Voedselbos in Groesbeek begint vorm te krijgen

Ketelbroek, GroesbeekVier jaar geleden kochten Wouter van Eck en Pieter Jansen  2 1/2 ha landbouwgrond (maïs) bij Groesbeek en dat jaar werd de grond omgeploegd en er werd gras en klaver ingezaaid. Daarna werden links en rechts (tot in Amerika en Korea) boompjes en struiken besteld en begon de aanplant. En nu zitten er al de eerste vruchten aan de boompjes. Op de foto is Pieter met de zeis aan de gang: hier en daar worden distels en zuring weggehaald, maar zoals men ziet krijgt de natuur vij baan. ”Allemaal humus voor de grond’, aldus Wouter. ‘En die distels verdwijnen vanzelf als de bomen groter worden en er niet meer zoveel zon is op de grond.’

p.s. toegevoegd in 2017: er is een nieuwe website www.voedselbosbouwnl.nl (let op : 2x nl) waar u meer info vindt en ook een contactadres. Deze website van Platform ABC staat dus los van Voedselbos Ketelbroek. Dit bericht is het verslag van een excursie.

3 gebiedjes: Natuurgebied, boomgaard (en schooltuintje), en ‘botanische boomgaard’

De sloot die een lange zijde van het stuk grond begrensde was eigenlijk een van de een van de zes stroompjes waarmee de Groesbeekse Beek , via het dorp Kranenburg in Duitsland en uiteindelijk via de Ooijpolder, afwatert op de Waal. In de afgelopen jaren heeft het Waterschap ‘met gesloten beurzen’ van het stuk grenzend aan de ‘sloot’ de vruchtbare – want jarenlange bemeste – bovenlaag afgehaald, en de sloot uitgegraven en verbreed en laten meanderen. Het wordt een natuurgebiedje. Het fungeert ook als een retentiebekken: vorig jaar was er een keer een onweer dat twee uur bleef hangen boven de heuvels van Groesbeek en het water hier aan de andere kant van Groesbeek steeg 2 meter hoger. Er stond afgelopen zaterdag niet veel water in, maar op de bodem is het heel groen (in het water dat van de omliggende akkers komt zitten pesticiden maar ook (kunst)mest) , iets hoger is het heel schraal (ze hopen dat zich daar zeldzame plantensoorten gaan vestigen), en nog hoger waar de lössgrond nog intact is bloeien veel bloemen. (De grond is grotendeels zo opgebouwd: landbouwgrond, löss uit de ijstijd, daaronder grind.) Vorig voorjaar is er in het natuurgebiedje een ooievaarsnest neergezet dat 2 weken later al bewoond was en nu zijn er 2 jongen geboren. Men wil dit natuurgebiedje zoveel mogelijk met rust laten. Erlangs staat in de lengterichtingtussen het natuurgebied en het ‘voedselbos’ een rij notenboompjes. Noten moeten veel zon hebben. Ze hopen op een flinke productie later. Het wordt ook een windscherm om de noordenwind te breken.

De vruchtbare bovenlaag die van het natuurgebiedje afgegraven werd is vooraan gedeponeerd, aan de kant van de weg, en daar op dat verhoogde stuk zijn boompjes aan het groeien, dat wordt de ‘productie-boomgaard‘, voor biologisch fruit en fruitsappen. De boomgaard klan nog jaren teren op de voedingsstoffen van de voormalige landbouwgrond. Hier maar ook elders op het terrein wil men verder volstaan met de humus die het terrein zelf oplevert en geen mest of kunstmest toevoegen. (Zie onderaan om te zien waar de voedingsstoffen dan vandaan komen).  Naast de boomgaard, ook vooraan,  is trouwens ook een stukje met een beukenhegje omzoomd waar een klas kinderen uit het naburige dorpje Horst een schooltuin heeft.

Op de rest van het land is een bijna-cirkelvormig ‘food-forest“, aan enkele kanten omzoomd door al bestaande bomen langs het pad aan de achterkant, en door aangelegde heggen.  Elzen bijvoorbeeld produceren veel stikstofhoudend blad. Binnen die bijna-cirkel zijn de bomen en struiken zo geplant dat ze af zullen lopen naar het midden, waar lagere planten groeien en een beschermd warmer klimaat ontstaat, zodat er ook amandelboompjes e.d. kunnen groeien. Omdat de bomen ook uit verre (ook gematigde) streken komen zoals Azië etc. zou je dit stuk een ‘botanische boomgaard’ kunnen noemen.  (p.s. ook onze kersen en peren komen oorspronkelijk elders vandaan.) Er groeien perzik, pawpaw, Japanse pruimen, noten  (kastanje, hazelnoten, walnoot, bitternoot) en struiken (zoals de kruisbes, de Nanking kers, Siberische peer) en nog veel meer.  Zie onderaan voor enkele voorbeelden van inwerking van panten op elkaar.

Komen kijken ?

Alleen op afspraak, om het gebied en de jonge aanplant (die soms nauwelijks zichtbaar is) te beschermen. Volgende rondleiding 31 augustus. Zie facebook:  Voedselbos ‘ketelbroek’, Groesbeek

Wouter en Pieter en ook Javier die al enige tijd meewerkt, werken mee aan een voedselbos in Houten en in Beek-Ubbergen. Ze streven naar 100 voedselbossen! (p.s. ze werken hier in de weekends, en niet eens elk weekend. De natuur doet het meste werk.

De gangbare landbouw?

In Frankrijk en elders zijn al mooie voorbeelden te zien van ‘agroforestry’: daar groeien bijvoorbeeld stroken graan van 20 m breed tussen rijeen notenbomen die hout en noten opleveren. Zie agroforestry: landbouwgewassen combineren met bomen

enkele planten in ‘Voedselbos Ketelbroek’ nader belicht:

de mierikswortel staat tussen vruchtbomen in. De mierikswortel (ter grootte van rabarber)  is eetbaar, zowel het grote blad als de wortel, maar heeft wel een scherpe smaak. (De engelse gebruiken de wortel geraspt als een soort chutney bij lamsvlees, smaakt scherp zoals radijs). De wortel gaat 5 m diep, in tegenstelling tot fruitbomen, die wortelen aan de oppervlakte. Dus de mierikswortel haalt mineralen naar boven die in het najaar via het blad te fruitbomen ten goede kunnen komen. ‘Chop and drop’: snij ze af, en laat maar vallen.

Robinia, de els en andere bomen halen stikstof naar boven en dat komt via hun blad (dat soms wel voor 20% uit stikstof bestaat!) bij de andere bomen terecht. De robinia’s worden weer omgehakt als ze te groot worden en gaan wedijveren met de andere bomen, en ze kunnen dan als ‘geriefhout’of brandstof dienen. Het bladafval wordt humus. Humus is ook zeer goed voor de vochtgehalte van de grond. (2% meer organische stof betekent 100% meer water)

Een van de grootste boompjes nu is een kastanje die is voorgekomen uit een kastanje die Wouter had meegenomen uit een van de bossen in de buurt. ‘Een kastanjeboom heeft meer voedingswaarde dan een hectare tarwe’, aldus Mark Shepard in ‘Restoration Agriculture; Real-World Permaculture for Farmers’ (Austin, 2013). Tussen/onder de kastanjebomen kun je ook nog andere gewassen telen, en je hebt (vrijwel) geen inputs nodig. Er groeien al aardappelbovisten om het kastanjeboompje op ‘Het Ketelbroek’ heen, die moeten via ondergrondse ‘draden’ van de bestaande bomen aan de achterkant van het veld gekomen zijn. Een van de aanwezigen vertelde dat ondergrondse wortelstelsel ook via enten met elkaar verweven raken en dat ze zo ‘contact’ kunnen maken met bomen wel 20 km verderop. Zo versterken ze elkaar: de een is beter in fotosynthese, de ander in stikstofbinding, etc.

Er stond een vrucht die een hybride is van de mispel en de meidoorn. Zoetere vrucht dan de mispel. Dan was er nog de Shipova, een spontane kruising tussen een peer en een lijsterbes. Gevonden begin 17e eeuw in het Oosten van Frankrijk. Sindsdien via stekken vermeerderd en de wereld  over gereisd. Maakt een trosje lekkere vruchten.

De Paulownia (genoemd naar Anna Paulowna) uit China levert grote paarse eetbare bloemen maar heeft een bijzonder wortelstelsel: gaat eerst diep naar beneden en spreidt zich dan breed uit. Deze boom haalt heel veel mineralen en andere voedcingsstoffen naar boven in het parapluvormige bladerdek en zal de hazelnootstruiken op “Het Ketelbroek’ gaan voeden.  De Anna Paulownaboom heeft een ander enzym dat bij de fotosynthese wordt ingezet dan de alle andere planten van onze breedtegraad. Dat heet
C4 en is meest effectief boven de 25 graden. Ht komt dan ook verder vooral in de tropen voor. Deze boom groeit dus superhard bij heet weer. Winterkou is geen probleem (kan tot -30), nachtvorst kan blad wel beschadigen.  In China wordt het blad ook als veevoer ingezet.

Koreaanse pijnboom : als die 40 jaar is zal hij grote noten voortbrengen, die ook veel olie bevatten.

Er stonden ook berken en wilgen tussen: ‘pioniers’ in een bos en nuttig vanwege hun bladafval dat snel verrot. Ze zullen later plaats moeten maken als de andere bomen meer ruimte nodig hebben. Van de linde kun je het jonge blad eten en bovendien levert een linde vooral véél blad, o.a. via zijscheuten.

Klimmers, bijvoorbeeld de chocoladewingerd oftewel schijn-augurk, die ook vruchten draagt. En de Siberische kamperfoelie: draagt al heel vroeg in het jaar blauwe bessen, prettig voor de vogels en eerste bijen.

Pawpaw: een ’tweede laag’ boom (niet al te hoog), komt als sinds de ijstijd niet meer in Europa voor. Heeft kruisbestuiving door vliegen nodig; dat dateert nog van voor de tijd dat er bijen waren. De vruchten ruiken dan ook naar rottend vlees. Een lekker vrucht die veel in Amerika voorkomt. De Europeanen die naar Amerika kwamen importeerden appels etc. maar ze hadden ook gwoon de paw paw kunnen gebruiken.

door Greet Goverde, Nijmegen, die zaterdag 15 juni aan een rondleiding deelnam.