Voor boeren is het moeilijk de misvattingen van ‘de burgers’ over het boerenbedrijf te verstouwen. In ‘Genoeg is beter’ (het ledenblad van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond) van september worden er een aantal weerlegd. We maakten een selectie:
Ruimtegebruik
We zien vaak dat de landbouw in de maatschappij vooral wordt gezien als (te) grote gebruiker en vervuiler van ‘ons’ land. Men geeft er weinig blijk van het belang van voedselproductie in te zien, ook niet bij het PBL . Ons persbericht als reactie op het rapport van het Planbureau voor de Leefomeving luint u lezen op www.nav.nl. Wat we veel tegenkomen in gesprekken over gebiedsagenda’s van provincies en Rijksoverheid, is de misvatting dat natuur, recreatie, toerisme en woningbouw ‘algemene belangen’ zijn en de landbouwbelangen alleen de belangen van de boeren vertegenwoordigen. De NAV brengt steeds in dat landbouw ons voedsel produceert en daarmee minstens zo’n algemeen belang is en maatschappelijke doelen dient als de andere belangen in een regio!
Boeren willen niet veranderen
Dit gaat volkomen voorbij aan twee zaken: als er één sector is die zichzelf voortdurend vernieuwt is het de landbouw wel , en belangrijker: bijna altijd gaat de door de maatschappij gewenste verandering gepaard met verlies van inkomen. Investeringen zijn duur. Het raakt aan de misvatting dat alle boeren miljonairs zijn.
Boeren weten niet hoe ze kunnen verduurzamen Deze misvatting hangt samen met de vorige. Kortom: ze willen niet veranderen én weten ook niet hoe. Dus het ministerie trekt de beurs voor kennisvouchers waar vooral adviesbureaus en accountantskantoren van profiteren. Men blijft ver weg van het onderliggende probleem van onvoldoende verdienvermogen. Dat zou een een actief markt- en prijsbeleid vergen: verbod op verkoop onder kostprijs, een hogere prijs voor voedsel of kleinere marge voor retail en tussenhandel, en verlaten van de huidigehandelsverdragen, die zorgen voor oneerlijke concurrentie tegen lagere productiestandaarden. De huidige minister van LNV blijft steken in optimisme dat de consument vanzelf meer wil betalen voor duurzamer geproduceerd voedsel en dat als je de margeverdeling in de keten zichtbaar maakt, deze ook vanzelf eerlijker wordt. Steeds hetzelfde dus: wel signaleren maar geen échte oplossingen zoeken.
Ook niet waar: dat boeren allemaal streven naar schaalvergroting. Men negeert het onderliggende probleem: als de marges te klein zijn is schaalvergroting een manier om het inkomen te vergroten. Dit wordt mogelijk gemaakt doordat er steeds minder bedrijven zijn met een opvolger, waardoor boerderijen te koop komen.
Exportfabel Dat brengt ons bij de exportfabel die we al eerder ontrafelden (zie de juli-uitgave van dit blad): netto is Nederland een importland voor voedsel en zouden we anderhalf keer zo veel landbouwgrond moeten hebben om de eigen bevolking te voeden. (noot van de redactie GrG: bij een veranderd eetpatroon – minder vlees – is er aanzienlijk minder land nodig). ‘Landbouw kan wel minder want het is toch maar voor de export’ kan wat ons betreft van tafel. Dan blijkt dat zaken die als doel in een regiodeal terecht komen zoals ‘minimaal 50% rustgewassen’ of ‘vanggewas als gewas in het bouwplan’ bedrijfs- economisch totaal onhaalbaar zijn. En zolang er heffingsvrije import van plantaardig eiwit (bijv. soja) is waarbij geen eisen aan de productiewijze worden gesteld, geldt dit zeker ook voor de teelt van eiwitgewassen; dat is ook geen kwestie van niet weten hoe te telen of niet willen, maar van te lage (wereldmarkt)prijzen. Alleen integrale aanpak van álle factoren door inhoudelijk competente beleidsmakers gaat werkelijk helpen!
Risico’s en gevolgen
Groot risico van al deze misvattingen vindt de NAV dat op basis van verkeerde ideeën en framing besluiten worden genomen en beleid wordt gemaakt. Door boeren te benaderen als onwillig of op zijn minst onwetend, wordt de kans gemist om gebruik te ma ken van het vakmanschap en ondernemerschap van de boer. Door de landbouw de grootste schuld van klimaat- verandering en vervuiling toe te dichten hoeft de maatschappij niet naar zichzelf te kijken, zoals recent mooi scherp verwoord door Dick Veerman op Foodlog . Maar daarmee wordt ook de kans gemist om de juiste stappen te zetten!
Er zijn nogal wat partijen en NGO’s die ons bezweren dat ze niet uit zijn op het wegjagen van de landbouw uit Nederland, mits boeren maar wel doen wat anderen willen. Maar wij geloven ze niet. Het meest extreme recente voorbeeld is de Provincie Friesland die een Ontwerp Omgevingsverordening publiceert waarin boeren wordt verboden tussen zonsondergang en zonsopkomst hun land te betreden. Een soort uitgebreide eeuwigdurende avondklok op eigen grond dus. Te schandalig voor woorden. Van dezelfde orde is een opmerking van een bestuurder van een andere provincie: ‘Er zijn meer natuuraanhangers dan boeren in mijn provincie dus de natuur gaat voor.’
NAV-visie
Onze ervaring bij het opstellen van onze toekomstvisie is dat veel boeren prima weten hoe ze moeten verduurzamen, extensiveren, natuurvriendelijker kunnen worden. Probleem is steeds dat de samenleving wel eisen stelt maar niet wenst te betalen én dat maatregelen vaak niet op alle vlakken een positief effect hebben. Niet alles wat je doet voor biodiversiteit is ook positief voor klimaat enz. Recent kwam daar buiten de landbouw een goed voorbeeld van voorbij: luchtvervuiling remt de opwarming van de aarde, maar eist zelf wel slachtoffers. Een dergelijke spagaat treedt ook regelmatig op binnen de landbouw. Een voorbeeld: voor de bodem en voor CO2 -binding is dierlijke mest gewenst, maar kunstmest geeft minder risico op uitspoeling en minder emissie. Of: Roundup gebruik ligt onder vuur, maar de uitstoot door diesel- gebruik bij mechanisch wieden of door onkruid bran- den is slechter voor het klimaat. In onze toekomstvisie (zie website www.nav.nl) hebben we de complexiteit laten zien door alle kansen die de NAV ziet voor verduurzaming te scoren op zowel het effect op milieu, klimaat en biodiversiteit als op voedselproductie en saldo voor de boer. En door een aantal kansen die onze leden echt zien zitten door te rekenen wat betreft het inkomen. Dan blijkt dat zaken die als doel in een regiodeal terecht komen zoals ‘minimaal 50% rustgewassen’ of ‘vanggewas als gewas in het bouwplan’ bedrijfseconomisch totaal onhaalbaar zijn.
Conclusie
Wanneer je beleid en campagnes baseert op misvattingen en foute aannames is de kans klein dat je iets oplost, maar je doet er wel schade mee. En dan hebben we de foute aanname dat boeren tegen natuur zijn nog niet eens meegenomen. Wat we nodig hebben is erkenning van de landbouw als producent van voldoende goed voedsel , en erkenning van de kennis, kunde en goede wil van boeren. En houdbare verdienmodellen en voldoende toekomstperspectief waardoor de boeren ruimte krijgen om gewenste veranderingen door te voeren. Er zijn 17 miljoen mensen in dit land, als die worden opgestookt om de boeren echt te verbannen uit dit land dan gaat dat deze eeuw wel lukken. Maar de mensen die zo tegen boeren zijn zouden zich echt moeten afvragen wat hun kindskinderen dan gaan eten. Want uiteindelijk is het toch een boer, in Nederland of elders, die je voedsel heeft geproduceerd.
De Landbouw- en Visserijraad (de landbouw- en visserijministers van de EU) gaat zich buigen over de mogelijkheid om binnen de wereldhandelsregels toch eisen te stellen wat betreft productiewijze van importproducten. Men ziet (eindelijk) in dat zonder deze eisen aan import de verduurzaming binnen de EU ernstig gehinderd wordt. Onze lobby begint vruchten af te werpen! Ook wil men meer onderzoek naar de mogelijkheden van biologische bestrijding in open teelten. Wat de NAV betreft moet men zich dan vooral focussen op een minder rigide toelatingstraject voor deze middelen