Als deze richtlijn in de EU is vastgesteld, moeten de lidstaten het in hun nationale wetgeving implementeren. In een gesprek dat de NAV samen met SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen) had met vertegenwoordigers van het Ministerie van LNV viel wel op dat nu minister Schouten verantwoordelijk  is, er van die zijde een meer welwillende houding is dan onder het vorige kabinet met minister Kamp als verantwoordelijke.

Het ministerie van LNV beraadt zich over de uitwerking. Een opvallend verschil met de werkwijze tot nu toe is dat niet omschreven wordt wat goede handelspraktijken zijn, waaraan bedrijven zich vrijwillig zeggen te gaan houden: in de huidige voorstellen wordt juist omschreven wat oneerlijke handelspraktijken zijn. Die worden ook in de wet vastgelegd, en zijn daarmee dus bij wet verboden. Daarmee is een belangrijke wens van de NAV ingevuld en komt er een einde aan het huidige vrijwillige systeem.

Een andere wens van de NAV om een onafhankelijke autoriteit in te stellen, die toeziet op de naleving van deze wet,  waar boeren ook volstrekt anoniem misstanden zouden kunnen melden, en die ook serieuze sancties kan opleggen. DEze wens wordt nog niet één op één overgenomen. Het Ministerie denkt er nog over hoe dit in te vullen: misstanden bij de ACM melden, naar de rechter gaan, of melding bij de Sticting Gschillen Beslechting.

De NAV had liever een zelfstandige APM gezien waar al deze 3 stappen in verenigd zijn, maar vindt dit voorstel wel al een enorme vooruitgang t.o.v. het huidige vrijwillige systeem en daarmee de moeite waard om te proberen.

De NAV denkt zeker niet dat boeren door het aanpakken van OHP’s betere prijzen voor hun producten zullen krijgen, laat staan kostendekkende prijzen. Daarvoor is de mogelijkheid om het aanbod te kunnen reguleren cruciaal. (Daarvoor moeten we eerst van de vrije markt af stappen, red.) Deze voorstellen kunnen boeren wel een iets sterkere positie in de keten opleveren.