Een verhaal speelt in Brabant en het andere in Oekraïne.
Eerst het Brabantse verhaal.
Oprichter Van Agt van Fladderfarm is eigenaar van een pluimveehouderij en behoort tot de menssoort ‘opgewekte ondernemer’. Hij voerde een moeilijk gesprek met zijn drie kinderen over de bedrijfsopvolging. Daaruit kwam naar voren dat geen van de drie er iets voor voelde in zijn voetsporen te treden. Te weinig vernieuwend, te weinig duurzaam.
Om zijn nakomelingen toch over de streep te trekken besluit hij het dan anders aan te pakken. Hij investeert uit eigen zak €100.000 en koopt een paar verplaatsbare stacaravans. Ze staan op terreinen van het Brabants Landschap, maar bijvoorbeeld ook op het terrein van de eindhovense universiteit. ‘U moet het zo zien, de kippen gaan op vakantie in hun eigen gebied’, licht Van Agt het bedrijfsmodel toe. De ‘Kip Caravan’ is een mobiele stal. De kippen worden als het ware naar het voer toegebracht.
‘Kippen zijn bij wet vegetariër gemaakt, ze mogen alleen nog plantaardig voedsel. Nu scharrelen ze overdag wat rond, eten kruiden, torretjes en wormen. Ze gaan er zienderogen op vooruit en zijn 20% productiever.’ ’s Nachts beschermt de caravan de kippen tegen roofdieren. Van Agt bewaakt de gezondheid van de dieren op de verschillende locaties.
Hulpboeren
Zijn sociaal ondernemerschap bestaat uit verschillende elementen. Mensen met een arbeidsbeperking (‘hulpboeren’) rapen de eieren en stoppen ze in de doosjes. ‘Door de omgang met dieren leren ze veel en wij coachen hen om sneller regulier werk te doen.’ Bovendien gaat het leven van de kip met sprongen vooruit.
De provincie Noord-Brabant heeft een investeringsvehikel bedacht om sociaal ondernemers te voorzien van groeikapitaal. Het selecteren en financieren van 5 sociale ondernemers is een initiatief van de provincie. Via het Brabant Outcomes Fund (BOF) hebben drie investeerders € 1 mln beschikbaar gesteld: het Oranjefonds, Stichting Doen en de Rabo Foundation . Na twee jaar wordt het bedrijf geacht geheel op eigen benen te staan. Nieuw aan het resultatenfonds is dat de ondernemingen over twee jaar niet alleen worden afgerekend op winstgevendheid. Belangrijker is de vraag of de vooraf in het businessplan vastgestelde maatschappelijke waarde is behaald. Mochten de doelstellingen niet zijn gerealiseerd, dan zijn de drie financiers hun geld kwijt. Andersom, als de bedrijven op eigen benen staan, dan krijgen ze hun geld met een bescheiden rendement van het BOF terugbetaald. Voor het eerst in Nederland wordt met een dergelijk resultatenfonds gewerkt.
Gefröbel?
Is hier sprake van maatschappelijk verantwoord gefröbel met behulp van overheidsgeld, of hebben we te maken met een wezenlijke verandering in het denken over ondernemerschap? Het is maar net aan wie je de vraag stelt. In Brabant zelf wijzen ze graag op ASML. Zelfs de techreus uit Veldhoven zou vele jaren geleden nooit tot wasdom zijn gekomen zonder overheidssubsidie.
Niettemin gaapt er een flinke kloof tussen steun aan bijvoorbeeld veelbelovende fotonica of een stacaravan met kippen. Het verschil met de hightech-initiatieven in en rondom Brainport Eindhoven en het BOF is dat laatstgenoemde zich vooral richt op bedrijven die vernieuwing brengen bij het uitvoeren van traditionele overheidstaken. Investeren in sociale ondernemingen komt min of meer in de plaats van subsidie.
Aanklooien
De provincie zelf lijkt er trouwens nog niet helemaal uit. In een van de beleidsstukken ter voorbereiding van het BOF wordt de aanpak aangeduid met ‘aanklooien’. ‘Klopt’, vertelt gedeputeerde Henri Swinkels (SP), lachend. ‘Ik denk niet dat het woord eerder in een officieel stuk terecht is gekomen.’ Swinkels is de drijvende kracht achter de oprichting van het BOF. Hij zegt voort te bouwen op een Brabantse traditie: ‘Onze regio kent al veel coöperaties en andersoortige samenwerkingsvormen van burgers. Met het BOF hebben we een financieringsmethode om beloftevolle initiatieven te voorzien van groeikapitaal. Garanties kan hij niet geven: ‘We weten niet of het werkt. We gaan experimenteren en zullen zien waar het schip strandt.’
4000 tot 6000 sociale bedrijven
Het aantal sociale bedrijven neemt ontegenzeggelijk toe, zo bleek onlangs uit een rapport van de organisatie van ontwikkelde landen Oeso. De conclusie luidt dat Nederland langzamerhand uitgroeit tot een ‘social impact society’. Het begrip staat hoog op de agenda van de Europese Commissie en het kabinet heeft beloofd binnenkort met een bredere visie te komen om sociaal ondernemen juridisch steviger te verankeren.
Inmiddels hebben twee van de drie kinderen van Van Agt toegezegd de zaak later te willen overnemen. Het voortbestaan van het familiebedrijf lijkt gered.
Met dank aan het Financieel Dagblad. Zie hier de volledige artikelen (het bovenstaande en onderstaande) : Twee kippenverhalen, Fladderfarm en HTL
Foto van Financieel Dagblad en internet.
==========================================
Overspoeld door Oekraïnse plofkip
Voorstanders van het referendum in 2014 hoopten dat Oekraïense exportbedrijven gedwongen zouden worden aan de hogere Europese duurzaamheids-standaarden te voldoen. Vier jaar later leidt de enorme groei van de Oekraïense kippengigant MHP tot steeds meer protest. Onder Europese kippenboeren én onder Oekraïense dorpelingen.
Myronivsky Hilboproduct (MHP) is een enorm bedrijf. MHP slacht zijn eigen kippen, verwerkt het vlees en maakt ook het veevoer zelf; de benodigde mais, tarwe en zonnebloemen worden door MHP verbouwd. Het heeft een supermarktketen, een eigen buslijn, een crematorium en het huurt een beveiligingsbedrijf in.
De kern van het bedrijf bestaat uit tientallen kippenstallen die verspreid liggen door het heuvelachtige landschap. In elk van de (nu nog) twaalf productiefaciliteiten worden anderhalf miljoen kippen gehouden – 18 miljoen kippen in totaal.
Eigenaar Yuri Kosyuk is met een geschat vermogen van ruim anderhalf miljard dollar één van de rijkste mannen van Oekraïne. Hij is goede vrienden met Oekraïens premier Volodymyr Groysman en een directe adviseur van president Poroshenko.
Al jaren is MHP de onbetwiste marktleider in de Oekraïense pluimveesector. Maar Kosyuk wil zich gaan richten op de export en zoekt daarvoor kapitaal. In 2008 brengt hij MHP naar de Londense beurs en ontvangt hij een reeks miljoenenleningen van de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD), de International Finance Corporation (een deel van de Wereldbank), de Europese Investeringsbank (EIB) en van Nederlandse banken als ING en Rabobank. Met al die investeringen wil Kosyuk de productie verdubbelen. In eerste instantie gaan de kippen van MHP vooral naar Rusland en het Midden-Oosten. Maar dankzij het associatieakkoord lonkt nu ook de Europese markt
Kippenstront
Dubbel zoveel kippen betekent ook dubbel zoveel kippenstront. Met die stront kan energie worden opgewekt, en daarom wil Kosyuk een grote biogasinstallatie bouwen in de provincie Vinnyzja. Om dat project te financieren klopt hij nogmaals aan bij de EBRD (European Bank for Reconstruction and Development). Eind 2017 krijgt MHP een nieuwe lening van 25 miljoen euro – uit een investeringsfonds voor klimaattechnologie voor bedrijven.
In Vinnyzja krijgen de mensen echter genoeg van het immer uitdijende kippenbedrijf. Boeren uit drie verschillende dorpen dienen begin juni 2018 een officiële klacht in bij de geschillencommissie van de EBRD. De Amerikaanse advocate Caitlin Daniel staat de dorpsbewoners juridisch bij. Zij werkt voor de Amerikaanse ngo Accountability Counsel: een organisatie gespecialiseerd in conflicten tussen grote bedrijven en lokale gemeenschappen. Het is geen gemakkelijke klus, verzucht ze: “Eén van de grootste problemen waar we keer op keer tegenaan lopen is het gebrek aan informatie. Daarom is het eigenlijk onmogelijk vast te stellen of MHP voldoet aan de Europese normen of niet.”
Vervuilde waterbronnen
Aan een houten tafel in een huiskamer in het dorpje Oljaniza in Vinnyzja haalt Ljudmila Vdovichenko een pak documenten uit een tas. Ze wil laten zien waarom inwoners zich genegeerd voelen. De kristallen glazen in de houten servieskast rinkelen als een konvooi vrachtwagens langsdendert. De boerin wijst op een grote scheur in het plafond: “De wegen en huizen hier zijn helemaal niet berekend op zoveel zwaar verkeer. Dit gaat dag en nacht zo door.”
Vdovichenko vertelt dat inwoners klagen over verkeersoverlast en stank. En er is nog een groter gevaar. Oljaniza heeft geen waterleiding en is afhankelijk van een waterhoudende grondlaag onder het dorp voor drinkwater, de was en het bevloeien van de appelbomen. Maar sinds MHP grote stukken van Vinnyzja beheerst, zien de bewoners dat de waterstand geleidelijk daalt.
Daarnaast zijn ze bang dat de mest, die MHP opslaat op betonnen platen, door regenwater en smeltende sneeuw alsnog in de bodem en hun drinkwater terechtkomt. Die angst wordt bevestigd door onafhankelijke milieuexperts. Die hebben een toename van stoffen als nitraat en ammoniak in de waterbronnen gemeten. Hard bewijs is er echter niet: het bedrijf staat geen watermetingen toe op door hen gepacht land. Tegelijkertijd heeft MHP de lokale politiek zodanig in zijn zak dat klachten genegeerd worden, zegt Vdovichenko: “Toen wij uit protest tegen de uitbreidingsplannen van MHP drie dagen lang de wegen blokkeerden, zijn dorpspolitici niet eens komen luisteren naar ons. Dat is hoe serieus ze hun inwoners nemen.”
In 2016 mag het land in totaal zestienduizend ton kipfilets naar de EU exporteren. Binnen slechts drie maanden wordt dat hele quotum volledig opgebruikt door MHP alleen.
Ook weet MHP te achterhalen dat het importquotum níet geldt voor vlees met botten. Daarom opent MHP een fabriek in Veenendaal waar het, samen met Jan Zandbergen BV, Oekraiense kippenkarkassen tot Nederlandse filets verwerkt. En zo kan MHP opeens zonder enige beperking naar de EU exporteren. Zelfs de Europese Commissie signaleert dat het volume kippenkarkassen dat Europa binnenkomt gestegen is van niets in 2015 tot 27.000 ton in 2017. MHP weet de handelsregels handig te omzeilen, tot woede van Europese pluimveehouders.
Dierenrechten
Hennie de Haan van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) hekelt naast concurrentievervalsing en consumentenmisleiding ook het gebrek aan toezicht en transparantie in Oekraïne. “Bedrijven die op zo’n schaal produceren, brengen pluimvee zo snel mogelijk op slachtgewicht met zo min mogelijk voer. Nederland is juist een voorloper als het gaat om verduurzaming”, beweert De Haan. “Minder dieren per vierkante meter, een trager groeiend ras, steeds vaker daglicht en een overdekte uitloop. Maar verdere verduurzaming wordt volledig lamgelegd als wij moeten concurreren met goedkope kip uit Oekraïne.” Met name de klimaatlening is de pluimveehouders een doorn in het oog. “Wij moeten steeds duurzamer produceren, maar tegelijkertijd geeft de EBRD geld en advies aan buitenlandse conglomeraten als MHP. Alle vooruitgang in Europa wordt teniet gedaan door investeringen in zo’n ontransparante moloch. In een land waar milieuwetten slecht worden afgedwongen.”
Ook de Nederlandse regering geeft na vragen in Tweede Kamer toe dat de ‘milieueffectrapportages van MHP niet van hoge kwaliteit zijn’, maar benadrukt ook dat ‘MHP voldoet aan de EU-richtlijnen wat betreft de leefruimte die beschikbaar is per dier’.
Dierenrechtenactivisten uit Oekraïne schetsen een heel ander beeld, vertelt juriste Hanna Tereshko van dierenrechtenorganisatie Open Cages: “De Oekraïense overheid heeft helemaal geen functionarissen in dienst om naleving van dierenwelzijnsafspraken af te dwingen. Sinds 2014 ligt er zelfs een moratorium op bedrijfsinspecties. Dat is bedoeld om willekeur van corrupte overheden tegen te gaan…..
Inmiddels zijn er tot in het Europese Parlement aan toe vragen gesteld over de aanklacht van de boeren uit Vinnyzja en de gewraakte biogasinstallatie.
Intimidaties
De nacht valt over de sneeuwbedekte heuvels van Vinnyzja. In de verte kleurt het felle licht van het slachthuis de lucht spookachtig oranje en groen. Een konvooi kippentrucks dendert over een landweg.
In een kroeg drinken dorpsbewoners wodka en luisteren naar muziek. Buiten rijdt een bewakingsauto langs. Enkele boeren verzetten zich al jaren tegen de uitbreidingsplannen van MHP. Ze worden daarom in de gaten gehouden, zeggen ze. Desondanks is het laatste dat de dorpelingen willen dat MHP vertrekt uit Vinnyzja, benadrukt advocate Caitlin Daniel. Teveel mensen in de arme landstreek zijn voor hun inkomen afhankelijk van het kippenbedrijf. “Mijn hoop is dat als dorpsbewoners hier hun zin krijgen, MHP zijn hele manier van zakendoen aanpast. Dat zou voor iedereen een mooie uitkomst zijn.”
Verschenen in: — Down to Earth (ledenblad van Milieudefensie) nr.50 (december 2018/januari 2019)
door Hans Wetzels, Cultuurwetenschapper en reizend onderzoeksjournalist.