Ten tijde van het eerste kabinet Rutte heeft de Tweede Kamer in een motie van Charley Aptroot (VVD) aangenomen, waarin het afschaffen van de Productschappen werd bepleit, vanwege “ongewenste overheidsbemoeienis met het bedrijfsleven”. DE VVD ten voeten uit dus.
Dat kabinet heeft die motie niet uitgevoerd, maar was wel bezig met een flinke reorganisatie van de Productschappen. De reorganisatie was een goede zaak. Het was meer dan nodig om weer eens goed te kijken naar de taken van het Productschap om dat een deel van die taken discutabel was geworden. Het goede van de Productschappen was echter dat de sector zelf verordeningen t.a.v. bijvoorbeeld plant- en dierziekten kon opstellen en verplichtend aan de sector kon opleggen. En ook konden via de Productschappen heffingen aan de hele sector worden opgelegd voor onderzoek en innovatie. Wel hebben de NAV en NMV hebben al lang bepleit om de Productschappen veel democratischer te maken en alle heffingplichtigen ook invloed te geven op het beleid van de Productschappen.
In de formatie van het huidige kabinet Rutte is besloten om alsnog de Productschappen af te schaffen. Dat voelde als een overval. Door het opheffen van de Productschappen moeten nu allerlei constructies bedacht worden om de goede zaken van de Productschappen te behouden. Op dit moment zijn er grote zorgen of dit gaat lukken in de nieuwe instituties, de branche-organisaties (BO’s).
Akkerbouw
De totale Nederlandse akkerbouwketen gaat nu samenwerken in de Brancheorganisatie (BO) Akkerbouw.[1] (De regering wilde een bundeling per sector, d.w.z. per product, maar dat is ondloenlijk). Voor enkele onderdelen van de activiteiten van BO Akkerbouw speelt het al dan niet aanwezig zijn van ‘free riders’ een prominente rol. Het bedrijfsleven zal in die gevallen een beroep doen op het Ministerie van Economische Zaken om maatregelen algemeen verbindend te verklaren, dat houdt in dat alle sectorgenoten aan bepaalde activiteiten verplicht deel moeten nemen. (Zo zie je maar: in geval van nood is toch overheidsbemoeienis nodig). Te denken valt aan ‘Kennis en Innovatie’ waaronder teeltonderzoek, diergezondheid, plantgezondheid en voedselveiligheid.
Keimpe v.d. Heide, bestuurslid van de NAV: De reorganisatie had de bureaucratie van de Productschappen flink kunnen aanpakken en had het democratisch gehalte sterk kunnen verbeteren met behoud van de nuttige taken van de schappen. We zijn nu bang dat met het opheffen van de Productschappen met het badwater ook het kind wordt weggegooid.
Zuivel
Wat de zuivel betreft: de Branche Organisatie (BO)‘Zuivel NL’ is in de plaats gekomen van het Productschap Zuivel.
ZuivelNL is een vereniging van verenigingen. Er zijn maar drie leden; NZO (Nederlandse Zuivel Organisatie, de zuivelindustrie), LTO en NMV. Individuele boerenkunnen geen lid worden. Maar het is geen gesloten club. Iedere organisatie die van belang is voor de zuivelsector, kan als partner erbij betrokken worden. Contributie aan ZuivelNL loopt volledig via de zuivelindustrie. LTO en NMV betalen geen contributie. Het overgrote deel van de melkveehouderij (meer dan 96%) betaalt mee via de melkfabrieken. Daarnaast heeft ZuivelNL inkomsten uit diensten aan bedrijven. ZuivelNL zal zich gaan bezig houden met zaken die van belang zijn voor de gehele zuivelsector, maar die op vrijwillige basis niet of moeilijk van de grond komen.
Hans Geurts (lid van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond) is het grotendeels met Keimpe eens,’ maar we zijn iets tevredener met de vervanger van het productschap: BO Zuivel.nl. De NMV heeft hier een bestuurszetel gekregen en dus meer zeggenschap. In het Productschap Zuivel hadden we alleen zetels in 2 commissies. We worden nu serieuzer genomen en hebben hopelijk ook meer invloed op het beleid,’
Laten we hopen dat de boeren ondanks de sterkere positie van de industrie dan in de ‘oude’ Productschappen toch hun zaken naar behoren kunnen behartigen. De NMV-leden zullen de gang van zaken zeker kritisch volgen.
====================================================================================
[1] Vakgroep Akkerbouw LTO, de Nederlandse Akkerbouw Vakbond, NAJK, Cosun, Nederlandse Aardappel Organisatie, AVEBE, CZAV, vlas- en henneporganisatie i.o., graanhandelaren, Agrifirm , Plantum, Vavi en de Nederlandse Vereniging van Kwekers van Graszoden.