Stikstof een van de top-3 bedreigingen

Wetenschappelijk tijdschrift Nature stelde vorig jaar negen ontwikkelingen vast die het leven op aarde bedreigen. De stikstofproblematiek stond met de klimaatverandering en de teruggang van de natuur in de top-3. Het Wereld Natuur Fonds (WNF) besloot onder meer op basis daarvan Jan Willem Erisman  te financieren als hoogleraar stikstof aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Hier een ingekorte versie van een interview met Erisman dat 19 september 2014 verscheen in TROUW>

Het Wereld Natuur Fonds heeft sinds deze week een eigen hoogleraar ‘stikstof’. Want in onderzoek naar de effecten daarvan ligt de sleutel tot het herstel van de natuur. Stikstof is het groeimiddel van planten. Maar het is in de natuur zeer schaars. Het zit opgesloten in de diepe aarde en komt voor de natuur alleen vrij bij bijvoorbeeld een flinke vulkaanuitbarsting of een stevige onweersbui. Juist aan die schaarste heeft de aarde de rijkdom aan soorten te danken. “Het ecologische systeem is gebaseerd op heel weinig stikstof”, zegt Erisman. “Planten hebben in samenhang met fauna en het bodemleven processen ontwikkeld die er op zijn gericht het kleine beetje stikstof, en ook fosfaat, als voedingsmiddel ín het systeem te behouden en zo efficiënt mogelijk te gebruiken.” Dat gebeurt op duizenden manieren, waardoor een enorme biodiversiteit is ontstaan. “Je kunt zeggen dat de zeldzame planten en dieren die nu voorkomen, er zijn dankzij de schaarste aan stikstof.” Waar stikstof overvloedig voorkomt, overleven alleen planten die daar veel van aankunnen. In Nederland is dat braam en brandnetel. Als er meer stikstof op het land komt, door het gebruik van kunstmest bijvoorbeeld, zie je direct de effecten. De landbouwgewassen waarvoor het groeimiddel is bedoeld, schieten omhoog en hebben het bodemleven veel minder nodig omdat stikstof direct beschikbaar is.

Maar naarmate er meer stikstof gebruikt wordt, neemt ook de milieuschade toe. Naast de toegediende stikstof komt er ook teveel stikstof in de bodem door de toegenomen mestproductie die wordt uitgespoeld in het grondwater. Het gebruik van fossiele brandstoffen in de industrie en het verkeer deden de rest. “Omdat die drie bronnen in de Nederlandse delta samenkwamen, was ons land in de jaren tachtig mondiaal hét voorbeeld van de stikstofproblematiek“, zegt Erisman. “Inmiddels heeft Nederland samen met Denemarken met allerlei maatregelen de stikstofproblematiek aangepakt en die met zo’n 40 procent gereduceerd. Maar in China, India, Midden-Amerika en Taiwan zijn er grote nieuwe hotspots bijgekomen. Er is niet langer sprake van lokale overschrijdingen, maar van een wereldwijd probleem.”

Stikstof leidt tot veel verschillende problemen – lucht- en grondwatervervuiling, en als lachgas tast het de ozonlaag aan – maar het stikstofprobleem is nergens dominant. Lachgas draagt bijvoorbeeld ‘maar’ 8 procent bij aan de totale broeikasgas-emissie. Het teveel aan stikstof wereldwijd is alleen duidelijk zichtbaar in de kustgebieden, waar woekerende algen en plankton – die ook gedijen op stikstof – wanneer ze afsterven alle zuurstof uit het water halen, waardoor er ‘dead zones’ ontstaan zonder enig zeeleven. In de Golf van Mexico bijvoorbeeld is er sprake van grootschalige vissterfte. In 1960 waren er wereldwijd negen dead zones, nu zijn dat er meer dan 500. Bijna alle riviermondingen ter wereld hebben last van die onstuimige algengroei, maar Nederland ontspringt de dans omdat het Kanaal een sterke stroming kent waardoor het kustwater voortdurend wordt ververst.

Ook de Nederlandse natuur op land lijdt onder stikstofneerslag. Met name in de buurt van de veeteelt-concentratiegebieden zoals in Noord-Brabant en Gelderland, langs de rivieren en in de buurt van industrie zijn zeldzame plantensoorten haast niet te beschermen.

Erisman: “We zijn na de Tweede Wereldoorlog groot geworden met stikstof. We wilden nooit meer een hongerwinter, dus was het stikstof, stikstof en nog eens stikstof. Nu blijkt dat de landbouw eigenlijk structureel aan het overbemesten is.” Boeren gooiden bewust veel kunstmest op het land om alle risico’s op een te geringe opbrengst uit te sluiten. Feitelijk kunnen ze met veel minder toe, als ze bijvoorbeeld aan precisie-bemesting zouden doen, en het juiste mestproduct op de juiste plek en op het juiste moment zouden toepassen.

“Ik geloof zelf dat we nog verder moeten gaan en een totaal andere visie op landbouw moeten formuleren.” Een moderne boer is meer getraind als een manager, als beheerser. “Ik denk dat je zou moeten omschakelen naar een ander model, waarbij de boer meer uitgaat van de kracht van de natuur. Met veel meer aandacht voor een gezond bodemleven wordt de stikstofopname van de plant efficiënter. Door af te zien van chemische middelen bouw je een weerbaar systeem. Het boeren met de natuur is misschien wat kennisintensiever, maar ik ben ervan overtuigd dat een boer vijf jaar na zijn omschakeling zonder kunstmest op een vergelijkbaar economisch rendement kan komen, zonder bijdrage aan de milieukosten.”

Gezonde bodem

Probleem is alleen: hoe financiert een boer die tussenfase van vijf jaar, én de arbeidsintensievere productie? “Ik zou me kunnen voorstellen dat de Rabobank die ooit het kunstmestgebruik is gaan financieren, nu wil investeren in landbouw die de biodiversiteit versterkt en beter benut. Bijvoorbeeld door goedkope kredieten te verstrekken of tijdelijke overgangsregelingen. Ik kan me ook voorstellen dat afnemers zoals Friesland Campina voor melk die met de natuur is geproduceerd, iets meer betalen.”

Top-3 bedreigingen

Jan Willem Erisman (tevens directeur van het Louis Bolk Instituut uit Driebergen) is nu hoogleraar stikstof aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. WNF schrijft in haar visie ‘Wereldnatuur in Nederland’ uit maart 2014 dat een verbetering van de Nederlandse natuur er niet in zit zonder een omvorming van de landbouw naar een bedrijfsvoering die geënt is op ‘boeren met de natuur’.

Met dank aan Tjerk en Wilbrord

p.s. De Latijnse naam van scheikundig element ‘N’ is litrogenium en de Griekse naam is azotikos, wat ‘geen leven’ betekent, omdat levende organismen in het gas stikken. Daarom heet dit element in het Nederlands: stikstof. Het werd in 1772 ontdekt door Daniel Rutherford.