Ook de ontwikkelingsbanken onder vuur op UN vergadering

Op 20 oktober vindt in Rome de tweede  top plaats over ‘Finance in Common’, waarbij alle (ongeveer 450) ontwikkelingsbanken in de wereld zijn aangesloten  Het thema dit keer is LANDBOUW. Dit is zorgelijk want Ontwikkelingsbanken hebben een lange historie van investeringen in de landbouw ten gunste van private beleggers en landbouworganisaties,  en ten koste van boeren, herders, vissers, arbeiders in de voedselindustrie en Inheemse Volkeren. Hun voedselsoevereiniteit, eocsystemen en mensenrechten worden bedreigd. 

Er zal 20 oktober een protest-tekst worden gepresenteerd ondertekend door veel NGO’s, De ondertekenaars vinden dat alleen publieke fondsen waarover publiekelijk verantwoording wordt afgelegd en waarmee aan de huidige behoeftes van mensen wordt voldaan, oplossingen kunnen bieden voor de wereldwijde voedselcrisis. 

(met bijna de helft ingekort): 

Ontwikkelingsbanken zouden de agribusiness niet moeten financieren. 

Onze zorgen

Ontwikkelingsbanken zijn opgericht door nationale regeringen of multinationale organisaties om  regeringsplannen en privé ondernemingen te financieren die bijdragen tot de verbetering van het leven van mensen in hun eigen leefomgeving in de global south. Veel multilaterale ontwikkelingsbanken en een flink aantal Public Development Banks geven bovendien technische en beleidsmatige adviezen aan regeringen over wetten en beleid die volgens hen zouden moeten veranderen om meer buitenlands kapitaal te kunnen aantrekken.

Ontwikkelingsbanken geven nu gezamenlijk meer dan US$ 2 triljoen per jaar uit aan staats- en privé ondernemingen om wegen, industriële landbouwplantages etc. aan te leggen uit naam van ‘de vooruitgang’- een geschatte 1,4 triljoen gaat alleen al naar de landbouw en voedsel sector.

Vaak worden de uitgaves gefinancierd uit staatsfondsen – uit de arbeid en belasting van gewone mensen dus. 

Het aantal ontwikkelingsbanken groeit, en hun fondsen ook. Soms lenen ze tegen gunstige tarieven van andere ontwikkelingsbanken. Steeds vaker gaat gemeenschapsgeld via  private equity, “groene fondsen”etc. naar hún ‘oplossingen’ in plaats van naar regeringsplannen of plannen van non-profit organisaties. Zo spelen ontwikkelingsbanken een clruciale rol in het vergroten van de mogelijkheden van mulltinationale ondernemingen om zich steeds dieper in te graven  in markten en gebieden overal ter wereld – van goudmijnen in  Armenië, tot controversiële hydro-electrische dammen in  Colombia, tot rampzalige gas-projecten in Mozambique Zonder de ontwiikelingsbanken zouden de multinationaleonernemingen dat niet kunnen.

Bovendien bemoeien veel multilaterale ontwikkelingsbanken zich met nationale wetten en beleid via hun technisch advies aan regeringen, en door de ‘classificering’ van bedrijven, zoals Enabling the Business of Agriculture van de Wereldbank. (Daar hebben wij eerder over bericht. De invloed van de classificering van landen als ‘bedrijfsvriendelijk of niet’ is nog steeds niet helemaal afgeschaft. ) Dat beleid bevoordeelt bedrijven en elites, en als plaatselijke gemeenschappen of inheemse volkeren protesteren worden ze niet gehoord of ze worden bestraft. (Zoals tijdens de protesten in India).

Ontwikkelingsbanken hebben een bedenkelijke historie van investeringen in land grabbing, corruptie, geweld, milieuvernietiging en andere acties tegen de mensenlijkheid, waarvoor ze niet echt verantwoordelijk worden gehouden. Door ondoorzichtige constructies wordt het steeds moeilijker ze ter verantwoording te roepen. Het is zorgwekkend dat ze een steeds grotere rol gaan spelen in voedsel en landbouw. Hun investeringen zijn bijna geheel belegd in monocultuur plantages, contract arbeid, vee-fabrieken, verkoop van hybride en GMO zaden en pesticiden, en digitale landbouwplatforms die gedomineerd worden door Big Tech. Ze hebben nul belangstelling voor investeringen in de landbouw-, visserij- , en bos-gemeenschappen die tot op heden het meeste voedsel in de wereld produceren; in plaats daarvan maken ze de weg vrij voor land grabbers en grote landbouwbedrijven die plaatselijke  voedselsystemen om zeep helpen. 

Pijnlijke voorbeelden van investeringen door ontwikkelingsbanken: 

  • De Europese ‘Bank for Reconstruction and Development ‘en de ‘European Investment Bank’ hebben ruimhartige financiering verleend aan landbouwbedrijven van enkele van de rijkste oligarchen van de Oekraïne, die honderdduizenden hectares land in bezit hebben. 
  • SOCFIN in Luxembourg en het Belgische SIAT, de twee grootste eigenaren van rubber plantages in België, hebben talloze leningen gekregen van ontwikkelingslanden, hoewel hun dochterbedrijven verstrikt zijn in land grabbing, corruptieschandalen en schending van de mensenrechten.
  • Meerdere ontwikkelingsbnken (zoals Swedfund, BIO, FMO and the DEG) hebben demislukte suikerrietplantage vian Addax Bioenergy in Sierra Leone gefinancierd, die een spoor van verwoeste lplaatselijke gemeenschappen heeft achtergelaten .
  • Het United Nations’ Common Fund for Commodities investeerde in Agilis Partners, een Amerikaansbedrijf dat geleid heeft tot de gewelddadige uitzetting van duizenden dorpelingen in Oeganda 
  • De Japanse  Bank for International Cooperation en de African Development Bank investeerden in eeen spoorlijn en haven om het Japanse Mitsui en het Braziliaanse Vale in staat te stellen om kolen te exporteren vanuit Noord Mozambique. Dit project, verbonden met het controversiële ProSavana landbouwproject, heeft geleid tot land grabbing, gedwongen verhuizingen, fatale ongelukken en de gevangenschap en marteling van tegenstanders. 
  • De China Development Bank financierde de ecologisch en sociaal rampzalige  Gibe III dam in Ethiopië. Ontworpen voor electriciteitsopwekking voor de irrigatie van suikerriet, palmolie en katoen plantagmaarheeft daarmee de oorspronkelijke bewoners van de Lower OmoVallei van water voor hun eigen velden beroofd. 
    (zie vior meervoorbeelden de oorspronkeelijke tekst) 

We hebben betere mechanismes nodig om te werken aan voedselsoevereiniteit. 

De top van de ontwikkelingsbanken (19-20 oktober, ‘Finance in Common’) volgt kort na de UN Food Systems Summit die  gekaapt  werd door de grote bedrijven en weinig meer werd dan een showcase voor industriële landbouw en een gelegenheid tot greenwashing. De bijeenkomst werd geboycot of er werd tegen geprotesteerd door sociale bewegingen,  ngo’s and academici  uit de hele wereld.

Deze top, ‘Finance in Common’ zal hetzelfde patroon volgen. Financiers die onze publike fondsen beheren vergaderen met elites en vertegenwoordigers van bedrijvenover hoe  ze de geldstromen kunnen sturen naar een landbouwmodel dat leidt tot klimaatproblemen, grotere armoede en meer ondervoeding. Er zijn weinig of geen mensen uitgenodigd uit de gemeenschappen die hierdoor geraakt worden, die voedsel proberen te verbouwen voor hun eigen mensen. Public Development Banks zijn niet in hen geïnteresseerd; ze  zijn meer geïnteresseerd in handel en winst dan in voeding. Vorig jaar heeft een gote coalitie van cso’s hier al tegen geprotesteerd. Het resultaat was : enkele zinnen in de slotverklaring, waar verder geen gevolg aan werd gegeven.

Daarom: 

  • roepen wij op tot onmiddellijke stopzetting van de steun aan grote landbouwprojecten en speculatieve investeringen door de Public Developmen Banks
  • we vragen om controleerbare overheids financiering die het werk van mensen aan voedselsoevereiniteit steunt, het recht op voedsel waarborgt, ecosystemen beschernt en herstelt, en d eklimaatcrisis tackelt. 
  • wij vragen omsterke en effectieve maatregelen die ervoor zorgen dat gemeenschappen een beroep kunnen doen op de wet als hun mensenrechten worden bedreigd of sociale en milieu-schade wordt berokkend door investeringen door Public development Banks. 

 

Deze verklaring kan tot 15 oktober hier door organisaties ondertekend worden