Workshop levert uitgangspunten voor ‘korte ketens’ op.

Op de  ‘korte ketens kaart‘ op www.voedselanders.nl staan niet alle ‘voedselboxen’ en ‘food hubs’ waarmee voedsel van boeren uit jouw regio bij jou op tafel  komt. Waarom Hello Fresh niet, en de winkel ‘Lazuur’ wel? Tijdens de Voedsel Anders conferentie hebben we in workshop 3N uitgangspunten op een rijtje gezet, en inmiddels staan die ook op de webpage ’toelichting korte ketens kaart’.

 

In de workshop vertelde Simon Clissold over zijn winkel aan de rand van Leuven. Binnenkort verhuizen ze naar het centrum en gaan ze ook catering erbij doen. Hij vond het ’t belangrijkst dat zij de boeren allemaal persoonlijk kennen. Sommigen hebben een bio-certificaat, anderen niet. Een certificaat zegt ook niet alles, ‘papier is geduldig’. Hij betrekt producten uit de omgeving maar ook sinaasappels etc. uit Spanje (vervoer per boot).
Simon heeft voor een aantal producten uitgezocht hoeveel van de ‘consumenten-euro’ bij de boer terecht komt; zie  labels in ‘the Food Hub’, Leuven: tussen de 45 en 63% gaat naar de boer, de rest naar transport , de winkel(ier) en naar BTW.  Vergelijk dat met het LEI rapport Prijsvorming van Voedsel, 2014, p. 9: tussen de 15% (brood)  en 40% (eieren) gaat gewoonlijk naar de Nederlandse boer.  Dat is te weinig. In een korte keten gaan daar wat schakels tussenuit, de boer zou er meer aan over moeten houden. Simon merkt wel op dat het veel werk is om het per product uit te zoeken: For dried goods and many fruits the price doesnt change so you only have to make a label once. For vegetables in particular it’s a problem as prices change constantly’.

 

Jocelyn Parot was erbij,  van urgenci.net (een EU-breed en zelfs wereldwijd platform voor CSA’s  – community supported agriculture, ‘deelgenotentuinen’). Hij vertelde dat er in Frankrijk 400 ‘AMAPs’ zijn, CSA’s die door boeren of consumenten opgezet zijn. Die zijn meestal op vertrouwen gebaseerd: in Frankrijk zijn niet zoveel gecertificeerde bedrijven want een keurmerk verwerven is duur. Daarom heeft men nu in het zuiden het PGS systeem (‘participatory guarantee system’: collega-boeren en een vertegenwoordiger van een bio-organisatie bezoeken de boerderij voor een beoordeling. ).

Maar in Frankrijk is nu ook  ‘La ruche qui dit oui’ actief, een  groentenbox-systeem. (‘De bijenkorf die ja zegt’: een woorspeling die verwijst naar ietwat starre AMAP-systemen, waar je aan een pakket van de boer vast zit. ). Er zit groot geld achter ‘La Ruche’: investeerders die winst willen behalen, zoals bij ons Zalando achter ‘Hello Fresh’ zit. Concurrentie dus, in Frankrijk maar ook hier.

 

Jac Stroeken is Slow Food voorzitter maar hij zit ook in het bestuur van  Beebox (https://beebox.nl/) Elke week op woensdagmiddag brengen boeren uit het hele land hun producten naar Loenen aan de Vecht. Gemiddeld aantal km: 100-120 km. De producten zijn 100% biologisch en vers en Nederlands. Op donderdagochtend worden de producten door inpakkers ingepakt en daarna naar de contactpunten gebracht (bijv. 2 in Utrecht) van waaruit ze naar de consumenten gebracht worden of naar afhaalpunten in supermarkten. Er zijn 30 ‘franchise-nemers’. Het is een coöperatie: besluiten worden genomen door gelijkelijk boeren -consumenten – de organisatoren/vervoerders, – en de ‘social impact bank’, een onderdeel van de AMRO. De aandelen zijn van de coöperatie. De boeren krijgen 50% van de consumenten-prijs.

Al pratende kwamen we tot de volgende uitgangspunten:

1 ken je boeren

2 goede kwaliteit (liefst bio) , uit de regio

3 hoeveel van de prijs gaat naar de boer?

4 Is het hiërarchisch of democratisch georganiseerd? Waar gaat de winst naartoe ?

Zie voor een uitgebreidere versie van deze uitgangspunten: onderaan de webpage ’toelichting korte ketens kaart’