Wat een mooie koppen, wat een motivatie, wat een sterke vrouwen………ondanks hitte, later kou, en corona: het grootste protest ooit. Het filmpje geeft een prachtige impressie. De regering heeft uiteindelijk 3 controversiële wetten teruggetrokken. Maar nu? In de NRC van 16 januari j.l stond een artikel (hier ingekort) : ‘landbouwcrisis in India – karige oogsten dreven rijstboer Singh tot actie’.
Hier eerst de link naar het filmpje (even een paar alinea’s naar beneden scrollen).
NRC: Nu de tarwe. over een paar maanden de rijst – de boeren van de Punjab leveren deze producten, de belangrijkste voedingsmiddelen voor Indiërs, weer tegen een afgesproken minimum prijs aan de overheid. Dat was de inzet van de stakingen en het is gelukt. Dat klinkt bedrieglijk simpel. Maar op het platteland is een crisis gaande, van boeren die door een uitgeputte bodem, vervuiling en watertekorten te weinig oogsten. Zowel grootgrondbezitters als boeren zonder eigen land gaan gebukt onder enorme schulden, door de aanschaf van machines of mislukte oogsten. Uit een wetenschappelijk onderzoek in Punjab bleek dat de schulden vanaf eind jaren negentig leidden tot een golf aan suïcides onder boeren in de deelstaat.
Boer Singh ziet zulke problemen overal om zich heen, in het district Rupnagar: „Als het in de grond niet goed zit, gaat het met de mensen ook niet goed.” Hij is al veertig jaar een zelfstandige kleine boer. „De gewassen die mijn vader teelde waren veel groener. Ze schoten makkelijk wortel, het water lag niet zo diep.” Een goede oogst is nu niet meer zo vanzelfsprekend. Dat is te merken in het dorp, dat achter een reeks aangeplante boompjes ligt, voorbij een bocht in de modderige landweg. „De mensen werkten samen. Nu is iedereen te bezorgd over zijn eigen oogst om te helpen op de velden van een ander.” „Deze ramp is al decennia in de maak”, aldus professor Balwinder Tiwana. De boeren in de deelstaat, veelal kleinschalige landbouwers met hoogstens twee hectare grond, werden in de ‘Groene Revolutie’ van de jaren zestig gestimuleerd te mechaniseren, onder meer via irrigatie, en om op grote schaal pesticiden en kunstmest te gebruiken. Maar die aanpak heeft schadelijke gevolgen voor het land, bleek twintig jaar later. De machines en technologie gooiden bovendien de sociale structuren op het platteland in de war, zegt Tiwana: „De mechanisering neemt banen weg – maar in de dorpen zijn nog steeds evenveel mensen afhankelijk van de landbouw. Zij zijn in een gat gevallen, economisch en sociaal.”
Het protest dwong Modi tot een uitzonderlijke knieval: eind vorig jaar blies hij de invoering van de omstreden wetten af. „We gingen er in eerste plaats heen voor onze kinderen, zodat zij door kunnen”, zegt Harjaap Singh, die enkele maanden in de kampementen doorbracht. Zijn zoon werkte in die tijd op hun akkers – samen iets meer dan één hectare grond, verdeeld over meerdere lapjes. Daar gebruikt Singh inmiddels alleen maar natuurlijke hulpmiddelen, zoals mest van vee uit de buurt. Pesticiden deed hij eerder al in de ban.
Rupnagar ligt in de regio die ook wel bekend staat als de cancer belt van Punjab: de chemische bestrijdingsmiddelen vervuilen niet alleen het grondwater, maar maken ook mensen ziek. Arbeiders dragen tonnen met het spul zonder bescherming op hun rug. Harjaap herinnert zich dat de pesticiden ooit als wondermiddel werden aangeprezen: „Wij boeren zijn slachtoffer geworden van onze hebzucht.”
Het duurde ongeveer vijf jaar voordat hij van zijn „chemische verslaving” af was, schat hij. Zo’n overgangsperiode, waarin de oogst zo goed als zeker achterblijft, is voor veel boeren een te grote gok. Anders dan Harjaap bezitten de meesten geen land, maar bewerken ze als telers andermans akkers in ruil voor een deel van de oogst. Eén mislukt seizoen kan hun financiële ondergang betekenen. Vooralsnog is Harjaap een van de weinigen in Rupnagar die overtuigd zijn van de biologische aanpak. Hij snapt de anderen, zegt hij zacht: „Het leven als boer is al moeilijk genoeg.”
Net als andere demonstranten vindt Harjaap de minimumprijzen essentieel. Op een smalle strook langs de weg verbouwt hij nu ook erwten, spinazie en komijnzaad, een „experiment”. Die gewassen zou de centrale overheid ook gecontroleerd moeten inkopen, vindt hij. „Zo zijn de boeren zijn terug bij af”, schampert professor Tiwana. „De wetten zijn van de baan, maar er zijn geen alternatieven gekomen.” De regering stelde een commissie in die moet bekijken of het vaststellen van minimumprijzen transparanter kan. Het in de wet vastleggen van zulke minimumprijzen, zoals de boeren willen, is nog ver weg.
De boeren richtten in januari een nieuwe partij op, de Sanyukt Samaj Morcha (SSM), en stelden een lijst op met kandidaten voor alle 117 zetels in de deelstaatregering. Deze „volkspartij” zal zich na het succesvolle verzet tegen de landbouwwetten richten op „sociale problemen als armoede, criminaliteit en verslaving”, aldus een van hun leiders. Maar welke druk gaat een lokale coalitie met zo’n breed programma uitoefenen op het minimumprijzenbeleid? De grote boerenvakbond de BKU, die ook deelnam aan de protesten, liet weten de SSM niet zo maar te steunen in de stembusgang.
Ook professor Tiwana betwijfelt of formele verkiezingsdeelname de boeren veel zal opleveren. Als ‘pressiegroep’ hoefden de boeren geen concessies te doen. Maar „een politieke partij moet het politieke spelletje meespelen. Dat zal afbreuk doen aan de boodschap”, Er zijn structurele oplossingen nodig, zoals landhervormingen, die tijd kosten en waarover niet alleen in de deelstaat beslist kan worden. Verkiezingsbeloftes zijn niet voldoende.”