(Door Elske Hageraats, Toekomstboeren) We leven in een wereld waarin nog steeds bijna 1 op de 9 mensen in de wereld honger lijden – zo’n 800 miljoen mensen totaal. 80 % daarvan woont platteland en is direct betrokken bij landbouw (FAO 2017). Maar terwijl we praten over het voeden van de wereld, verlaten steeds meer boeren vaak noodgedwongen hun land – zo ook in Nederland: in het afgelopen jaar verdwenen er ruim 22 agrarische bedrijven per dag in Nederland (CBS, 2017a).
De prijzen die zij voor hun product krijgen gaan omlaag (tot zelfs onder de kostprijs), terwijl de kosten omhoog gaan. (Zie bijvoorbeeld het verhaal van Jose Bongen-Hartemink). Van 1950 tot 2016 zijn 6 op de 7 landbouwbedrijven verdwenen (CBS 2017b; CBS 2017c). Hoe kunnen we van de boeren verwachten dat zij investeren in het milieu, dierenwelzijn, een gezonde bodem en duurzaamheid, als we ze geen eerlijke prijs geven voor hun product? Hoe kan de jongere generatie het werk doorzetten – de eeuwenlang opgebouwde kennis en vakmanschap in stand houden – als zij er geen boterham mee kan verdienen?
Om te kunnen overleven met een lagere voedselprijs en stijgende kosten, moesten boeren steeds méér produceren. Een doorsnee varkenshouder had in 1950 nog 7 varkens, tegenwoordig zijn er op een bedrijf met vleesvarkens gemiddeld 1,6 duizend varkens. Het gemiddeld aantal runderen per rundveebedrijf steeg van 13 tot bijna 160 dieren (CBS 2017b). Steeds meer mensen maken zich zorgen over de impact van deze groei op het milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid.
Ook de kleinschalige (familie)bedrijven hebben het steeds moeilijker, terwijl zij juist zo belangrijk zijn: 70% van het voedsel in de wereld komt van kleinschalige boeren (‘peasants’), die daarvoor slechts 25% van alle agrarische hulpbronnen (land, water etc.) gebruiken (ETC 2013; ETC 2017). Als we het hebben over een duurzame landbouw die de wereld kan (blijven) voeden, is de kleinschalige boer dus hét grote voorbeeld.
Supermarkten trekken klanten met goedkope prijzen voor voedsel, de consument betaalt bijvoorbeeld €1,85/kg voor Milva aardappelen terwijl de boer maar €0.10/kg krijgt (foodlog, 2017). En grote bedrijven zoals Friesland Campina verdienden € 362 million in 2016 (Friesland Campina, 2017), terwijl de prijs voor de boer dat jaar onder de kostprijs lag (Foodlog, 2016). Boeren moeten dan bij-lenen, maar banken geven vaak alleen maar een lening als de boer bereid is ‘op te schalen’: meer dieren houden. ‘Wat de bank betreft gaat het om de kilo’s per hectare, niet over duurzaamheid’, zegt boer Rick Huis in ‘t Veld (Drion, 2017). Een vakensboer had in 1950 7 varkens, nu wel 1,6 duizend. Het aantal koeien ging omhoog van 13 naar bijna 160 dieren gemiddeld. (CBS 2017b). Wat voor invloed heeft dat op het milieu, het dierenwelzijn en de voedselveiligheid?
De ‘ondernemerslandbouw’ krijgt veel subsidie: 80% van de Europese subsidies gaat naar slechts 20% van de rijkste boeren, terwijl de boerenlandbouw bijna niets krijgt (van der Ploeg, 2017). Het resultaat is dat we tussen 1950 en nu zes van de zeven boerenbedrijven verloren hebben. (CBS 2017). Hoe kunnen we verwachten dat boeren investeren in het milieu, dierenwelzijn, een gezonde bodem, de biodiversiteit of duurzaamheid als we hen geen eerlijke prijs geven? Hoe kan de jongere generatie doorgaan met het boerenbedrijf – en de kennis en vaardigheiden doorgeven die in de loop van eeuwen zijn opgebouwd – als ze er niet meer van kunnen leven?
In de ontwikkelingslanden stappen velen over naar ‘cash crops’ (voor export naar het westen) i.p.v. ‘food crops’, wat vaak gefinancierd wordt door degenen die roepen dat ‘wij’ de wereld moeten voeden. Dat geeft nog meer druk op de bestaanszekereheid van kleine boeren.
Om al deze redenen streven veeljongen naar voedselsoevereiniteit, en zijn tegen schadelijke landbouwpraktijken ( zie website boerengroep)
Kleinschalige biologische landbouw kan toch de wereld niet redden?
Het SOFA rapport van de FAO (2014a) schat dat wereldwijd ongeveer 500 miljoen familiebedrijven 80% van het voedsel produceren, en wel met slechts 20% tot 30% van de input zoals landbouwgrond en water, en vaak op de minder productieve gronden. ‘Boerenlandbouw’ kan bijna overal produceren, ook in afgelegen gebieden waar het voedsel juist hard nodig is. (ETC 2013). Kleinschalige landbouw zou wel eens het juiste voorbeeld voor ons allemaal kunnen zijn. .
Er worden een aantal pluspunten opgenoemd: Veel variëteiten dus behoud van de genetische biodiversiteit; er worden nieuwe soorten ontwikkeld; ‘oude’ kennis en vaardigheden worden behouden; een gezonde bodem die hetbodemleven bevordert; deze landbouw gaat de klimaatverandering tegen en levert rijke ecosystemen op; zij levert banen op, etc. (zie website Boerengroep). Ook biedt het vrijhheid , zoals Syriërs hebben ervaren die hun eigen voedsel gingen verbouwen.
Willen jonge mensen nog wel boer worden?
Ja.steeds meer jongeren willen starten of doorgaan met boeren. (ILEIA, 2011). Het aantal studenten op de Warmonderhof (school voor biodynamische landbouw) neemt enorm toe, zie ook de kaart). Het is een groeiende groep die andere mensen wil inspireren: Hieronder zie je een plaatje van de Toekomstboeren, lid van de wereldwijde via Campesina beweging. Het is best mogelijk een landbouwbedrijf te beginnen – ook al is het maar een kleinschalig boerenbedrijf.
Wel zijn er nogal wat ‘uitdagingen’: dure grond; kennis die verloren gegaan is; het is duur om geld te lenen; de opbouw van je klantenkring is lastig nu de supermarkten goedkoop voedsel leveren om klanten naar de andere producten te trekken. (Voedsel alls lokkertje).
Maar er zijn steeds meer mensen die het lukt, op allerlei manieren. Elske noemt wat voorbeelden rondom Wageningen. Wij wijzen voor heel Nederland naar de Korte Ketens Kaart van voedselanders
Eten is een politieke keuze: jij bepaalt waar je je geld aan uitgeeft. Doe mee met de beweging, koop je eten van plaaatselijke boeren, doe mee met een ‘deelgenoten’tuin, en zie hoe de mensen in de buurt van je woonplaats boeren. We kunnen de wereld niet voeden zonder de kleine boeren!
Door Elske Hageraats. Zie voor het volledige artikel website boerengroep