[ ABC-bericht] Uit persbericht over vezel- en eiwitgewassen: De NAV riep de Tweede kamer in juni op staatssecretaris Bleker te bewegen steun te verlenen aan de teelt van vezel- en eiwitgewassen. Artikel 68 zou hiervoor ingezet kunnen worden in de jaren 2011 tot en met 2013. In artikel 68 wordt bedoeld specifieke steun voor soorten van landbouw die van belang zijn voor de bescherming of de verbetering van het milieu. Zowel de teelt van vezelgewassen als die van eiwitgewassen voldoet hieraan maar komen in de voorstellen van dhr. Bleker helaas niet voor.
Uit het oogpunt van biodiversiteit, gezonde vruchtwisseling en CO2 vastlegging in duurzame materialen zijn vezelgewassen volgens de NAV waardevol. De teelt van vezelgewassen dreigt geheel uit Nederland te verdwijnen na het vervallen van de gekoppelde steun. De vakbond vindt dit zeer ongewenst en absoluut niet passen in het streven naar duurzaamheid. De NAV ondersteunt van harte het verzoek van de provincie Zeeland de teelt van vezelgewassen in de benen te houden door telers een toeslag te geven van € 450, – per ha. Totaal zou het gaan om een bedrag van € 2 miljoen per jaar.
Na het zogenaamde Blairhouse akkoord zijn eiwitgewassen grotendeels van de Nederlandse en Europese akkers verdwenen door de overvloedige, ongereguleerde invoer van soja en andere producten uit vooral Brazilië en de VS. Inmiddels heeft de EU slechts een zelfvoorzieningsgraad van 20/30%. Evenals vezelgewassen zijn ook eiwitgewassen volgens de NAV bijzonder waardevol in het bouwplan uit het oogpunt van biodiversiteit, gezonde vruchtwisseling en het binden van stikstof uit de lucht waardoor het gebruik van stikstofmeststoffen kan worden verlaagd. Eiwitgewassen op Europese akkers maken Nederland en Europa wat betreft plantaardig eiwit minder afhankelijk van import. Dit geldt zowel voor plantaardig eiwit voor humane als diervoeding. Daarnaast is de teelt van eiwitgewassen zeer relevant uit het oogpunt van de volksgezondheid (obesitas, diabetes), de transitie van dierlijk naar plantaardig eiwit. Onder meer Frankrijk en Polen hebben al eerder ingezien dat eiwitgewassen waardevol zijn en zijn vorig jaar gestart met steun via art. 68.
De NAV roept de Tweede Kamer op om de staatssecretaris te bewegen de teelt van eiwitgewassen via artikel 68 te ondersteunen met een bedrag van € 300, – per hectare. Bij een areaal van 10.000 ha gaat het om een bedrag van € 3 miljoen per jaar.
De € 5 miljoen kan volgens de NAV worden gevonden in het budget van € 8 -12 miljoen dat staatssecretaris Bleker in zijn brief d.d. 30 mei 2011 noemt onder ‘Precisielandbouw en milieuvriendelijke bewaarplaatsen’.
Suikerquotering beste garantie voor stabiele suikerprijzen
Het voortzetten en verbeteren van het huidige EU-suikersysteem biedt de beste garanties voor stabiele suikerprijzen voor zowel consument als producent. Dat stelt de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) in reactie op uitgelekte plannen deze week van Europees Landbouwcommissaris Dacian Ciolos. De huidige quotering van de EU-suikerproductie heeft volgens de NAV jarenlang bewezen dat Europese suikertelers het quotum netjes vol telen en de prijzen stabiel bleven.
Landbouwcommissaris Ciolos wil na 2016 de EU-suikerquotering afschaffen om vrijere concurrentie mogelijk te maken. Waar dit liberale systeem toe kan leiden, kunnen we volgens de akkerbouwvakbond heel goed zien op de wereldmarkt. ‘De prijzen daar fluctueren al jaren heel sterk’, aldus NAV-bestuurslid Klaas Hoekstra. ‘Dat er op dit moment in de EU een krapte aan suiker is en de suikerprijzen ook in de EU uitzonderlijk hoog zijn, komt doordat de suikerproductie in de EU veel lager is dan de vraag. In 2005 is in EU-verband hiertoe besloten om de suikerproducerende armste landen met een gegarandeerde hoeveelheid vrij toegang te geven tot de EU. Het huidige EU-suikersysteem kent één zwakte en dat is dat de landen die een voorkeursrecht hebben om zonder EU-invoerheffing naar de EU te mogen exporteren, wel een leveringsrecht hebben, maar geen leveringsplicht. Als de wereldmarkt een hogere prijs biedt dan de Europese markt, wat afgelopen jaar het geval was, dan gaat die suiker niet naar de Europese markt. Hierdoor is er nu in de EU een krapte ontstaan’, aldus Hoekstra.
‘Deze tekortkoming in de handelsafspraken tussen de armste landen en de EU, heeft ertoe geleid dat de suikergebruikers in de EU voor de korte-termijn-contracten geconfronteerd worden met de hoge suikerprijzen op de wereldmarkt’, aldus Hoekstra. Om hieraan het hoofd te bieden stelt de NAV voor òf aan het voorkeursrecht voor de armste landen een leverplicht te koppelen, òf het Europese bietenquotum te vergroten. Nadat in 2005 het Europese suikersysteem al drastisch op de schop is gegaan, hebben
Europese bietentelers een prijsverlaging van ca. 40% voor de kiezen gekregen. Bovendien hebben ze hun productie verplicht ingekrompen met ca. 30 % om de
armste landen meer ruimte op de Europese suikermarkt te bieden. Daarnaast is ook het dumpen van EU-suikeroverschotten stopgezet.
De huidige krapte op de suikermarkt is volgens de NAV helemaal niet de ‘schuld’ van bietentelers en suikerindustrie, maar van onvolmaakte afspraken tussen de
EU en de armste landen en het feit dat de Europese Commissie nog geen adequate maatregelen heeft getroffen om de suikerproductie in de EU veilig te stellen. Het afschaffen van het suikerquoteringssysteem zoals Ciolos wil en waar ook de vereniging voor Bakkerij en Zoetwarenindustrie voor pleit, leidt volgens Hoekstra tot meer
onzekerheid. ‘De suikerprijzen in de EU zullen sterk gaan fluctueren en in een aantal landen zullen telers afhaken om bieten te telen. Het is zeer twijfelachtig of de ‘sterkere’ bietenlanden hun productie zullen uitbreiden. Uitbreiding is een zeer kapitaalintensieve aangelegenheid als er nieuwe fabrieken moeten worden gebouwd en bij sterk luctuerende prijzen zal daar geen bereidheid toe zijn. In Nederland zal bij een verdere verlaging van het suikersaldo richting graansaldo de bereidheid om suikerbieten
te telen verder gaan afnemen.
Als de suikerquotering na 2016 zou worden afgeschaft en vermindering van de bietenproductie in de EU plaatsvindt zoals na de suikerhervorming van 2005, dan
zullen frisdrankenindustrie, ijsfabrikanten, bakkerijen en zoetwarenindustrie en andere suikergebruikers uiteindelijk worden overgeleverd aan de Braziliaanse
suikerindustrie. Zij domineren nu de wereldmarkt voor meer dan 50% en hebben nog een ander alternatief. Zij kunnen namelijk de knop zo omgooien naar de
productie van bioethanol. Volgens Hoekstra zou de vereniging voor de Bakkerij en Zoetwarenindustrie en andere suikergebruikers nog eens goed moeten nadenken
of liberalisering van de suikermarkt met daaraan gekoppeld sterke prijsschommelingen en grote afhankelijkheid van de grillen van de Braziliaanse
‘suikermaffia’ beter is dan een EU-suikerbeleid met stabiele prijzen en leveringszekerheid en suiker inkopen bij de Europese ‘suikermaffia’.