Michiel Korthals nam 28 april afscheid als hoogleraar Toegepaste Filosofie aan Wageningen University. In zijn afscheidsrede legt Korthals de twee tegengestelde landbouwproductiemethoden, de intensieve bio-industrie en de extensieve agro-ecologische productie, langs een meetlat van een zestal ethische vragen. Die zijn: Kan de agrarische en voedingsmiddelensector honger, armoede en ondervoeding verminderen? Is zij duurzaam? Is zij diervriendelijk? Is zij eerlijk en rechtvaardig tegenover boeren en anderen? Stimuleert zij de leefbaarheid op het platteland? En is zij consumentvriendelijk: vermindert ze de kloof tussen productie en consumptie en weet zij op een positieve manier de verbinding te leggen tussen de stad en het platteland?
Uit ethisch oogpunt verdient de zogeheten agro-ecologische landbouw de voorkeur boven de intensieve bio-industrie. De eerste is onder meer duurzamer, respecteert boeren en de biodiversiteit in de landbouw en verkleint de kloof tussen productie en consumptie van voedsel. De intensieve bio-industrie is nu dominant en heeft de verbindingen tussen land, voedselproductie en de maaltijd doorgesneden. Problemen als overgewicht, ondervoeding, gebrek aan duurzaamheid en dierenwelzijn hangen samen met deze gangbare wijze van productie en consumptie van voedsel…….
De agro-ecologische landbouw verdient grotere overheids-, financiële en wetenschappelijke steun, zegt prof. Korthals in zijn afscheidsrede Philosophy produces food. Ethics from Soil to Table and from Table to Soil. Wetenschappers, technologen en bedrijven op het gebied van de voedingsmiddelenindustrie moeten beter luisteren naar wat er gebeurt voor en tijdens de maaltijd en op het boerenbedrijf. Hij introduceert in dit verband onder andere het begrip ‘voedseldemocratie’.
Zie verder Wageningenur.nl/nieuws