7 juni wordt het boek van Niek Koning waar lang naar is uitgekeken in Wageningen gepresenteerd. Het is getiteld ‘Food security, Agricultural policies and economic growth.’ 3 mei verscheen een artikel van zijn hand in de NRC. Wij beschouwen het als een voorproefje en geven het daarom integraal hier weer.
De rol van het klimaat bij hongersnood wordt overdreven.
En weer hebben we geld overgemaakt naar giro 555 terwijl de beelden van stervende kinderen en dode dieren langskwamen. Een verschil met vorige keren was dat nu klimaatverandering een grotere rol kreeg toebedeeld. De droogte die, samen met oorlogsgeweld, de recente Afrikaanse hongersnood veroorzaakte, wordt geweten aan de opwarming van de aarde. Maar is dat het hele verhaal? Ook Californië is getroffen door langdurige extreme droogte, maar voor Californië hoeven we onze portemonnee niet te trekken. Anders dan Afrika is Californië rijk; een Amerikaanse staat waar zelfs een reeks droge jaren niet tot massale hongerdood leidt. Vanwaar dit verschil?
Doorslaggevend in de geschiedenis van Californië is de modernisering van de landbouw. Het verruimde het voedselaanbod en was de startmotor voor industrialisatie. De landbouw werd stevig gesteund door een gericht overheidsbeleid. Iets vergelijkbaars gebeurde in alle rijke landen. Maar niet in Afrika.
Voor de Tweede Wereldoorlog lieten westerse mogendheden nauwelijks ruimte voor steun aan bevolkingslandbouw in hun koloniën. Dankzij de dekolonisatie ontstond die ruimte alsnog. In Azië werd die benut voor een groene revolutie die de weg effende voor succesvolle * industrialisatie. In Afrika bleven de kansen onbenut. Anders dan in Azië waren veel Afrikaanse samenlevingen nog langs tribale lijnen georganiseerd. De machthebbers gebruikten het overheidsapparaat als banenmachine voor clangenoten en lieten de boeren opdraaien voor de kosten.
Vanaf eind jaren zeventig stokte de economische ontwikkeling in Afrika. Bodems raakten uitgeput; de industrialisatie stagneerde. Overheidstekorten groeiden, waardoor machthebbers in de armen werden gedreven van westerse ‘donoren’. Als tegenprestatie eisten die dat Afrika zijn grenzen opende voor import van goedkope agrarische producten, waar Afrikaanse boeren niet mee konden concurreren. Bovendien dwongen ze bezuinigingen af op de overheidsuitgaven, wat leidde tot verwaarlozing van de rurale infrastructuur.
De westerse bemoeienis heeft een neergaande spiraal van armoede en bodemuitputting versterkt. Afrika werd afhankelijk van voedselimporten, er ontstonden bloedige conflicten over verdeling van land en grondstoffen en de bevolking werd kwetsbaarder voor natuurrampen.
Zolang deze situatie niet radicaal verandert, zal elke nieuwe tegenslag tot hongersnoden in Afrika leiden. Op termijn kunnen armoede en stagnatie nog catastrofalere gevolgen hebben. Voor arme mensen zijn kinderen belangrijk als sociale verzekering. Volgens bevolkingsexperts zal de Afrikaanse bevolking groeien van 1,2 miljard nu tot 4,4 miljard in 2100.
Als die demografische tijdbom niet tijdig wordt gedemonteerd, zal Afrika nog afhankelijker worden van voedselimporten die het nauwelijks kan betalen. Plotseling stijgende wereldvoedselprijzen kunnen dan een sociale explosie en enorme vluchtelingenstromen richting Europa veroorzaken.
Zo’n scenario is niet uit de lucht gegrepen. Beleidshervormingen in de industrielanden hebben de wereldwijde voorraden aan granen en andere landbouwproducten sterk verminderd en de groei van de productiecapaciteit van de wereldlandbouw vertraagd. Tegelijk groeit de wereldbevolking tot mogelijk ruim 11 miljard in 2100 en zijn we getuige van de opkomst van nieuwe middenklassen – vooral in Azië – die land willen voor dierlijk voedsel, wonen en recreatie.
Zulke ontwikkelingen kunnen schokken op de wereldvoedselmarkten versterken en vergroten de kans op apocalyptische scenario’s in Afrika. In de jaren zestig en zeventig werd het risico van internationale voedselschaarste serieus genomen; tegenwoordig beroepen vrijhandelseconomen, voorstanders van biologische landbouw en lobbyisten voor de ‘new bio-economy’ zich op agronomische modelstudies volgens welke we genoeg biomassa kunnen produceren om iedereen van voldoende voedsel, energie en grondstoffen te voorzien.
Dat potentieel kun je echter maar voor een beperkt deel gebruiken. Technisch gesproken kun je de Afrikaanse savanne net zo intensief bemesten als Nederlandse akkers, maar vanwege de hoge kosten zal dat niet snel gebeuren. Hetzelfde geldt voor de suggestie dat welvarende consumenten hun consumptie en verspilling moeten matigen. Daar is alles voor te zeggen, maar hoe reëel is het om van de nieuwe middenklasse in Azië te verwachten dat ze afzien van welvaart?
Om rampen in Afrika te voorkomen moet om te beginnen de politieke situatie daar veranderen. Dat kunnen alleen de Afrikanen zelf doen. Maar Europa kan stoppen met Afrikaanse regeringen via verdragen af te houden van bescherming van hun boeren, zodat lokale landbouw eindelijk de kans krijgt zich te ontwikkelen. We kunnen investeringen in infrastructuur en landbouwonderzoek meefinancieren. En we kunnen ons inzetten voor het stabiliseren van de voedsel- en grondstoffenmarkt. In eigen huis kunnen we ons beslag op goede landbouwgronden voor dierlijk voedsel beperken en onze eigen landbouw voldoende ontwikkelen.
Doen we dat, dan kunnen we onze giften in de toekomst hopelijk nuttiger besteden dan aan de zoveelste hongersnood in Afrika.
Niek Koning is landbouweconoom in Wageningen en auteur van het net verschenen