Het betreft UNCTAD15; de 15e bijeenkomst van de United Nations Conference for Trade and Development van 3 tot 7 oktober j.l., deels in Bridgetown, Barbados en deels in Genève. In deze bijeenkomsten zou de UNCTAD een mandaat meekrijgen voor de volgende 4 jaar. De EU probeerde dat proces te monopoliseren.
Regeringen en de maatschappelijke organisaties zouden eigenlijk samen met de UNCTAD de ontwikkelingslanden het gereedschap moeten aanreiken waarmee landen goed – liefst beter – door deze moeilijke tijden heen zouden kunnen komen. Ze hebben door de covid-19 crisis meer geleden dan door de financiële crisis van 2008. Maar daarin schoot de UNCTAD tekort. Een paar ontwikkelde landen, aangevoerd door de delegatie van de EU blokkeerden wat een belangrijke veranderings-agenda had kunnen zijn.
In de UN instellingen hebben de deelnemende landen beslissingsbevoegdheid. De leden van UNCTAD zijn in meerderheid ontwikkelingslanden, verenigd in de G77 groep, maar alle UN landen kunnen lid worden. Zoals veel UN instellingen is de UNCTAD deels afhankelijk geworden van donors en richt zich minder op de ontwikkeling en meer op handel en het economisch beleid dat bedrijven propageren. Dit hoewel de UNCTAD altijd als een van de weinige UN instellingen pleitte voor een economisch systeem dat gericht was op de mensen en de planeet. Zij heeft onlangs nog een veelomvattend en goed haalbaar plan gelanceerd genaamd de ‘global Green New Deal ‘(GGND). Dat behelsde triljoenen aan rentevrije leningen van het IMF die aan ontwikkelingsdoeleinden zouden kunnen worden besteed, zoals gezondheidsministeries. Het geld van de IMF zou het voor hen ook makkelijker maken om op internationale markten te lenen en bestaande schulden af te lossen, zoals UNCTAD al lang voorstaat.
Een Global Green New Deal zou ook vereisen dat het huidige handels- en investeringsbeleid zou veranderen. Dat bevoordeelt nu transnationale ondernemingen, waardoor de ongelijkheid de afgelopen 4 decennia alsmaar is toegenomen. Het zou de afschaffing of verandering van verschillende ‘free trade agreements’ én van de ‘ontwikkelingsagenda’ van de WTO vereisen en het zou patenten op vaccins of behandelingen van Covid-19 verzachten of afschaffen.
Hoe dat te bereiken? Het mandaat voor UNCTAD
Dit zou de opdracht voor UNCTAD voor de komende 4 jaar moeten zijn. Jammer genoeg heeft de EU delegatie het afgelopen jaar elke gelegenheid aangegrepen om verandering van het huidige systeem te voorkomen. Het huidige economisch, financiële en schulden regime (met inbegrip van illegale financiële routes, belastingparadijzen etc.) is volgens de EU functioneel en werkbaar. Jammer genoeg verliet de secretaris -generaal van de UNCTAD in maart de organisatie en werd opgevolgd door een plaatsvervangende secretaris generaal uit België die weinig steun bood aan de G77 en China. Hij blokkeerde ook de inbreng van maatschappelijke organisaties (cso’s). Maar die kwamen toch in actie en hebben hun visie ingebracht, bij monde van de ICSFG, (International Civil Society Facilitation Group). Zij namen ook contact op met de lidstaten van de UNCTAD en stuurden brieven aan de Europese Commissie en het Europees Parlement. Bekende economen zoals Jeffrey Sachs en Mark Weisbrot stuurden een brief over de illegale pressie door machtige staten.
De Civil Society Declaration for UNCTAD XV is een blauwdruk voor een veel sterkere UNCTAD, maar deze werd niet aangenomen.
Dankzij het vele werk verzet door de G77 en China werd in de slotverklaring van UNCTAD 15 ( The Bridgeetown Covenant) in elk geval wel het mandaat van UNCTAD gehandhaafd betreffende belangrijke onderwerpen zoals schulden, IFFs (Illicit Financial Flows, illegale geldstromen) en belastingen, welke essentieel zullen zijn willen de ontwikkelingslanden herstellen van de economische crisis veroorzaakt door de pandemie.
Nu verder
De nieuwe secretaris-generaal, Rebecca Grynspan, is zich in elk geval bewust van de belangrijkste issues voor ontwikkelingslanden: SDRs = specialee rechten opgeld van het IMF, schuldenherziening, illegale geldstromen zoals bekend uit de Pandora Papers, en het werk aan Trade en Technology. Zij en haar staf zullen hier invulling aan moeten geven. Zij lijkt ook ontvankelijk voor de bijdrages van de civil society zodat hun kennis en ervaring beschikbaar kunnen komen voor de UNCTAD.