemplaren planten die veel vrucht dragen; in rijen planten met grasstroken ertussen voor efficiënte (mechanische) pluk. Die rijen zijn niet recht maar volgend de contouren van de heuvels waarop hij boert (New Forest Farm in Wisconsin) , dat is ook beter voor het waterbehoud.
Wordt vervolgd.
Hier nog een paar opmerkingen overgenomen van Jan Haeverans, uit Boeren met Lef, een van de jubileum- nummers van Wervel, België.
……Maar het spectaculairst zijn toch de rendementen die Shepard boekt. Hij berekende minutieus dat hij met zijn meerlagige productiesysteem per hectare anderhalve keer meer voedingswaarde voortbrengt dan een hectare mais. Waarmee hij de wijdverbreide kritiek tegenspreekt dat ecologische
landbouw nooit de wereld zal kunnen voeden. Heel wat van onze basisvoeding die nu mais of soja bevat, kun je bijvoorbeeld ook maken met kastanjes en hazelnoten, die je maar een keer hoeft te planten, en die dan jaar
na jaar oogst opleveren.
Welvarende boeren
Lokaal, kleinschalig, met een veelheid aan teelten, zonder pesticiden en insecticiden, en niet afhankelijk van fossiele brandstoffen: permacultuur wil land en tuinbouw op mensenmaat brengen. Wat meteen onze voedselvoorziening aanzienlijk veiliger en zekerder maakt: doordat de boeren bij ons om de hoek opnieuw een veelheid aan gewassen verbouwen, worden we minder afhankelijk van verre transporten, multinationals, tussenhandelaars en speculanten die elk hun centje willen verdienen. Als er in die ingewikkelde
keten wat fout loopt, zullen we blij zijn dat er in onze buurt niet enkel mais groeit, is de idee. Ook de boer zelf vaart er wel bij. Nu is hij al te vaak afhankelijk van de banken voor zijn enorme investeringen, en van de
voedingsindustrie en markten, die de prijs bepalen die hij voor zijn gewassen krijgt. Soms wordt hij gedwongen met verlies te verkopen. Terwijl een kleinschalige permacultuurboerderij rendabel is met een fractie van
de investeringen van een industrieel landbouwbedrijf, en door de rijke verscheidenheid aan teelten veel minder kwetsbaar voor marktschommelingen.