Dat bleek op de debatavond op 15 april in Wageningen, over de gevolgen van TTIP voor de boeren en voor het klimaat. Alle sectoren waren daar vertegenwoordigd en allemaal waren ze tegen TTIP: zoals verwacht de vertegenwoordigers van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond en Dutch Dairymen Board, maar ook Ingrid Jansen, voorzitter van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders, en Bart Janssen, (landelijke vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP ), die zich doorgaans toch achter de LTO scharen. Dit terwijl LTO-voorzitter Maat zich onlangs in Trouw nog uitsprak vóór TTIP.
Ter informatie is hier het hele debat op video terug te zien vanaf minuut 33 (kun je met schuifje onderen verplaatsen). Verder verscheen er ook een goed Verslag in het Reformatorisch Dagblad Dagblad van 16 april. Hier het Persbericht n.a.v deze avond en verder overleg.
Zie onderaan voor de diverse PRESENTATIES op de avond van 15 april.
INLEIDING
Eerst was er een inleiding door Roel Jongeneel (Universitair docent WUR en DLO onderzoeker) die meegewerkt heeft aan een Rapport van het LEI over de gevolgen van TTIP voor de Nederlandse landbouw en veeteelt.
Hij is geen uitgesproken voorstander van liberalisering van de handel, maar legt de theorie hierachter goed uit. Er wordt gehandeld om te kunnen specialiseren in producten waarin landen goed zijn, om zo via efficiëntere productie te komen tot goedkopere producten voor de consument. Er worden soms beperkingen aan vrijhandel opgelegd om b.v. de belangen van bepaalde groepen te kunnen beschermen (zoals familiebedrijven in de landbouw), om in te grijpen als er geen eerlijk speelveld is (zoals bij verschillende standaarden) en om in te spelen op externe effecten (zoals milieuvervuiling) en het veilig stellen van publieke goederen en diensten. Voorstanders van vrijhhandel willen zo weinig mogelijk van deze beperkingen.
Meestal gaat het bij handelsakkoorden om afschaffing van financiële belemmeringen: importtarieven. Maar bij TTIP lijkt dat minder relevant want die zijn al grotendeels afgeschaft in de meeste sectoren. (Behalve bij sectoren als vlees en zuivel daar zijn nog wel redelijk hoge importheffingen.)
Dit keer gaat het verder vooral om ‘standards’: welke eisen stelt men aan beide zijden? Als een product eerst aan Amerikaanse zijde gekeurd moet worden en dan nog eens aan Europese zijde een heel andere keuring moet ondergaan drijft dat de prijs op. Er zijn ook verschillen in voedselveiligheidsmaatregelen, groeihormonen, patenten, biotechnologie regels, GMO’s, namen van producten, etikettering, geografische indicatie (om streekproducten te beschermen), etc. Volgens het rapport kunnen dat soort beperkingen in de EU wel 60% meer kosten voor de VS-exporteurs met zich meebrengen, en andersom zelfs 73%.
Het is nu eigenlijk voor het eerst dat men die standaarden gelijk wil gaan trekken, vandaar dat het ook zo moeizaam gaat. (Het proces is al bijna twee jaar onderweg). De handel in landbouwproducten betreft slechts 5% van de totale handel maar juist daar liggen de gevoeligheden. Het zou kunnen dat de EU zoals vaker ook nu landbouw als wisselgeld gebruikt om winst binnen andere sectoren te kunnen behalen.
Sinds 2012 importeert Nederland meer uit de VS dan ze exporteert, vooral oliezaden (eiwitten voor diervoer, bijv. soja) en vers fruit. Nederland exporteert veel drank (zoals Heineken-bier), cacao, levende dieren, bomen en planten, groenten. Daarvan gaat 80% naar de andere EU lidstaten en 20% naar daarbuiten, waarvan slechts 2% naar de VS. De export van verwerkte producten en van zuivel naar de VS zal waarschijnlijk toenemen. Daar staat tegenover dat er meer export van vooral vlees zal zijn van de VS naar andere Europese lidstaten; binnen de EU wordt de VS dus een concurrent voor de exportpositie van Nederland. Zie verder het rapport van het LEI.
INGRID JANSEN, voorzitter van de Nederlandse VAKBOND VARKENSHOUDERS:
Nu kan Nederland nog steeds competitief exporteren vanwege de hoge kwaliteit. We produceren al 19 cent per kilo duurder dan andere EU landen vanwege strengere eisen op het gebied van voedselveiligheid en dierenwelzijn etc. Daar is ze enerzijds wel blij mee, maar anderzijds prijst de EU zich uit de markt en is daardoor niet toekomstbestendig. Wij willen anderen onze standaarden opleggen maar die zitten daar niet op te wachten.
Er is sowieso al een overschot in de EU vanwege de boycot door Rusland, wat een prijsdaling tot gevolg heeft gehad. Maar als er nog eens 3.000 kiloton varkensvlees van lagere kwaliteit (dus lagere prijs) uit de V.S. op de EU markt komt wordt het zeer bedenkelijk. Familiebedrijven komen in gevaar. Maar ook de Europese consument omdat de voedselveiligheidseisen lager zijn, en er in de EU verboden middelen worden gebruikt. De EU-eisen zouden als norm moeten dienen, niet de lagere Amerikaanse standaarden. Conclusie van de NVV: ‘TTIP is desastreus voor de Nederlandse varkenshouderij’.
SIETA VAN KEIMPEMA, voorzitter van de Dutch Dairymen Board (MELK)
en ex-bestuurslid van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond. Ze is ook vice-voorzitter van de European Milk Board, dus ze werkt veel met haar collega’s samen in Brussel. Juist die dag hadden Europarlementsleden binnen de landbouwcommissie (Agri) over TTIP gestemd. Terwijl ze niet weten waarover het precies gaat want de onderhandelingen zijn super-geheim. De uitslag was dat 25 mensen in die commissie voor en 18 mensen tegen de huidige TTIP-onderhandelingen zijn.
Afgaande op het al in grote mate afgeronde CETA verdrag met Canada, en op wat er uitlekt over het huidige verdrag, zullen de verschillen vooral zitten in melkproductie-stimulerende hormonen (BST, in 80% van de Amerikaanse dieren), identificatie en registratie van dieren (gebeurt nauwelijks in Canada en de VS), dierenwelzijn, GMO’s, en het feit dat er in de VS niet op het boerenerf gecontroleerd mag worden. ‘Als een beest op zijn vier poten in het slachthuis aankomt is het ‘dus’ gezond’. Het resultaat van deze productie, melkpoeder bijvoorbeeld, zal in allerlei producten verwekt worden . Als er dan geen hormonen zijn te detecteren mag de EU het product niet weigeren, volgens de WTO-regels.
We krijgen al een kleine 25.000 ton zogenaamd ‘hormoonvrij’ rundvlees binnen uit Canada, maar daar zijn nauwelijks controles op, de laatste controle was 5 jaar geleden. Pas nu CETA is afgesloten begint men daar met een hormoonvrije slachtlijn, die was er daarvoor niet. Niet dat er in Europa zo goed gecontroleerd wordt: er zijn 5 controleurs op importen in heel Europa.
Volgens Sieta van Keimpema is het TTIP verdrag legalisering van oneerlijke handel. Het is de wens van de multinationals. Europese boeren zullen eraan kapot gaan. Als er al een stijging van het BNP komt dan zal die terecht komen bij de bedrijven en hun managers. Daarbij wordt er nu al voor 650 miljard dollar aan goederen en diensten verhandeld tussen de EU en de VS, dus er is al genoeg handel.
BART JANSEN vertegenwoordigt de landelijke vakgroep PLUIMVEEhouderij LTO / NOP
Hij vervangt voorzitter Eric Hubers. Er is al veel gezegd wat ook voor het pluimvee geldt, dus hij focust op de beruchte ‘chloorkip’. In Nederland wordt de hele keten van kuiken tot consument gemonitord, al vanaf de start is er strenge controle op de moederdieren en kuikens: alleen Salmonella-vrije kuikens mogen door naar de veehouder. Daar hangt een prijskaartje aan: kip op die manier Salmonella-vrij houden kost 5 cent per kilo extra. En in het hele proces wordt nauw gekeken op hygiëne. In Amerika wordt niet gecontroleerd op Salmonella; aan het eind wordt de kip ‘ontsmet’. Nederlandse boeren mopperen wel eens op de hoge eisen in Nederland maar zijn er nu ook eigenlijk wel trots op. Maar als we pech hebben gaan we straks terug naar het Amerikaanse niveau. En hij weet waarover hij praat want hij is er geweest. Op een trip naar Amerika werd het gezelschap per ongeluk meegenomen naar het verkeerde bedrijf: ‘je weet niet wat je ziet, dit heeft niets met voedselveiligheid te maken’.
Hij heeft zijn zorgen voorgelegd aan VVD-politici. Die zeggen we zijn liberaal, en hebben nu eenmaal de keuze voor vrijhandel gemaakt. Er zijn volgens Janssen effectieve oplossingen voor genoemde problemen nodig, zolang die er niet zijn is LTO/NOP tegen TTIP.
KEIMPE VAN DER HEIDE, bestuurslid Nederlandse AKKERBOUW Vakbond:
Door het feit dat de grond duur is en omdat er strengere regels in de EU zijn produceren wij tegen een hogere kostprijs dan in de VS. De NAV wil kostendekkende prijzen voor de boeren, maar dat is ook nog eens lastig door het feit dat veel aanbieders produceren voor weinig afnemers (supermarktketens etc.). Boeren zouden prijsafspraken moeten kunnen maken. Maar het is ten eerste al lastig om boeren te verenigen, en ten tweede mag het niet vanwege de mededingingsregels, die veel coulanter zijn voor grote bedrijven dan voor kleine (groepen van) producenten. Dit alles wordt door de handelsverdragen versterkt. De situatie van boeren zal dus verslechteren.
Met TTIP zullen de laagste productie-eisen gaan gelden, omdat producten met lagere eisen uit de VS hier op de markt mogen. Europese boeren worden dan weggeconcurreerd. Op korte termijn lijkt dat wel gunstig voor consumenten omdat de voedselprijzen zullen dalen. Maar op de lange termijn wordt men meer afhankelijk van importen omdat Europese boeren stoppen, en er dus problemen op gebied van voedselzekerheid – en veiligheid zullen ontstaan.
Maar bovendien is de verdere liberalisering nadelig voor het milieu: meer gesleep met producten betekent meer beslag op energie. We zouden regionaal moeten produceren en kringlopen moeten sluiten. Dat zou kunnen als we de voedselproductie buiten de vrijhandelsverdragen zouden kunnen laten.
In het verleden is gebleken dat de boeren van extra export niet profiteren: de prijs gaat naar beneden. Dat zal blijken nu het melkquotum ‘eraf’ is. Je krijgt voorraden in (melk)poedertorens die je aan kunt spreken als de prijs gaat stijgen, maar dan blijven de prijzen laag. Er is vastgesteld dat in vergelijking met 10 jaar geleden de boeren nu meer werk leveren voor een zelfde prijs.
Dus de NAV is ook tegen het TTIP verdrag: liever een ander landbouwbeleid: meer regulering, en regionalisering, dat is ook beter voor het milieu. We moeten minder afhankelijk worden van niet-hernieuwbare grondstoffen en energie. De grote input van energie in de landbouw is niet houdbaar.
DISCUSSIE
Tijdens de discussie over verschillende vragen kwamen ook nog de volgende punten naar voren:
- van het geproduceerde varkensvlees blijft 30% in Nederland, 70% wordt geëxporteerd, vooral naar de EU. Door de vierkantsverwaarding, gaan poten, snuiten en oren naar Aziatische landen. De vette delen gingen altijd vooral naar Rusland, maar die liggen door de boycot, nu in de opslag. Niemand heeft er zicht op wat daar precies mee gebeurt, men probeert nieuwe markten hiervoor te vinden.
- het is de EU die het initiatief heeft genomen tot TTP
- de VS is ook al met andere partners bezig, zoals Japan en met meerdere landen via de TPP.
- Sieta van Keimpema neemt deel aan overleggen, maar weet niet wat er achter de schermen gebeurt. En het is niet goed dat het EU parlement de zaak heeft gedelegeerd aan de EP commissie van handel.
- Ingrid Jansen: in het Verdrag van Lissabon hebben we het beslissingrecht gemandateerd naar de EU. Was dat wel goed? Krijgen de lidstaten nog iets te beslissen? Als die zich ermee zouden bemoeien zou je veel tegengeluiden horen.
DE GEVOLGEN VOOR HET KLIMAAT EN EEN MOGELIJK ALTERNATIEF
Guus Geurts (auteur Wereldvoedsel, medeorganisator van het debat), geeft een presentatie over de relatie tussen TTIP, voedsel en klimaat.
De westerse geïndustrialiseerde en geglobaliseerde voedselvoorziening gebruikt 10x meer energie in de voedselproductie dan eruit komt aan voedselcalorieën, dat is niet houdbaar vanwege peak oil en dit draagt in hoge mate bij aan klimaatverandering. ( De jagers -verzamelaars waren en zijn zelfs 100x efficiënter.)
De EU en de VS willen echter dat dit ‘onduurzame’ model de wereldstandaard wordt, nadat TTIP is afgesloten.
Een groot nadeel van het TTIP verdrag (en WTO) op het gebied van landbouw is verder, dat alleen de voedselveiligheid maatgevend is. Dierenwelzijn, milieu en arbeidsnormen zijn geen legitieme standaarden die mogen worden gebruikt om importen tegen te houden. Deze maatschappelijke eisen zullen juist verlaagd worden door TTIP, omdat Amerikaanse producten die aan lagere eisen voldoen, vanwege mutual recognition (= wederzijdse erkenning van elkaars standaarden) hier geïmporteerd mogen worden.
Eigenlijk zouden de milieu-eisen drastisch verhoogd moeten worden om de klimaatverandering tegen te gaan. Dat wordt onmogelijk omdat iedere maatregel die voorgesteld wordt zal moeten worden beoordeeld op nadelige effecten op handel door een soort commissie : de ‘Regulatory Cooperation Body’. Het bedrijfsleven heeft grote invloed op deze ondemocratisch gekozen werkgroep. Ook de angst voor claims (regulatory chill) via het gerechtelijk mechanisme ISDS zal voorkomen dat normen verhoogd worden. Tenslotte zullen door genoemde oneerlijke concurrentie van Amerikaanse producten met lagrere standaarden ook Europese bedrijven lobbyen tegen eenzijdige verhoging van standaarden of bijvoorbeeld tegen ‘ecotaksen’ op fossiele brandstoffen en vervuilende stoffen. Slechts importheffingen kunnen Europese producenten (vooralsnog) beschermen tegen deze oneerlijke concurrentie.
Alternatieven: De voorstellen in ‘Small farmers can cool the planet’ (GRAIN en Via Campesina) kunnen leiden tot 50-75% minder uitstoot van alle broeikasgassen en/of deze vastleggen
Daarnaast zou de WTO en andere vrijhandelsverdragen hervormd moeten worden. Zoals de NAV al naar voren bracht zouden we moeten overgaan op regionalisering in plaats van ’vrij’handel over de hele wereld. Dat moet leiden tot meer Europese zelfvoorziening van voedsel, veevoer en energie, in plaats van grootschalige import van soja, palmolie en biobrandstoffen en dumping van Europese overschotten in ontwikkelingslanden. Een hervormd Europees landbouw- en handelsbeleid bestaat uit marktregulering via importheffingen en productiebeheersing (b.v. melkquotering). Dit leidt tot kostendekkende prijzen aan boeren, waardoor ze ook aan hogere eisen kunnen voldoen. Door deze kostendekkende prijzen kunnen de 50 miljard Europese landbouwsubsidies die nu gegeven worden in Europa effectiever worden ingezet. (Nu compenseren ze een prijsverlaging aan boeren, waardoor verwerkende bedrijven onder de kostprijs kunnen inkopen. Dit leidt ook tot door de WTO gelegaliseerde dumping in ontwikkelingslanden.) Naast betaling voor groene diensten aan boeren kunnen ze worden gebruikt voor duurzame decentrale energieopwekking en vergoeding voor CO2-opslag in verhoogde organische stof in de bodem. Zie verder het ‘Alternative Trade Mandate’ en de Nederlandse versie ‘Handel: tijd voor een nieuwe visie’
We hopen dus het TTIP verdrag tegen te houden en de alternatieven op de agenda te krijgen. De VN-klimaattop in december biedt goede mogelijkheden om hier samen met andere organisaties aan te werken.
Het debat werd geleid door HANNY VAN GEEL, vertegenwoordigster van de NAV binnen Via Campesina Europa.
- Tot besluit: a.s. vrijdag 17 april is er een demo in Brussel waar iedereen welkom is, en waar in elk geval Via Campesina aanwezig zal zijn.
- Jurre Zwart van Fossil Free WUR deed een oproep: teken de petitie voor ‘Fossil Free Wageningen’, zie: https://campaigns.gofossilfree.org/petitions/wageningen-university-goes-fossil-free
- 23 mei is er op diverse plaatsen in Nederland een demonstratie tegen Monsanto én TTIP binnen the March Against Monsanto
Verslag Greet Goverde en Guus Geurts, 23 april 2015
PRESENTATIES DOOR DE SPREKERS:
Presentatie Roel Jongeneel (LEI)
Presentatie Sieta van Keimpemas (melk)
Presentatie Ingrid Jansen (varkens)
Presentatie Keimpe vd Heide (akkerbouw)
Presentatie Guus Geurts (klimaat)
conclusies TTIP en boeren en klimaat, Wageningen 15 maart 2015